nl
• Installeer de eenheid met minstens G 1/4" luchtaansluiting in de directe omgeving van de perslucht-
motor (1). Gebruik in de olienevelaar (3) een harsvrije en zuurvrije mineraalolie met een viscositeit van
20-30mm²//s. Het olieverbruik moet minstens 1 druppel per minuut bedragen.
• Het luchtfilter (3) moet regelmatig gecontroleerd worden, waarbij het condenswater afgetapt wordt
en het filter wordt gereinigd.
• De persluchtmotor bereikt bij 6 bar (85psi) z'n optimale opbrengst. Indien de druk in het persluchtsys-
teem hoger is als 6 bar, dan moet een drukregelaar worden toegepast (3). Het inregelen hiervan moet
bij een in bedrijf zijnde motor geschieden.
• Gebruik tussen de luchtverzorgingseenheid en de motor een luchtslang (2) met een inwendige diameter
van 13 mm, om het drukverlies zo gering mogelijk te houden.
• Pas in de persleiding een afsluiter toe om de motor drukvrij aan te sluiten of los te koppelen.
• Let op het ontstane drukverlies bij toepassing van snelkoppelingen.
Aanbevelingen voor persluchtverzorging
• De classificatie van de kwaliteit van de perslucht kan overgenomen worden uit ISO 8573-1:2010.
• Richtwaarden over de perslucht-kwaliteit kunnen gevonden worden bijv. in VDMA 15390-1:2014-12.
• Bij geoliede lucht geldt een minimale persluchtkwaliteit volgens ISO 8573-1:2010 [ - : 4: 4] aanbevolen
• Bij niet-geoliede lucht geldt een minimale persluchtkwaliteit volgens ISO 8573-1:2010 [ 6 : 3: 3] aanbe-
volen
• Hoger watergehalte in de perslucht kann tot bevriezen van de waterdeeltjes leiden. Dit kan beschadiging
veroorzaken aan de lamellen of verstopping van de geluidsdemper waardoor het vermogen van de
motor beïnvloed kan worden.
4.2 Pompwerk aan de motor monteren
3 Motor uitgeschakeld
► Plaats de motor op het pompwerk.
► Motor licht draaien zodat de meenemer (→ fig. 2, pos. 1 in de
koppeling past (→fig. 2, pos. 2).
► M et behulp van het handwiel (rechtse draad) de motor met het
pompwerk vast verbinden.
Fig. 2
11