Netwerkinterface
Deze printer wordt geleverd met de netwerkinterface. Nadat u de
printer hebt aangesloten op het netwerk, stelt u het IP-adres in via
het bedieningspaneel van de printer of het geleverde
hulpprogramma.
Voer de volgende procedure uit om de printer aan te sluiten met
de netwerkinterface:
1. Zet de printer en de computer uit.
2. Sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-connector van de
printer en sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de
netwerkhub.
18
De printer gereed maken voor gebruik