Scannen
Scanopties aanpassen
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
•
Standaardinstellingen voor scannen wijzigen
•
Scaninstellingen voor een enkele opdracht selecteren
Standaardinstellingen voor scannen wijzigen
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
•
Scanresolutie instellen
•
Bestandstype voor een gescande afbeelding instellen
•
Het origineeltype instellen
•
De standaardscanbestemming instellen
Zie
Menu met standaard scaninstellingen
alle standaardinstellingen.
Scanresolutie instellen
Afhankelijk van hoe u de gescande afbeelding wilt gaan gebruiken, wilt u mogelijk de scanresolutie
aanpassen. De scanresolutie is van invloed op zowel het formaat als de afdrukkwaliteit van het
gescande afbeeldingsbestand. Hoe hoger de scanresolutie, des te groter het bestand.
Ga als volgt te werk om de scanresolutie te selecteren:
1. Druk via het bedieningspaneel op de knop Scannen.
2. Druk op de knop Pijl omlaag en ga naar Standaardscan. Druk vervolgens op de knop OK.
3. Druk bij Resolutie op OK.
4. Selecteer een van de volgende opties en druk daarna op OK:
150 dpi: (fabrieksinstelling) produceert de laagste resolutie en het kleinste bestand.
•
300 dpi: produceert een gemiddelde resolutie en een gemiddeld groot bestand.
•
Opmerking:
Via het TWAIN-scannerstuurprogramma, dat beschikbaar is in Scan dashboard, kan
een hogere scanresolutie worden bereikt. Zie
meer informatie.
Bestandstype voor een gescande afbeelding instellen
Zo geeft u het bestandstype op waarin de gescande afbeelding wordt opgeslagen:
1. Druk via het bedieningspaneel op de knop Scannen.
2. Druk op de knop Pijl omlaag en ga naar Standaardscan. Druk vervolgens op de knop OK.
3. Blader naar Bestandsindeling en druk op OK.
114
Phaser 6121MFP multifunctionele printer
Gebruikershandleiding
op pagina 114
op pagina 115
op pagina 115
op pagina 158 voor een volledige lijst van
op pagina 114
op pagina 116
op pagina 114
Scan Dashboard gebruiken
op pagina 106 voor