nl
Vermijd foutief gebruik (voorbeelden)
• Motor alleen met een op de juiste manier gemonteerd pompwerk gebruiken
• Gebruik de motor alleen in een toegestane explosiegevaarlijke omgeving
• Gebruik geschikte perslucht en aansluitbenodigdheden
• Persluchttoevoer niet bij ingeschakelde motor aansluiten
• De motor mag niet in de vloeistof worden gedompeld
• Geen hiervoor ongeschikte apparaten aansluiten op de motor
• Laat de motor niet door kinderen of kwetsbare personen bedienen
• Geen ongeschikte toebehoren toepassen
• Geen onschikte of niet-toegestane onderdelen gebruiken
• Onderhoudsintervallen aanhouden
2.3 Bijzondere gevaren
Explosiegevaarlijk gebied
!
GEVAAR
Explosiegevaar bij toepassing in explosiegevaarlijk gebied!
De classificatie van ontvlambare vloeistoffen is gemaakt volgens de verordening (EG) 1272/2008 (CLP).
Bij het verpompen van ontvlambare vloeistoffen moeten de bedrijfsveiligheidbepalingen en de hierna
volgende punten opgevolgd worden:
• Persluchtmotoren zijn niet-elektrisch bedrijfsmiddelen en hebben bij gebruik in Zone 1 geen toela-
tingsplicht.
• De luchtmotoren voldoen aan de ATEX-richtlijn (Groep II, Categorie 2 voor Gassen en stof).
• De motoren zijn daardoor geschikt voor het aandrijven van de Lutz vat- en containerpompen in de
categorieën 1 / 2 voor apparaten.
• De beperkingen van het inzetten worden door het pompwerk bepaald (→Bedieningsvoorschrift
pompwerk).
• Slechts alleen toegestaan bij mobiel gebruik.
• Plaats de potentiaal-vereffeningskabel (→ Hoofdstuk 9).
• Uitsluitend met geleidende persslang gebruiken (→Bedieningsvoorschrift pompwerk).
• De pompmotor moet buiten het vat zijn opgesteld.
• Bedrijfsdruk van 5 bar niet overschrijden.
• De temperatuur van de aangevoerde perslucht mag niet hoger zijn dan de max. toegestane omge-
vingstemperatuur.
• Bij het in bedrijf zijn van de motor en pompwerk moeten Pompwerk bewaakt worden.
• Motor niet met ontvlambare gassen aandrijven.
• Voorgeschreven onderhoudsinterval: kogellager en schuifstrips moeten na maximaal 1.000 arbeidsu-
ren allemaal vervangen worden.
• De aanwezigheid van sterke ladingsopwekkende processen, in het bijzonder de opstelling waar stof
getransporteerd wordt en binnen een afstand van 1 m van hoogspanningselectrodes moet uitgeslo-
ten worden.
→ Hoofdstuk 9: Aanwijzingen voor bescherming tegen explosie
8