Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Visonic KP-250 PG2 Gebruikershandleiding pagina 66

Verberg thumbnails Zie ook voor KP-250 PG2:
Inhoudsopgave

Advertenties

BIJLAGE C: Verklarende woordenlijst
Gebruikercodes: De KP-250 PG2 is ontworpen om uw opdrachten uit te voeren, op voorwaarde dat zij door een
geldige veiligheidstoegangscode worden voorafgegaan. Onbevoegde personen die deze code niet kennen en proberen
om het systeem uit te schakelen zullen daar niet in slagen. Er zijn echter bepaalde handelingen die zonder een
gebruikercode kunnen worden uitgevoerd omdat zij het veiligheidsniveau van het alarmsysteem niet in gevaar brengen.
Geen alarmzone: Uw installateur kan een zone toewijzen die niet voor alarm bestemd is. Een bewegingmelder die in
een donkere trap is geïnstalleerd, kan bijvoorbeeld automatisch het licht inschakelen wanneer iemand de donkere trap
oploopt. Een ander voorbeeld is een miniatuur draadloze zender, gekoppeld aan een zone die het
openingsmechanisme van een hek bedient.
Geforceerde inschakeling: Als één van de systeemzones verstoord is (open), kan het alarmsysteem niet worden
ingeschakeld. Een manier om dit probleem op te lossen is de oorzaak van de zonestoring te vinden en te verwijderen
(deuren en ramen sluiten). Een andere manier om dit op te lossen is een geforceerde inschakeling – een
automatische de-activering van zones die nog steeds verstoord zijn wanneer de uitloopvertraging is afgelopen.
Overbrugde zones zijn niet beveiligd tijdens de inschakelperiode. Zelfs als ze zijn hersteld naar normaal (gesloten),
blijven overbrugde zones onbeveiligd totdat systeem wordt uitgeschakeld.
Toestemming voor "GEFORCEERD AAN" wordt door de installateur ingevoerd of geweigerd wanneer hij het systeem
programmeert.
Herstel: Als een detector van de alarmstatus naar de gewone stand-by status overgaat, is hij "hersteld".
Een bewegingsmelder wordt automatisch hersteld nadat een beweging is gedetecteerd; hij kan onmiddellijk weer
detecteren. Een magneetcontact wordt pas hersteld als de beveiligde deur of het venster wordt gesloten.
Ik ben het: Het KP-250 PG2 systeem bevat een krachtige apparaatzoeker die u helpt het apparaat dat op het LCD
getoond wordt als volgt te vinden:
Als het LCD scherm een open of verstoord apparaat aangeeft, gaat de led op het betreffende apparaat knipperen om
aan te geven "ik ben het". Deze "ik ben het" indicatie verschijnt na een bepaalde vertraging (max. 16 seconden) en zal
aanhouden zolang de LCD het apparaat weergeeft, met een time-out van 2 minuten.
INGESCHAKELD: Dit type van inschakeling wordt gebruikt wanneer de beschermde site volledig wordt verlaten. Alle
zones, interieur zoals als omtrek, zijn beveiligd.
Inschakelen: Het alarmsysteem inschakelen is een actie waarbij een alarm afgaat als een zone wordt "verstoord" door
een beweging of bij het openen van een deur of raam. De centrale kan in verschillende modi ingeschakeld zijn (zie
INGESCHAKELD, DEEL, ONMIDDELLIJK en KINDZENDER).
Kindzender: De modus kindzender is een speciale inschakelmodus waarmee gebruikers van een kindzender een
'kindzenderbericht' naar een telefoon sturen wanneer ze het systeem uitschakelen.
Als bijvoorbeeld ouders zeker willen zijn dat hun kind van school is teruggekomen en het systeem heeft uitgeschakeld.
Inschakelen met kindzender is alleen mogelijk als het systeem in de modus INGESCHAKELD is.
Magneetcontact: Een magnetisch aangestuurde schakelaar en een draadloze zender in een gedeelde behuizing. De
melder wordt op deuren en vensters gemonteerd om veranderingen te detecteren (van gesloten naar open en
omgekeerd). Bij het waarnemen dat een deur of venster open staat, zendt de melder een alarmsignaal naar het
systeem. Als de centrale niet ingeschakeld is, zal het systeem "niet gereed voor inschakelen" zijn tot de deur of het
venster beveiligd is en het systeem een signaal "herstel" van dezelfde melder krijgt.
Melder: Het apparaat dat een alarm verstuurt, dat communiceert met het systeem (bv. NEXT PG2 is een
bewegingsmelder, SMD-426 PG2 is een rookmelder)
Overbrugging: Overbrugde zones zijn zones die niet worden ingeschakeld wanneer het systeem ingeschakeld is.
Overbrugging maakt het mogelijk dat slechts een deel van het systeem wordt ingeschakeld, zodat mensen zich in
bepaalde zones kunnen bewegen terwijl het systeem ingeschakeld is.
Responder op afstand: Een responder kan een professionele dienstverlener zijn bij wie de eigenaar van de woning of
het bedrijf een abonnement neemt (een meldkamer), of een verwant/vriend die tijdens de afwezigheid van de gebruikers
op de beveiligde site wil letten. De centrale meldt events per telefoon aan beide soorten responders.
Sensor: Het detecterende element: pyro-elektrische sensor, fotodiode, microfoon, optische rooksensor enz.
Standaardinstellingen: Instellingen die van toepassing zijn voor een bepaalde groep apparaten.
Status: INGESCHAKELD, DEEL, INGESCHAKELD-ONMIDDELLIJK, DEEL-ONMIDDELLIJK, KINDZENDER,
GEFORCEERD, OVERBRUGGEN.
Status: Netspanning uitval, lage batterij, storing, systeemstatus enz.
Toegewezen: Heeft betrekking op zones.
D-305380 KP-250 PG2 Gebruikershandleiding
65

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Visonic KP-250 PG2

Inhoudsopgave