Download Print deze pagina

Advertenties

Installatiehandleiding
Hierin vindt u informatie over het monteren van de printer en het
installeren van de printerdriver.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties,
optionele producten, onderhoud, probleemoplossing en
technische specificaties.
Netwerkhandleiding
Deze handleiding bevat informatie voor netwerkbeheerders over
de printerdriver en de netwerkinstellingen.
U moet deze handleiding eerst vanaf de cd-rom op de vaste schijf
van de computer installeren, voordat u deze kunt raadplegen.
Handleiding bij papierstoringen (PDF)
Deze handleiding bevat oplossingen voor papierstoringen.
U moet deze handleiding wellicht regelmatig raadplegen.
Wij raden u aan deze handleiding af te drukken en deze in
de buurt van de printer te bewaren.
Help voor printersoftware
Klik op Help voor gedetailleerde informatie en instructies over de
printersoftware op de printer. Help wordt automatisch
geïnstalleerd als u de printersoftware installeert.
Informatiebronnen

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson EPL-N7000

  • Pagina 1 Informatiebronnen Installatiehandleiding Hierin vindt u informatie over het monteren van de printer en het installeren van de printerdriver. Gebruikershandleiding (deze handleiding) Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties, optionele producten, onderhoud, probleemoplossing en technische specificaties. Netwerkhandleiding Deze handleiding bevat informatie voor netwerkbeheerders over de printerdriver en de netwerkinstellingen.
  • Pagina 2 CORPORATION aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit document. SEIKO EPSON CORPORATION noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als gevolg van: ongelukken, onjuist gebruik of misbruik van dit product, onbevoegde wijzigingen en reparaties, of (buiten de V.S.) als de bedienings- en onderhoudsinstructies...
  • Pagina 3 EPSON en EPSON ESC/P zijn gedeponeerde handelsmerken; EPSON ESC/P 2 is een handelsmerk van SEIKO EPSON CORPORATION. Coronet is een handelsmerk van Ludlow Industries (UK) Ltd. Marigold is een handelsmerk van Arthur Baker en is mogelijk gedeponeerd in bepaalde rechtsgebieden.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding tot de printer Printeronderdelen ......... .2 Voorkant .
  • Pagina 5 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3....79 EPSON Status Monitor 3 ......79 EPSON Status Monitor 3 installeren.
  • Pagina 6 Informatie over de printerstatus weergeven ....84 Controlevoorkeuren instellen ......86 Venster Status Alert (Foutmeldingen).
  • Pagina 7 Hoofdstuk 6 Printer instellen in een netwerk Printer delen ..........206 De printer als een gedeelde printer configureren .
  • Pagina 8 Papierstoring - In de printer ......309 Papierstoring - Mailbox met vier laden....320 Papierstoring - Duplexmodule .
  • Pagina 9 Problemen met de optionele onderdelen ....359 Het bericht Invalid AUX/IF Card (Verkeerd opt. int.) wordt op het LCD-scherm weergegeven ... . . 359 Het papier wordt niet vanuit de juiste papierlade ingevoerd .
  • Pagina 10 Interfaces..........402 Parallelle interface .
  • Pagina 11 EPSON Font Manager ........466...
  • Pagina 12 Modus EPSON GL/2 ........499...
  • Pagina 14 Hoofdstuk 1 Inleiding tot de printer Printeronderdelen ......... .2 Voorkant .
  • Pagina 15: Hoofdstuk 1 Inleiding Tot De Printer

    Printeronderdelen Voorkant uitschuifbare uitvoerlade vergrendeling aan/uit-schakelaar papiergeleider bedienings- MP-lade paneel standaardpapierlade Achterkant parallelle afdekplaat van kabelconnector de duplexmodule optioneel afdekklepje van de kabelsleuf klepje van de connector voor USB-connector de mailbox met vier laden connector voor de netsnoera- ethernetkabel ansluiting Inleiding tot de printer...
  • Pagina 16: In De Printer

    In de printer fixeereenheid tonercartridge Bedieningspaneel Inleiding tot de printer...
  • Pagina 17 A. LCD-scherm Hierop worden de statusberichten van de printer en de menu-instellingen van het bedieningspaneel weergegeven. Terug Met deze knoppen kunt u de menu's van Omhoog het bedieningspaneel openen. Hierin kunt u printerinstellingen opgeven en de Enter status van verbruiksgoederen Omlaag controleren.
  • Pagina 18: Optionele Onderdelen En Verbruiksgoederen

    H. Klaar Dit lampje brandt wanneer de printer klaar is. Dit betekent dat de printer gegevens kan ontvangen en afdrukken. Het lampje brandt niet als de printer niet gereed is. Data (Gegevens) Dit lampje brandt of knippert als de printer gegevens verwerkt, of als er afdrukgegevens zijn opgeslagen in de afdrukbuffer (het gedeelte van het printergeheugen dat de afdrukgegevens...
  • Pagina 19 Papiereenheid voor 500 vellen A3 (C12C813672) Met deze eenheid wordt de invoercapaciteit vergroot tot maximaal 500 vellen papier. U kunt maximaal drie eenheden installeren. Zie “Papiereenheid voor 500 vellen A3” op pagina 230 voor meer informatie. Mailbox met vier laden (C12C813692) De mailbox met vier laden heeft vier laden (uitvoerladen).
  • Pagina 20: Verbruiksgoederen

    Opmerking: Zorg dat de DIMM die u aanschaft, compatibel is met EPSON-producten. Neem contact op met de leverancier van de printer of een onderhoudsmonteur van EPSON voor meer informatie. Verbruiksgoederen Tonercartridge (S051100) De printer houdt de levensduur van de cartridge voor u bij. Op de printer wordt aangegeven wanneer de verbruiksgoederen moeten worden vervangen.
  • Pagina 21: Functie Reserve Job (Reserveertaak)

    Functie Reserve Job (Reserveertaak) Met de functie Reserve Job (Reserveertaak) kunt u een afdruktaak opslaan op de vaste schijf van de printer en kunt u deze taak op elk moment via het bedieningspaneel afdrukken zonder dat u hiervoor de computer hoeft te gebruiken. U kunt ook één exemplaar afdrukken om de inhoud te controleren voordat u meerdere exemplaren afdrukt.
  • Pagina 22: Grote Verscheidenheid Aan Lettertypen

    600 dpi verhoogd met RITech en Enhanced MicroGray. Dubbelzijdig afdrukken Met de optionele duplexmodule van EPSON kunt u eenvoudig afdrukken op beide zijden van het papier. Hiermee kunt u dubbelzijdig afgedrukte documenten van professionele kwaliteit maken.
  • Pagina 23: Verschillende Afdrukopties

    Verschillende afdrukopties De printer beschikt over verschillende afdrukopties. U kunt op verschillende formaten afdrukken of verschillende papiersoorten gebruiken voor het afdrukken. Kies het gewenste formaat en de gewenste papiersoort voor het afdrukken. Mailbox met vier laden Hiermee kunt u voor elke afdruktaak een andere uitvoerlade opgeven, afhankelijk van de inhoud of de gebruiker van de afgedrukte documenten.
  • Pagina 24: Dubbelzijdig Afdrukken

    Dubbelzijdig afdrukken Hiermee kunt u op beide zijden van het papier afdrukken. Zie “Duplexmodule” op pagina 251 en “Afdrukken met de duplexmodule” op pagina 63 voor meer informatie. Opmerking: U kunt deze afdrukoptie alleen gebruiken als de optionele duplexmodule op de printer geïnstalleerd is. Zie “Duplexmodule” op pagina 251 voor meer informatie.
  • Pagina 25: Pagina's Per Vel Afdrukken

    Pagina's per vel afdrukken Hiermee kunt u twee of vier pagina's op één vel afdrukken. Zie “Afdrukindeling aanpassen” op pagina 46 voor meer informatie. Watermerken afdrukken Hiermee kunt u een tekst of een afbeelding afdrukken met een watermerk. U kunt bijvoorbeeld “Vertrouwelijk” op een belangrijk document zetten.
  • Pagina 26: Overlays Afdrukken

    Overlays afdrukken Hiermee kunt u op de afdruk standaardformulieren of sjablonen maken die u als overlays kunt gebruiken wanneer u andere documenten afdrukt. Zie “Overlays gebruiken” op pagina 54 voor meer informatie. Opmerking: De functie voor het afdrukken van overlays is niet beschikbaar in de PostScript 3-modus.
  • Pagina 27 Inleiding tot de printer...
  • Pagina 28 Hoofdstuk 2 Papierverwerking Papierbronnen ..........16 MP-lade .
  • Pagina 29: Papierbronnen

    Papierbronnen In dit gedeelte wordt beschreven welke papiersoorten met welke papierbronnen kunnen worden gebruikt. MP-lade Papiersoort Papierformaat Capaciteit Gewoon papier A3, A4, A5, B4, B5, F4, Letter (LT), Maximaal 250 Gewicht: 60 tot 90 g/m² Half-Letter (HLT), vellen van Legal (LGL), 64 g/m²...
  • Pagina 30: Standaardpapierlade

    Standaardpapierlade Papiersoort Papierformaat Capaciteit Gewoon papier A3, A4, B4, B5, Maximaal 550 vellen Gewicht: 60 tot Letter (LT), van 64 g/m² 90 g/m² Legal (LGL), Maximaal 500 vellen Government Letter van 75 g/m² (GLT), (totale dikte: minder B (Ledger) dan 57 mm) Optionele papiereenheid voor 500 vellen A3 Papiersoort Papierformaat...
  • Pagina 31 Handmatig selecteren U kunt een papierbron handmatig selecteren via de printerdriver of het bedieningspaneel van de printer. De printerdriver gebruiken Open de printerdriver, klik op de tab Basic Settings (Basisinstellingen) en selecteer de gewenste papierbron in de lijst Paper Source (Papierinvoer). Klik vervolgens op OK. Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Open het menu Setup (Instellen) op het bedieningspaneel, selecteer Paper Source (Papierinvoer) en geef de gewenste...
  • Pagina 32 Standaardconfiguratie: MP-lade Onderste papierlade 1 Opmerking: Als u in de toepassing instellingen voor papierformaat en -bron opgeeft, kunnen deze de instellingen van de printerdriver overschrijven. Wanneer u bij Paper Size (Papierformaat) de instelling voor enveloppen opgeeft, kunnen deze alleen via de MP-lade worden ingevoerd, ongeacht de instelling bij Paper Source (Papierinvoer).
  • Pagina 33 95, XP, 2000 of NT 4.0, dan klikt u op Start en kiest u Settings (Instellingen) en Printers. Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON EPL-N7000 Advanced (Geavanceerd) en kiest u Properties (Eigenschappen) (in Windows ME, 98 of 95), Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor...
  • Pagina 34: Papier Plaatsen

    4. Selecteer het juiste papierformaat in de lijst Paper Size (Papierformaat). 5. Als papier met het geselecteerde formaat al is geplaatst, gaat u verder met de volgende stap. Wanneer dit niet het geval is, moet u het resterende papier uit de papierlade verwijderen. Plaats een vel of stapel van het geselecteerde papierformaat met de afdrukzijde naar boven.
  • Pagina 35: Mp-Lade

    MP-lade Volg de onderstaande procedure om papier in de MP-lade te plaatsen: 1. Open de MP-lade. 2. Druk de vergrendeling aan de rechterkant van de papiergeleider in en stel de papiergeleiders af op het formaat van het papier dat u plaatst. Papierverwerking...
  • Pagina 36 3. Waaier een stapel papier los en klop het papier op een vlakke ondergrond om de randen gelijk te krijgen en plaats de stapel in de papierlade met de afdrukzijde naar boven. Markering voor maximale hoeveelheid Opmerking: U kunt maximaal 200 vellen gewoon papier van 75 g/m²...
  • Pagina 37: Standaardpapierlade En Optionele Papierladen

    4. Druk de vergrendeling aan de rechterkant van de papiergeleider in en stel de papiergeleiders af op het formaat van het papier. Opmerking: Plaats het papier zo ver mogelijk in de MP-lade. Standaardpapierlade en optionele papierladen De procedure voor het plaatsen van papier is voor de standaardpapierlade hetzelfde als voor de optionele papiereenheid voor 500 vellen A3.
  • Pagina 38 Volg de onderstaande procedure om papier in de standaard- en de optionele papierladen te plaatsen. In de afbeeldingen wordt de onderste standaardpapierlade weergegeven. 1. Trek de papierlade zo ver mogelijk naar buiten. Papierverwerking...
  • Pagina 39 2. Druk de grijze stopper aan beide kanten van de papierlade in en trek de lade uit de printer. 3. Verwijder de klep van de lade. Papierverwerking...
  • Pagina 40 4. Controleer of de papiergeleider is afgesteld op het formaat van het papier dat u plaatst. In de bovenstaande afbeelding is de papiergeleider afgesteld op A3. Als u bovenstaande procedure hebt uitgevoerd en u wilt papier met A3-formaat plaatsen, gaat u verder met stap 7. Als u de papiergeleiders wilt afstellen op andere formaten, gaat u verder met de volgende stap.
  • Pagina 41 6. Plaats de papiergeleider terug in de lade en stel deze af op het gewenste papierformaat. Duw de papiergeleider naar links en duw de grijze stopper naar beneden om de geleider vast te zetten, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: In de bovenstaande afbeelding is de papiergeleider afgesteld op A4-formaat.
  • Pagina 42 Papier met A4-formaat of kleiner plaatsen Markering voor maximale hoeveelheid Plaats geen papier voorbij deze markering. Papier met A3-, B4- of Ledger-formaat plaatsen Markering voor maximale hoeveelheid Plaats geen papier voorbij deze markering. Opmerking: U kunt maximaal 500 vellen gewoon papier van 75 g/m² plaatsen. Papierverwerking...
  • Pagina 43 8. Druk de vergrendeling in en stel de papiergeleiders af op het formaat van het papier dat u plaatst, zoals hieronder wordt weergegeven. 9. Plaats de klep van de lade opnieuw. Papierverwerking...
  • Pagina 44 10. Plaats de papierlade voorzichtig in de printer. Opmerking: Duw de lade zo ver mogelijk in de printer. Papierverwerking...
  • Pagina 45: Uitvoerlade

    Uitvoerlade De uitvoerlade bevindt zich aan de bovenkant van de printer. Aangezien de afdrukken met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade terechtkomen, wordt deze lade ook wel de afdruk-benedenlade genoemd. De maximale capaciteit van deze lade is 500 vellen. Trek de uitschuifbare uitvoerlade omhoog om te voorkomen dat de afdrukken van de printer glijden als u afdrukt op papier met B4-formaat of groter.
  • Pagina 46: Afdrukken Op Speciaal Afdrukmateriaal

    Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type afdrukmateriaal op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkel type afdrukmateriaal garanderen. Probeer het afdrukmateriaal altijd uit voordat u een grote voorraad aanschaft of een omvangrijk bestand afdrukt.
  • Pagina 47 Opmerking: Afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen, de afdrukomgeving en de afdrukprocedure kunnen de enveloppen gekreukeld zijn. Druk een voorbeeld af voordat u grote hoeveelheden afdrukt. U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op enveloppen. U kunt enveloppen niet uitvoeren naar de optionele mailbox met vier laden.
  • Pagina 48: Etiketten

    Gebruik geen enveloppen met lijm of plakstrips. Let op: De enveloppen moeten de volgende afmetingen hebben: Minimumbreedte: 86,0 mm Minimumlengte: 139,7 mm Min. Min. 139,7 mm 139,7 mm Min. Min. 86,0 mm 86,0 mm Etiketten U kunt maximaal 20 vellen met etiketten in de MP-lade plaatsen. Bepaalde etiketten moet u echter vel voor vel invoeren of handmatig plaatsen.
  • Pagina 49: Zwaar Papier

    In de volgende tabel vindt u instellingen die u moet opgeven als u etiketten wilt gebruiken: MP Tray Size (Std Papierbak) in Auto (of A4, LT) het menu Tray (Papierbak) Printerdriverinstellingen Paper Size (Papierformaat): A4, LT Paper Source (Papierinvoer): MP-lade Paper Type (Papiersoort): Labels (Etiketten) Opmerking:...
  • Pagina 50: Transparanten

    In de volgende tabel vindt u instellingen die u moet opgeven als u zwaar papier wilt gebruiken. Printerdriverinstellingen Paper Size (Papierformaat): A3, A4, A5, B4, B5, LT, HLT, EXE, LGL, GLG, B, GLT, F4 Paper Source (Papierinvoer): MP-lade Paper Type (Papiersoort): Zwaar Opmerking: Als u afdrukt op zwaar papier, kunt u de optionele duplexmodule.
  • Pagina 51: Papier Met Aangepast Formaat Plaatsen

    Papier met aangepast formaat plaatsen U kunt papier met een niet-standaardformaat in de MP-lade plaatsen als dit voldoet aan de volgende vereisten voor formaat: 86,0 × 139,7 mm tot 297,0 × 432,0 mm voor de MP-lade. Printerdriverinstellingen Paper Size (Papierformaat): User Defined Size (Door de gebruiker ingesteld papierformaat) Paper Source (Papierinvoer): MP-lade...
  • Pagina 52 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3 ....79 EPSON Status Monitor 3 .......79 EPSON Status Monitor 3 installeren .
  • Pagina 53: De Standaardprinterdriver

    Met de standaardprinterdriver kunt u instellingen opgeven voor optimale printerprestaties. De printerdriver bevat het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3, dat u kunt openen via het menu Utility (Hulpprogramma). Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren. Zie “Printer controleren met EPSON Status Monitor 3”...
  • Pagina 54: Instellingen Voor De Standaardprinterdriver

    Als u de printerdriver wilt openen vanuit Windows, klikt u op Start en kiest u Settings (Instellingen) en Printers. Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON EPL-N7000 Advanced en kiest u Properties (Eigenschappen) (in Windows Me, 98 of 95), Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken) (in Windows XP of 2000) of Document Defaults (Standaardwaarden document) (in Windows NT 4.0).
  • Pagina 55 De afdrukkwaliteit wijzigen Voer de volgende procedure uit om de instelling voor afdrukkwaliteit te wijzigen: 1. Klik op de tab Basic Settings (Basisinstellingen). 2. Selecteer de gewenste resolutie in de lijst Print Quality (Resolutie). De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 56: Afdrukformaat Aanpassen

    3. Klik desgewenst op de knop More Settings (Meer instellingen) om de gewenste instellingen op te geven en klik op OK. Opmerking: Raadpleeg de Help voor meer informatie over de instellingen in het dialoogvenster More Settings (Meer instellingen). 4. Klik op OK om de instellingen te accepteren. Afdrukformaat aanpassen U kunt documenten vergroot of verkleind afdrukken.
  • Pagina 57 2. Schakel het selectievakje Zoom Options (Zoomopties) in. Selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper (Uitvoerpapier). De pagina wordt aangepast zodat deze kan worden afgedrukt op het geselecteerde papier. 3. Selecteer bij de instelling Location (Locatie) het keuzerondje Upper Left (Boven links) als u de afbeelding verkleind wilt afdrukken in de linkerbovenhoek van het papier of het keuzerondje Center (Midden) als u de afbeelding verkleind...
  • Pagina 58 Het paginaformaat aanpassen volgens een opgegeven percentage Voer de volgende procedure uit om het paginaformaat volgens een percentage aan te passen: 1. Klik op de tab Layout (Lay-out). 2. Schakel het selectievakje Zoom Options (Zoomopties) in. 3. Schakel het selectievakje Zoom To (Zoomen naar) in. Geef vervolgens het vergrotingspercentage in het vakje op.
  • Pagina 59: Afdrukindeling Aanpassen

    Opmerking: U kunt een percentage opgeven tussen 50% en 200%, in stappen van 1%. 4. Klik op OK om de instellingen te accepteren. Selecteer indien nodig het papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper (Uitvoerpapier). Afdrukindeling aanpassen U kunt twee of vier pagina's op één pagina afdrukken. De pagina's worden automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat.
  • Pagina 60 2. Schakel het selectievakje Print Layout (Afdruklay-out) in en klik op Print Layout Settings (Afdruklay-out instellingen). Het dialoogvenster Print Layout Settings (Afdruklay-out instellingen) verschijnt. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 61: Watermerken Gebruiken

    3. Selecteer het aantal pagina's dat u wilt afdrukken op één vel papier. Geef de volgorde op waarin u de pagina's wilt afdrukken op elk vel. 4. Schakel het selectievakje Print the Frame (Print kader) in als u de pagina's wilt afdrukken met een kader. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina's dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de...
  • Pagina 62 Voer de volgende procedure uit om pagina's met watermerken af te drukken: 1. Klik op de tab Special (Speciaal). 2. Schakel het selectievakje Watermark (Watermerk) in. Klik op Watermark Settings (Watermerkinstellingen). Het dialoogvenster Watermark (Watermerk) verschijnt. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 63 3. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermark Name (Watermerknaam). 4. Pas de beeldintensiteit van het watermerk aan met de schuifbalk Intensity (Intensiteit). 5. Selecteer bij Position (Positie) het keuzerondje Front (Voor) als u het watermerk in de voorgrond van het document wilt afdrukken of het keuzerondje Back (Achter) als u het watermerk in de achtergrond van het document wilt afdrukken.
  • Pagina 64 6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Location (Locatie) waar op de pagina u het watermerk wilt afdrukken. 7. Pas de horizontale of verticale instelling aan bij Offset. 8. Pas het formaat van het watermerk aan met de schuifbalk Size (Formaat). 9. Klik op OK om de instellingen te accepteren en terug te keren naar het menu Special (Speciaal) Nieuwe watermerken maken Voer de volgende procedure uit om een nieuw watermerk te...
  • Pagina 65 4. Klik op New/Delete (Nieuw/Verwijder). Het dialoogvenster User Defined Watermarks (Gebruikersgedefinieerde watermerken) verschijnt. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 66 5. Selecteer Text (Tekst) of BMP en typ een naam voor het nieuwe watermerk in het vak Name (Naam). Opmerking: Dit venster verschijnt wanneer u het keuzerondje Text (Tekst) selecteert. 6. Als u Text (Tekst) selecteert, typt u de tekst voor het watermerk in het vak Text (Tekst).
  • Pagina 67: Overlays Gebruiken

    Overlays gebruiken In het dialoogvenster Overlay Settings (Overdrukinstellingen) kunt u standaardformulieren of sjablonen maken die u als overlays kunt gebruiken wanneer u andere documenten afdrukt. Met deze functie kunt u gemakkelijk zakelijke briefhoofden of facturen maken. Opmerking: De functie voor overlays is alleen beschikbaar wanneer High Quality (Printer) (Hoge kwaliteit (printer)) is geselecteerd bij Graphic Mode (Grafische modus) in het dialoogvenster Extended Settings (Geavanceerde instellingen).
  • Pagina 68 4. Schakel het selectievakje Form Overlay (Formulieroverdruk) in en klik op Overlay Settings (Overdrukinstellingen). Het dialoogvenster Overlay Settings (Overdrukinstellingen) verschijnt. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 69 5. Selecteer het keuzerondje Create Overlay Data (Overdrukgegevens aanmaken) en klik op Settings (Instellingen). Het dialoogvenster Form Settings (Formulierinstellingen) verschijnt. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 70 6. Schakel het selectievakje Use Form Name (Gebruiker formuliernaam) in en klik op Add Form Name (Formuliernaam toevoegen). Het dialoogvenster Add Form (Formulier toevoegen) verschijnt. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 71 7. Typ de formuliernaam in het vak Form Name (Bestandsnaam) en de beschrijving in het vak Description (Beschrijving). 8. Selecteer het keuzerondje To Front (Naar voren) of To Back (Naar achteren) om aan te geven of de overlay wordt afgedrukt in de achtergrond of in de voorgrond van het document.
  • Pagina 72 Afdrukken met overlays Voer de volgende procedure uit om een document met een overlay af te drukken: 1. Open het bestand dat u met een overlay wilt afdrukken. 2. Open de printerdriver vanuit de toepassing. Klik op het menu Bestand en kies Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling).
  • Pagina 73: Formulieroverlays Op De Vaste Schijf Gebruiken

    Overlays met verschillende printerinstellingen De overlay wordt gemaakt met de huidige printerinstellingen (zoals 600 dpi voor de resolutie). Als u dezelfde overlay met andere printerinstellingen wilt maken, bijvoorbeeld 300 dpi, moet u de onderstaande procedure volgen. 1. Open de printerdriver nogmaals zoals beschreven in stap 2 in “Overlays maken”...
  • Pagina 74 Als de instellingen voor resolutie, papierformaat of afdrukstand van het document verschillen van de formulieroverlay die u gebruikt, kunt u het document niet afdrukken met de formulieroverlay. Deze functie is alleen beschikbaar in de modus ESC/Page Color (ESC/Paginakleur). Formulieroverlays registreren op de vaste schijf Alleen een netwerkbeheerder die Windows XP, 2000 of NT 4.0 gebruikt, kan de formulieroverlays registreren op de optionele vaste schijf.
  • Pagina 75 4. Klik op Printer's HDD (Printers HDD) en voer de geregistreerde formuliernaam in. Opmerking: Als u de lijst met geregistreerde formulieren nodig hebt, klikt u op Print List (Afdruklijst) om deze af te drukken en de formuliernaam te controleren. Als u bovendien een voorbeeldafdruk van het formulier wilt, typt u de naam van het formulier en klikt u op Print Sample (Afdrukvoorbeeld).
  • Pagina 76: Afdrukken Met De Duplexmodule

    Formulieroverlays verwijderen van de vaste schijf Alleen een netwerkbeheerder die Windows XP, 2000 of NT 4.0 gebruikt, kan de formulieroverlays op de optionele vaste schijf verwijderen of bewerken. Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie. Afdrukken met de duplexmodule Als u de optionele duplexmodule installeert, kunt u afdrukken op beide zijden van het papier.
  • Pagina 77 Voer de volgende procedure uit om af te drukken met de duplexmodule: 1. Klik op de tab Layout (Lay-out). 2. Schakel het selectievakje Duplex in. Selecteer het keuzerondje Left (Links), Top (Boven) of Right (Rechts) voor de inbindpositie. 3. Klik op Duplex Settings (Duplexinstellingen) om het dialoogvenster Duplex Settings (Duplexinstellingen) te openen.
  • Pagina 78: Geavanceerde Instellingen Opgeven

    4. Geef de inbindmarge voor de voor- en achterzijde van het papier op. Geef bij Start Page (Startpagina) aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 5. Wanneer u de pagina's wilt inbinden als brochure, schakelt u het selectievakje Binding Method (Bindingmethode) in en geeft u de gewenste instellingen op.
  • Pagina 79 Graphic Mode Hiermee kunt u de grafische (Grafische modus): modus opgeven. In de modus High Quality (Printer) (Hoge kwaliteit (printer)) verzendt de driver zo veel mogelijk de afdrukgegevens naar de printer met de taal ESC/Page (ESC/Pagina). In de modus High Quality (PC) (Hoge kwaliteit (PC)) wordt de weergave op de computer uitgevoerd en verzendt de driver...
  • Pagina 80 Settings (Instellingen): Klik op deze knop om het dialoogvenster Font Substitution (Lettertypevervanging) te openen. Deze knop is beschikbaar wanneer het keuzerondje Print True Type fonts with substitution (TrueType-lettertypen met vervanging afdrukken) is geselecteerd. Uses the settings Schakel dit selectievakje in om de specified on the printer instellingen voor marges, het (Gebruikt de instellingen...
  • Pagina 81 10. Ignore the selected Als u dit selectievakje inschakelt, paper size wordt er op het geplaatste papier (Geselecteerde afgedrukt, ongeacht het formaat. papierformaat negeren): 11. High Speed Graphics Schakel dit selectievakje in om Output (Snel afbeeldingen die bestaan uit afbeeldingen lijntekeningen, zoals ronde en afdrukken): vierkante overlays, af te drukken...
  • Pagina 82: Optionele Instellingen Opgeven

    Optionele instellingen opgeven U kunt de gegevens over geïnstalleerde onderdelen handmatig bijwerken als u onderdelen op de printer hebt geïnstalleerd. Voer de volgende procedure uit om de printerinstellingen bij te werken nadat u optionele onderdelen hebt geïnstalleerd: 1. Klik op de tab Optional Settings (Optionele instellingen) en klik op Update the Printer Option Information Manually (Informatie over de printeroptie handmatig bijwerken).
  • Pagina 83 Voer de volgende procedure uit om de uitvoerlade te selecteren: 1. Klik op de tab Basic Settings (Basisinstellingen). 2. Selecteer de gewenste uitvoerlade in de vervolgkeuzelijst Output Tray (Uitvoerlade) en klik op OK. Opmerking: Zie “Mailbox met vier laden” op pagina 404 voor meer informatie over papier dat u kunt uitvoeren naar de mailbox met vier laden.
  • Pagina 84: De Functie Reserve Job (Reserveertaak) Gebruiken

    De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken Met de functie Reserve Job (Reserveertaak) kunt u afdruktaken opslaan op de vaste schijf van de printer en deze later rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van de printer afdrukken. Volg de procedure in dit gedeelte om de functie Reserve Job (Reserveertaak) te activeren.
  • Pagina 85 De verwerking van taken die op de vaste schijf zijn opgeslagen, is afhankelijk van de optie voor Reserve Job (Reserveertaak). Zie de onderstaande tabellen voor meer informatie. Optie voor Maximumaantal Maximumaantal Vaste schijf Reserve Job taken taken is vol (Reserveertaak) overschreden Re-Print Job Oudste taak wordt...
  • Pagina 86: Re-Print Job (Afdruktaak Herafdrukken)

    Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) Met de optie Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) kunt u de taak die u momenteel afdrukt, opslaan zodat u deze later opnieuw kunt afdrukken vanaf het bedieningspaneel. Voer de volgende procedure uit om de optie Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) te gebruiken: 1.
  • Pagina 87: Verify Job (Afdruktaak Verifiëren)

    5. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in. U kunt miniaturen opvragen door in een webbrowser http:// op te geven, gevolgd door het IP-adres van de interne afdrukserver.
  • Pagina 88 4. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer het keuzerondje Verify Job (Afdruktaak verifiëren). 5. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in.
  • Pagina 89: Stored Job (Opgeslagen Afdruktaak)

    Stored Job (Opgeslagen afdruktaak) De optie Stored Job (Opgeslagen afdruktaak) is handig voor het opslaan van documenten die u regelmatig afdrukt, zoals facturen. De opgeslagen gegevens blijven op de vaste schijf staan, zelfs als u de printer uitschakelt of opnieuw instelt met de functie Reset All (Reset alles).
  • Pagina 90: Confidential Job (Vertrouwelijke Afdruktaak)

    5. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in. U kunt miniaturen opvragen door in een webbrowser http:// op te geven, gevolgd door het IP-adres van de interne afdrukserver.
  • Pagina 91 3. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer het keuzerondje Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak). 4. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. 5. Stel het wachtwoord voor de taak in door een getal van vier cijfers in te voeren in het invoervak voor het wachtwoord.
  • Pagina 92: Printer Controleren Met Epson Status Monitor 3

    De functie Job Management (Taakbeheer) van EPSON Status Monitor 3 wordt niet ondersteund voor Windows-clients waarvoor gedeelde LPR-verbindingen en gedeelde standaard-TCP/IP- verbindingen in Windows XP worden gebruikt. EPSON Status Monitor 3 is niet beschikbaar als u afdrukt via een verbinding met een externe desktop. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 93: Epson Status Monitor 3 Installeren

    Voor Windows XP, 2000 of NT 4.0. Novell Client 4.83+SP1 voor Windows NT/2000/XP EPSON Status Monitor 3 installeren Voer de volgende procedure uit om EPSON Status Monitor 3 te installeren: 1. Zet de printer uit en controleer of Windows wordt uitgevoerd op de computer.
  • Pagina 94 4. In het dialoogvenster dat verschijnt klikt u op Install Software (Installeer Software). 5. Klik op Custom (Aangepast). 6. Schakel het selectievakje EPSON Status Monitor 3 in en klik op Install (Installeer). De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 95 7. Controleer in het dialoogvenster of het pictogram van de printer is geselecteerd en klik op OK. Volg de procedure op het scherm. 8. Als de installatie is voltooid, klikt u op OK. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 96: Epson Status Monitor 3 Openen

    EPSON Status Monitor 3 openen Als u EPSON Status Monitor 3 wilt openen, opent u de printersoftware, klikt u op de tab Utility (Hulpprogramma) en klikt u op de knop EPSON Status Monitor 3. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 97: Informatie Over De Printerstatus Weergeven

    Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer. Printerafbeelding: De afbeelding in de linkerbovenhoek geeft de printerstatus weer.
  • Pagina 98 Tekstvak: In het tekstvak naast de printerafbeelding wordt de huidige status van de printer weergegeven. Wanneer een fout optreedt, wordt de meest waarschijnlijke oplossing weergegeven. Close (Sluiten): Klik op deze knop om het dialoogvenster te sluiten. Paper (Papier): Hier worden het papierformaat, de papiersoort en een schatting van de hoeveelheid papier die in de papierbron overblijft...
  • Pagina 99: Controlevoorkeuren Instellen

    Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, klikt u op Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) op het tabblad Utility (Hulpprogramma) in de printerdriver. Het dialoogvenster Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) verschijnt. In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: Select Notification Met de selectievakjes in dit gebied (Waarschuwing kunt u de foutsoorten selecteren...
  • Pagina 100 Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) kiezen om het dialoogvenster Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) te openen. Klik vervolgens op EPSON EPL-N7000 Advanced om het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 te openen. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 101 (Taakinformatie weergeven) in als u het menu Job Information (Taakinformatie) wilt weergeven op het scherm van de Epson Status Monitor 3. Schakel het selectievakje Notify when printing completed (Melding wanneer afdrukken is voltooid) in om een bericht weer te geven wanneer de afdruktaak is voltooid.
  • Pagina 102: Venster Status Alert (Foutmeldingen)

    Klik op Close (Sluiten) om het venster te sluiten. De functie Job Management (Taakbeheer) gebruiken U kunt informatie over afdruktaken weergeven op het tabblad Job Information (Taakinformatie) in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 103 (Taakinformatie weergeven) in het dialoogvenster Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) inschakelen. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 86 voor meer informatie. Klik vervolgens op de tab Job Information (Taakinformatie) in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. 1. Status: Waiting Een afdruktaak in de (Wachten): afdrukwachtrij.
  • Pagina 104 (Vernieuw): tabblad te vernieuwen. De afdruktaak opnieuw afdrukken Als u op Print (Afdrukken) klikt in het scherm van EPSON Status Monitor 3, kunt u een taak in de wachtrij afdrukken. Voer de volgende procedure uit om een afdruktaak opnieuw af te drukken.
  • Pagina 105 Voer de volgende procedure uit om een afdruktaak opnieuw af te drukken: 1. Zie “EPSON Status Monitor 3 openen” op pagina 83 voor meer informatie over de toegang tot EPSON Status Monitor 3. 2. Klik op de tab Job Information (Taakinformatie).
  • Pagina 106 Ondersteunde verbindingen voor de functie Job Management (Taakbeheer) De functie Job Management (Taakbeheer) kan worden gebruikt voor de volgende verbindingen: TCP/IP-verbindingen van EpsonNet Direct Print (in Windows Me, 98, 95 en XP, 2000 of NT 4.0) LPR-verbindingen (in Windows XP, 2000 en NT 4.0) Standaard-TCP/IP-verbindingen (in Windows XP en 2000) Gedeelde LPR-verbindingen in Windows 2000 en NT 4.0 en gedeelde gewone TCP/IP-verbindingen in Windows 2000...
  • Pagina 107: Controleren Uitschakelen

    Het selectievakje Monitor the Printing Status (Afdrukstatus controleren) wordt weergegeven op het tabblad Utility (Hulpprogramma) in de printerdriver. U kunt de huidige printerstatus bekijken door op het pictogram EPSON Status Monitor 3 op het tabblad Utility (Hulpprogramma) in de printerdriver te klikken. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 108: Gecontroleerde Printers Instellen

    Gecontroleerde printers instellen Met het hulpprogramma Monitored Printers (Gecontroleerde printers) kunt u de soort printers wijzigen die door EPSON Status Monitor 3 worden gecontroleerd. Als u EPSON Status Monitor 3 installeert, wordt dit hulpprogramma ook geïnstalleerd. Meestal hoeft u de instellingen niet te wijzigen.
  • Pagina 109: Usb-Aansluiting Instellen

    1. Klik op Start (Start), ga naar Settings (Instellingen) en klik op Printers (Printers). Klik in Windows XP op Start en kies Printers and faxes (Printers en faxapparaten). 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON EPL-N7000 Advanced en klik op Properties (Eigenschappen) in het menu dat wordt weergegeven.
  • Pagina 110 4. Selecteer de gewenste USB-poort in de vervolgkeuzelijst Print to the following port (Afdrukken naar de volgende poort). Selecteer in Windows Me of 98 EPUSB1: (EPSON EPL-N7000). In Windows XP of 2000 selecteert u USB001 in de lijst op het tabblad Ports (Poorten). Opmerking: Dit venster wordt weergegeven in Windows 98.
  • Pagina 111: Afdrukken Annuleren

    Afdrukken annuleren Als de kwaliteit van de afdrukken niet naar behoren is en de tekens of afbeeldingen onjuist of vervormd worden weergegeven, moet u het afdrukken wellicht annuleren. Als het printerpictogram in de taakbalk wordt weergegeven, kunt u het afdrukken annuleren vanaf de computer, omdat de gegevensoverdracht nog niet is voltooid.
  • Pagina 112: Installatie Van De Printersoftware Ongedaan Maken

    Opmerking: U kunt de huidige afdruktaak die vanaf de computer is verzonden, ook annuleren door op + Taak annuleren op het bedieningspaneel te drukken. Zorg dat u geen afdruktaken van andere gebruikers annuleert als u de afdruktaak annuleert. Als u alle afdrukgegevens in het geheugen van de printer wilt wissen, houdt u + Taak annuleren op het bedieningspaneel van de printer ongeveer twee seconden ingedrukt.
  • Pagina 113 4. Selecteer EPSON Printer Software en klik op Add/Remove (Toevoegen/Verwijderen). Opmerking: Als u Windows XP of 2000 gebruikt, klikt u op Change or Remove Programs (Programma's wijzigen of verwijderen), selecteert u EPSON Printer Software (EPSON-printersoftware) en klikt u op Change/Remove (Wijzigen/Verwijderen).
  • Pagina 114 6. Klik op de tab Utility (Hulpprogramma's) en controleer of het selectievakje voor het ongedaan maken van de installatie van de printersoftware is ingeschakeld. Opmerking: Als u alleen EPSON Status Monitor 3 wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje EPSON Status Monitor 3 in. De standaardprinterdriver gebruiken...
  • Pagina 115: Installatie Van De Usb-Apparaatdriver Ongedaan

    7. Als u het hulpprogramma Monitored Printers (Gecontroleerde printers) wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje EPSON Status Monitor 3: Monitored Printers (EPSON Status Monitor 3: Gecontroleerde printers) in en klikt u op OK. Opmerking: U kunt ook alleen het hulpprogramma Monitored Printers (Gecontroleerde printers) van EPSON Status Monitor 3 verwijderen.
  • Pagina 116 U moet de printerdriver verwijderen voordat u de USB- apparaatdriver verwijdert. Als u de USB-apparaatdriver hebt verwijderd, hebt u geen toegang meer tot andere EPSON-printers die zijn aangesloten via een USB-interfacekabel. 1. Voer stap 1 tot en met 3 uit van “Installatie van de printerdriver ongedaan maken”...
  • Pagina 117 Opmerking: EPSON USB Printer Devices (EPSON USB- printerapparaten) wordt alleen weergegeven als de printer op een computer met Windows Me of 98 is aangesloten via een USB-interfacekabel. Als de USB-apparaatdriver niet correct is geïnstalleerd, wordt EPSON USB Printer Devices (EPSON USB- printerapparaten) wellicht niet weergegeven.
  • Pagina 118 Hoofdstuk 4 PostScript-printerdriver gebruiken (Windows) De PostScript-printerdriver ....... .106 Hardwarevereisten........106 Systeemvereisten .
  • Pagina 119: De Postscript-Printerdriver

    De PostScript-printerdriver Met de PostScript 3-printerdriver kunt u documenten afdrukken die zijn opgemaakt voor PostScript-printers. Zeventien schaalbare lettertypen zijn opgenomen. Ondersteuning van IES (Intelligent Emulation Switch) en SPL (Shared Printer Language) stellen de printer in staat over te schakelen tussen de PostScript-modus en andere printeremulaties op het moment dat de printer afdrukgegevens ontvangt.
  • Pagina 120: Systeemvereisten

    Systeemvereisten De printer kan de Adobe PostScript 3-printerdriver alleen gebruiken als aan de volgende systeemvereisten wordt voldaan: Opmerking: De computer moet een vaste schijf hebben met ten minste 8 MB vrije ruimte. U kunt de Adobe PostScript 3-printerdriver alleen gebruiken als een van de volgende besturingssystemen op uw computer is geïnstalleerd: Microsoft Windows 98/95...
  • Pagina 121 De PostScript-printerdriver installeren voor de parallelle interface Voer de volgende procedure uit om de PostScript-printerdriver te installeren voor de parallelle interface: 1. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station. 2. Klik op Start, ga naar Settings (Instellingen) en klik op Printers.
  • Pagina 122 “De PostScript-printerdriver installeren voor de parallelle interface” wordt beschreven. Kies daarbij echter USB als poort in stap 7. Als u nog geen Epson USB-printerdriver op uw systeem hebt geïnstalleerd, voert u de volgende installatieprocedure uit. Er moet ten minste 6 MB vrije ruimte beschikbaar zijn op de vaste schijf voor installatie van de PostScript-printerdriver.
  • Pagina 123 7. Klik op Next (Volgende) om verder te gaan met de installatieprocedure. 8. Als het bestand voor de USB-printerdriver op de juiste wijze wordt herkend, wordt het bericht “EPSON USB Printer” (EPSON USB-printer) weergegeven. Klik op Next (Volgende) om verder te gaan met de installatieprocedure.
  • Pagina 124 De printerdriver installeren voor de netwerkinterface Voer de volgende procedure uit om de PostScript-printerdriver te installeren voor de netwerkinterface: Opmerking: Als u de printer wilt aansluiten via een netwerkinterface, moet u de optionele interfacekaart in de printer installeren. Er moet ten minste 6 MB vrije ruimte beschikbaar zijn op de vaste schijf voor installatie van de printerdriver.
  • Pagina 125 8. Selecteer het INF-bestand voor de versie van Windows die u gebruikt en ga door met de installatie aan de hand van de aanwijzingen op het scherm. 9. Als de installatie is voltooid, klikt u op Finish (Voltooien). Opmerking voor gebruikers van Windows ME/98/95 De printer drukt in bepaalde gevallen niet normaal af als de computer op de printer is aangesloten via de parallelle interface en de ECP-modus is ingesteld.
  • Pagina 126 Instellingen op het tabblad Paper (Papier) Paper Size (Papierformaat) Hier selecteert u het papierformaat. Deze instelling moet overeenkomen met het formaat van het in de printer geladen papier. Welke papierformaten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de printer. De standaardinstelling is A4 of Letter, afhankelijk van het land van aankoop.
  • Pagina 127 Paper Source (Papierbron) Hier selecteert u de papierbron voor de afdruktaak. De opties zijn AutoSelect Tray (Lade automatisch selecteren), MP Tray (MP-lade), Cassette 1 (Papierlade 1), Cassette 2 (Papierlade 2), Cassette 3 (Papierlade 3), Cassette 4 (Papierlade 4), Manual Feed 1st Page (Handmatige invoer 1e pagina) en Manual Feed EachPage (Handmatige invoer alle pagina's).
  • Pagina 128 Instellingen op het tabblad Graphics (Grafisch) Print Quality (Afdrukkwaliteit) Selecteer de resolutie waarbij u wilt afdrukken. De opties zijn Fast (Snel) en Quality (Kwaliteit). Als u de instelling Quality (Kwaliteit) kiest, wordt bij een hogere resolutie afgedrukt, maar neemt het afdrukken meer tijd in beslag.
  • Pagina 129 Scaling (Schaal) Met deze instelling kunt u de schaal aanpassen van de afbeelding die u wilt afdrukken. U kunt een percentage opgeven tussen 25 en 400 procent. Als u de af te drukken gegevens wilt verkleinen, kiest u een percentage kleiner dan 100. Als u de af te drukken gegevens wilt vergroten, kiest u een percentage groter dan 100.
  • Pagina 130 Do not use printer fonts (Geen printerlettertypen gebruiken) Selecteer dit keuzerondje als u wilt dat de computer altijd alle lettertypen in het af te drukken document downloadt naar de printer. Dit vertraagt het afdrukken, maar de lettertypen in de afdruk zijn gelijk aan die op het scherm. Add Euro Currency Symbol to PostScript Fonts (Eurosymbool toevoegen aan PostScript-lettertypen) Schakel dit selectievakje in om het eurosymbool toe te voegen aan...
  • Pagina 131 Available font cache (in KB) (Omvang lettertypecache (in kB)) Weergave van de hoeveelheid geheugen die is gereserveerd als lettertypecache voor Type 32-lettertypen. De printerdriver past de omvang van de lettertypecache automatisch aan in overeenstemming met de geheugeninstelling die is opgegeven bij Installable options (Optionele onderdelen).
  • Pagina 132 Start Page (Startpagina) Hier geeft u op of eerst op de voor- of op de achterzijde van de pagina moet worden afgedrukt. De opties zijn Front (Voor) en Back (Achter). Als u Back (Achter) selecteert, blijft de eerste pagina leeg. Deze instelling is alleen beschikbaar als de functie voor dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld.
  • Pagina 133 PostScript header Met deze instelling kunt u opgeven hoe header-informatie naar de printer wordt gestuurd. De opties zijn Download header with each print job (Header meesturen met elke afdruktaak) en Assume header is downloaded and retained (Ervan uitgaan dat de header al is gedownload en bewaard is gebleven). Send Header Now (Header nu verzenden) Klik op deze knop om meteen de PostScript-header-informatie naar de printer te verzenden.
  • Pagina 134 Wait timeout (Wachttime-out) Hier geeft u op hoe lang de printer op meer PostScript-gegevens van de computer moet wachten voordat de afdruktaak automatisch wordt geannuleerd. Als de opgegeven tijd is verstreken, zal de printer niet langer proberen de afdruktaak uit te voeren en wordt in plaats daarvan een foutbericht afgedrukt.
  • Pagina 135 Als u Tagged binary communications protocol (Gecodeerd binair communicatieprotocol) selecteert, worden alle gegevens met uitzondering van de gegevens voor speciale stuurtekens verzonden in 8-bits binaire indeling. De binaire indeling kan worden verzonden via parallelle en seriële communicatiepoorten waarbij de communicatie sneller verloopt dan bij het verzenden van gegevens in ASCII-indeling.
  • Pagina 136 Display alert for applications incompatible with driver features (Waarschuwingen weergeven bij incompatibiliteit van toepassingen met driverfuncties) Schakel dit selectievakje in als u wilt dat de printerdriver een waarschuwing geeft wanneer er incompatibiliteit optreedt tussen de functies van de printer en die van de toepassing van waaruit u probeert af te drukken.
  • Pagina 137: Windows Nt 4.0

    Windows NT 4.0 Wilt u afdrukken in de PostScript-modus met Windows NT 4.0, dan moet u de printerdriver installeren. Zie voor installatie- instructies de gedeelten hieronder die van toepassing zijn op de interface die u gebruikt. Opmerking: De USB-interface is niet beschikbaar voor het afdrukken in Windows NT 4.0.
  • Pagina 138 De printerdriver installeren voor de netwerkinterface Voer de volgende procedure uit om de printerdriver te installeren voor de netwerkinterface: 1. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station. 2. Klik op Start, ga naar Settings (Instellingen) en klik op Printers. 3.
  • Pagina 139 Opmerking voor gebruikers van Windows NT 4.0 In de lijst met papierformaten van de geselecteerde papierbron kunnen niet-beschikbare formaten voorkomen. Zie “Papierbronnen” op pagina 16 voor een overzicht van beschikbare papierformaten. Instellingen in het dialoogvenster Print (Afdrukken) U kunt in het dialoogvenster Print (Afdrukken), dat u opent door Print (Afdrukken) te selecteren in het menu File (Bestand) van de toepassing waarmee u werkt, afdrukinstellingen opgeven voor het huidige document.
  • Pagina 140 De opties zijn Monochrome (Monochroom) en Color (Kleur). Instellingen op het tabblad Advanced (Geavanceerd) PS3-documentinstellingen EPSON EPL-N7000 Undo Changed Option/s (Gewijzigde opties ongedaan maken) Klik op deze knop om alle in instellingen aangebrachte wijzigingen ongedaan te maken. Voor alle instellingen wordt de standaardwaarde hersteld.
  • Pagina 141 Paper/Output (Papier/Uitvoer) Paper Size (Papierformaat) Als u op het tabblad Page Setup (Pagina-instelling) een waarde hebt opgegeven voor Paper Size (Papierformaat), wordt die hier weergegeven. Als u de instelling wilt wijzigen, kiest u het papierformaat bij de opties onder in het dialoogvenster. Zie “Paper Size (Papierformaat)”...
  • Pagina 142 Graphic (Grafisch) Resolution (Resolutie) Selecteer de resolutie waarbij u wilt afdrukken. De opties zijn Fast (Snel) en Quality (Kwaliteit). Als u de instelling Quality (Kwaliteit) kiest, wordt bij een hogere resolutie afgedrukt, maar neemt het afdrukken meer tijd in beslag. Color Appearance (Afdrukken in kleur) Als u op het tabblad Page Setup (Pagina-instelling) een waarde hebt opgegeven voor Color Appearance (Afdrukken in kleur),...
  • Pagina 143 Als tekst en afbeeldingen elkaar in het document overlappen, kiest u Substitute with Device Font (Vervangen door apparaatlettertypen). Als u laadbare lettertypen gebruikt voor het afdrukken van tekst en afbeeldingen die elkaar overlappen, kunnen fouten ontstaan. Document Options (Documentopties) Page Layout (N-up) Option (Optie Paginalay-out) Geef het aantal pagina's van het document op dat u wilt afdrukken op één vel papier.
  • Pagina 144 Send PostScript Error Handler (PostScript-foutbericht versturen) Geef hier op of de printer automatisch een pagina met PostScript-foutberichten afdrukt als er in een afdruktaak een fout optreedt. De opties zijn Yes (Ja) en No (Nee). Mirrored Output (Gespiegelde uitvoer) Geef hier op of bij het afdrukken de horizontale coördinaten van de afbeelding moeten worden omgekeerd.
  • Pagina 145 Image Protect (Behoud afb.) Met deze instelling bepaalt u of u compressie met gegevensverlies wilt gebruiken als er tijdens het afdrukken geheugentekort ontstaat. De opties zijn On (Aan) en Off (Uit). Als Image Protect (Behoud afb.) is ingesteld op On (Aan), wordt geen compressie met gegevensverlies gebruikt.
  • Pagina 146 PS3-apparaatinstellingen EPSON EPL-N7000 Undo Changed Options (Wijzigingen in opties ongedaan maken) Klik op deze knop om alle in instellingen aangebrachte wijzigingen ongedaan te maken. Voor alle instellingen wordt de standaardwaarde hersteld. Deze knop is alleen actief als één of meer instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 147 Available PostScript Memory (Beschikbaar PostScript-geheugen) Hier geeft u de hoeveelheid beschikbaar PostScript-geheugen op. Het beschikbare PostScript-geheugen is een deel van het totale fysieke geheugen van de printer. De standaardinstelling wordt aanbevolen. Output Protocol (Uitvoerprotocol) Geef het protocol op dat de printer voor afdruktaken moet gebruiken.
  • Pagina 148 Send CTRL-D After Each Job (CTRL+D verzenden na elke taak) Schakel dit selectievakje in om op te geven dat het teken CTRL+D aansluitend op elk PostScript-document moet worden verzonden. Als het stuurteken CTRL+D aansluitend op het bestand (end-of-file of EOF) wordt verstuurd, worden de standaardinstellingen van de printer hersteld om ervoor te zorgen dat de huidige afdruktaak volgende afdruktaken niet zal beïnvloeden.
  • Pagina 149: Gebruikers Van Windows Xp En Windows 2000

    Maximum Font Size to Download as Bitmap (Maximale tekengrootte voor het downloaden van bitmaplettertypen) Geef de maximale tekengrootte op (in pixels) waarbij de printer TrueType-lettertypen zal downloaden als bitmaplettertype (Type 3/Type 32). Bij grotere tekengroottes zullen lettertypen worden gedownload als contourlettertype (Type 1). Installable options (Optionele onderdelen) Met de instellingen bij Installable options (Optionele onderdelen) kunt u opgeven of bepaalde optionele onderdelen zijn...
  • Pagina 150 3. Dubbelklik op het pictogram Add Printer (Printer toevoegen). Opmerking: In Windows XP klikt u in het gedeelte Printer Tasks (Printertaken) op Add a printer (Een printer toevoegen). 4. De wizard Add Printer (Printer toevoegen) verschijnt. Volg de aanwijzingen op het scherm tot u gevraagd wordt om een printermodel te selecteren.
  • Pagina 151 4. Als de installatie van de USB-printerdriver is voltooid, wordt de wizard Add Printer (Printer toevoegen) automatisch gestart. Volg de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met de installatie tot u gevraagd wordt om een printermodel te selecteren. 5.
  • Pagina 152 4. De wizard Add Printer (Printer toevoegen) verschijnt. Klik op Next (Volgende). 5. Selecteer Network printer (Netwerkprinter) in het dialoogvenster dat verschijnt. Opmerking: In Windows XP klikt u op A network printer, or a printer attached to another computer (Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden).
  • Pagina 153 Opmerking voor gebruikers van Windows XP/2000 In de lijst Paper Size (Papierformaat) in de printerdriver kunnen niet-beschikbare formaten voorkomen. Zie “Papierbronnen” op pagina 16 voor een overzicht van beschikbare papierformaten. Printerdriverinstellingen De instellingen die specifiek van toepassing zijn op uw printer, zijn te vinden op het tabblad Device Settings (Apparaatinstellingen) van het dialoogvenster Properties (Eigenschappen) van de printer.
  • Pagina 154 De opties zijn MP Tray (MP-lade), Cassette 1 (Papierlade 1), Cassette 2 (Papierlade 2), Cassette 3 (Papierlade 3), Cassette 4 (Papierlade 4), Manual Feed 1st Page (Handmatige invoer 1e pagina) en Manual Feed EachPage (Handmatige invoer alle pagina's). Welke papierbronnen echter beschikbaar zijn, is afhankelijk van de geïnstalleerde optionele onderdelen.
  • Pagina 155 Als u TBCP (Tagged Binary Communications Protocol; Gecodeerd binair communicatieprotocol) selecteert, worden alle gegevens met uitzondering van de gegevens voor speciale stuurtekens verzonden in 8-bits binaire indeling. De binaire indeling kan worden verzonden via parallelle en seriële communicatiepoorten waarbij de communicatie sneller verloopt dan bij het verzenden van gegevens in ASCII-indeling.
  • Pagina 156 Als u deze functie echter gebruikt, kan er een fout optreden bij de uitvoering van de afdruktaak als die wordt verzonden via een netwerkverbinding in plaats van via een parallelle of een seriële verbinding. Wijzig deze instelling in No (Nee), als een document dat u naar een netwerkprinter hebt gestuurd, niet wordt afgedrukt.
  • Pagina 157 Wait Timeout (Wachttime-out) Hier geeft u op hoe lang de printer op meer PostScript-gegevens van de computer moet wachten voordat de afdruktaak automatisch wordt geannuleerd. Als de opgegeven tijd is verstreken, zal de printer niet langer proberen de afdruktaak uit te voeren en wordt in plaats daarvan een foutbericht afgedrukt.
  • Pagina 158 Installable options (Optionele onderdelen) Met de instellingen bij Installable options (Optionele onderdelen) kunt u opgeven of bepaalde optionele onderdelen zijn geïnstalleerd, en zo ja, welke dat zijn. De beschikbare instellingen zijn Installed Memory (Geïnstalleerd geheugen), Lower Cassette Units (Onderste papierladen), Duplex Unit (Duplexer), Mailbox Unit (Mailbox) en HardDisk (Vaste schijf).
  • Pagina 159 Instellingen op het tabblad Paper/Quality (Papier/Kwaliteit) Paper Source (Papierbron) Hier selecteert u de papierbron voor de afdruktaak. De opties zijn Automatically Select (Automatisch selecteren), MP Tray (MP-lade), Cassette 1 (Papierlade 1), Cassette 2 (Papierlade 2), Cassette 3 (Papierlade 3), Cassette 4 (Papierlade 4), Manual Feed 1st Page (Handmatige invoer 1e pagina) en Manual Feed EachPage (Handmatige invoer alle pagina's).
  • Pagina 160 Collated (Gesorteerd) Dit selectievakje wordt alleen weergegeven als u meer dan één exemplaar opgeeft bij Copy Count (Aantal exemplaren). Schakel dit selectievakje in als u meerdere exemplaren van een document gesorteerd wilt afdrukken. Als u dit selectievakje niet selecteert, wordt elke pagina het opgegeven aantal malen afgedrukt voordat de volgende pagina wordt afgedrukt.
  • Pagina 161 Scaling (Schaal) Met deze instelling kunt u de schaal aanpassen van datgene wat moet worden afgedrukt. U kunt een percentage opgeven tussen 1 en1000 procent. Als u de af te drukken gegevens wilt verkleinen, kiest u een percentage kleiner dan 100. Als u de af te drukken gegevens wilt vergroten, kiest u een percentage groter dan 100.
  • Pagina 162 TrueType Font Download Option (Optie Laadbaar TrueType-lettertype) Hier geeft u op hoe TrueType-lettertypen naar de printer worden gedownload. De opties zijn Automatic (Automatisch), Outline (Contour, schaalbaar contourlettertype), Bitmap (bitmap- lettertype) en Native TrueType (Native TrueType, contourlettertype). PostScript Language Level (PostScript-taalniveau) Hier kunt u het PostScript-taalniveau opgeven dat moet worden gebruikt.
  • Pagina 163 RITech Hiermee geeft u op of u al dan niet RITech wilt gebruiken bij het afdrukken. Met RITech verbetert u het uiterlijk van afgedrukte regels, tekst en afbeeldingen. De opties zijn On (Aan) en Off (Uit). Toner Save Mode (Tonerbesparing) Hiermee geeft u op of u al dan de tonerbesparingsmodus wilt gebruiken bij het afdrukken.
  • Pagina 164: Help Gebruiken

    Help gebruiken Er is een Help beschikbaar voor het opgeven van printerdriverinstellingen. Er zijn twee Help-opties. Klik op Help voor meer informatie over de instellingen. Als u hulp nodig hebt bij een bepaald item, klikt u op het pictogram met het vraagteken in de rechterbovenhoek van de titelbalk van het dialoogvenster en vervolgens op de naam van de optie waar u meer over wilt weten.
  • Pagina 165 Opmerking: Zie “De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken” op pagina 71 voor meer informatie over het gebruik van de functie Reserve Job (Reserveertaak). De functie Reserve Job (Reserveertaak) kan niet worden gebruikt als de optionele vaste schijf niet in de printer is geïnstalleerd. Als u voor de afdruk meerdere exemplaren hebt geselecteerd, schakelt u de functie Collate (Sorteren) in bij de instelling van de printerdriver.
  • Pagina 166 De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken Instellingen voor de functie Reserve Job (Reserveertaak) worden uitgevoerd in de PostScript-printerdriver. Volg de onderstaande procedure om de instellingen voor de functie Reserve Job (Reserveertaak) op te geven: Opmerking: De functie Reserve Job (Reserveertaak) kan alleen worden gebruikt als printer de optionele vaste schijf bevat.
  • Pagina 167: Appletalk Gebruiken Met Windows 2000 Of

    Opmerking: Zie “De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken” op pagina 71 voor meer informatie over de afzonderlijke instellingen op het tabblad Job Settings (Taakinstellingen). AppleTalk gebruiken met Windows 2000 of Windows NT 4.0 Gebruik de volgende instellingen voor computers met Windows NT 4.0 of Windows 2000, als de printer via een netwerkinterface is verbonden met behulp van het AppleTalk-protocol.
  • Pagina 168 Hoofdstuk 5 PostScript-printerdriver gebruiken (Macintosh) De PostScript-printerdriver ....... .156 Hardwarevereisten........156 Systeemvereisten .
  • Pagina 169: De Postscript-Printerdriver

    De PostScript-printerdriver Met de PostScript 3-printerdriver kunt u documenten afdrukken die zijn opgemaakt voor PostScript-printers. In de printerdriver zijn zeventien schaalbare lettertypen opgenomen. Ondersteuning van IES (Intelligent Emulation Switch) en SPL (Shared Printer Language) stellen de printer in staat over te schakelen tussen de PostScript-modus en andere printeremulaties op het moment dat de printer afdrukgegevens ontvangt.
  • Pagina 170: Systeemvereisten

    Systeemvereisten De computer kan de Adobe PostScript 3-printerdriver alleen gebruiken als aan de volgende systeemvereisten wordt voldaan: Opmerking: De computer moet een vaste schijf hebben met ten minste 8 MB vrije ruimte. De printer moet zijn verbonden met een computer met Mac OS 8.6, 9.x of Mac OS X.
  • Pagina 171: De Postscript-Printerdriver Gebruiken Met Macintosh

    De PostScript-printerdriver gebruiken met Macintosh Gebruikers van Mac OS 8.6 en Mac OS 9.x Printerdriver installeren U installeert de PostScript 3-printerdriver met het installatieprogramma dat deel uitmaakt van de printersoftware. Controleer voordat u de printerdriver installeert, of u over minstens 3,1 MB vrije ruimte beschikt op de harde schijf. Het installatieprogramma werkt in twee installatiemodi: Standaardinstallatie en Speciale installatie.
  • Pagina 172 Volg de onderstaande procedure om de printerdriver te installeren: 1. Zet de Macintosh zo nodig aan. 2. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station. 3. Dubbelklik op het pictogram CD-ROM en vervolgens op Adobe PS, Mac OS 9 en English (Engels). 4.
  • Pagina 173 Raadpleeg de Network Guide (Netwerkhandleiding), als u twee of meer EPSON-printers van hetzelfde model aansluit met AppleTalk en u de printer een andere naam wilt geven. Speciale installatie Als op de Macintosh automatisch toepassingen worden gestart (bijvoorbeeld een antivirusprogramma) op het moment dat u de computer aanzet, sluit u die toepassingen af voordat u het installatieprogramma start.
  • Pagina 174 4. Als de installatie is voltooid, klikt u op Quit (Stop). 5. Start de computer opnieuw. Daarmee voltooit u de installatie van de printersoftware. U moet nu de printerdriver selecteren zoals in het volgende gedeelte wordt beschreven. Als u na een speciale installatie niet kunt afdrukken, voert u een standaardinstallatie uit zodat alle noodzakelijke bestanden naar de computer worden gekopieerd.
  • Pagina 175 Voor optimale resultaten sluit u de printer rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer. Als u meerdere USB-hubs moet gebruiken, raden we u aan de printer aan te sluiten op de eerste hub in de reeks. Als de printer op de Macintosh is aangesloten via een USB-poort, kunt u niet handmatig tweezijdig afdrukken.
  • Pagina 176 2. Er wordt een dialoogvenster als het onderstaande weergegeven. Selecteer AdobePS in het pop-upmenu With (Met), klik op Printer (USB) in de lijst Create Desktop (Maak Bureaublad) en klik vervolgens op OK. 3. Klik op Change (Wijzig) bij USB Printer Selection (Selecteer een USB-printer) in het dialoogvenster dat voor het selecteren van de USB-printer verschijnt.
  • Pagina 177 4. Klik op Auto Setup (Automatische configuratie) om het PPD-bestand (PostScript Printer Description) te selecteren. Als een PPD-bestand wordt geselecteerd, wordt de geselecteerde printernaam weergegeven onder het printerpictogram. Als de printernaam onjuist is, klikt u op Change (Wijzig) en selecteert u het juiste PPD-bestand. De PPD-bestanden worden bewaard in System Folder\Extensions\Printer Descriptions.
  • Pagina 178 5. Klik op Create (Maak aan) onder in het dialoogvenster nadat u de USB-printer en het PPD-bestand hebt geselecteerd. Het pictogram van de USB-printer wordt weergegeven op het bureaublad. U kunt nu afdrukken met de printer die via de USB-poort op uw computer is aangesloten.
  • Pagina 179 Volg de onderstaande procedure om de printer te selecteren: 1. Klik op Chooser (Kiezer) in het Apple-menu. Het dialoogvenster Chooser (Kiezer) verschijnt. 2. Controleer of AppleTalk is geactiveerd. 3. Klik op het pictogram AdobePS om het te selecteren. De naam van de printer verschijnt in het vak Select a PostScript Printer (PostScript-printer selecteren).
  • Pagina 180 5. Klik op Create (Maak aan). Er verschijnt een bericht waarin wordt gemeld dat de installatie is voltooid. Het dialoogvenster Chooser (Kiezer) verschijnt weer. (De knop Create (Maak aan) wordt vervangen door de knop Setup (Installeer).) Klik om te bevestigen dat de installatie succesvol is verlopen op de knop Setup (Installeer) in het dialoogvenster Chooser (Kiezer) en klik vervolgens op Printer Info (Printerinfo) en Configure (Configureer) en controleer de instellingen.
  • Pagina 181 3. Selecteer een printermodel en klik op Select (Selecteren). Klik op Cancel (Annuleer) als u de installatie wilt onderbreken van de PPD die u hebt geselecteerd. Herhaal stap 5 hiervoor om te proberen de printer opnieuw te installeren. Opmerking: Als QuickDrawGX is geïnstalleerd, moet u deze uitschakelen in Extensiebeheer voordat u de PostScript 3-printerdriver van Adobe kunt gebruiken.
  • Pagina 182 Volg de onderstaande procedure om ballonhelp te gebruiken als het dialoogvenster Print of Page Setup (Pagina-instelling) wordt weergegeven: 1. Klik op het menu Help en selecteer vervolgens Show Balloons (Toon helpballonnen). 2. Plaats de cursor op het item waarvoor u de Help wilt weergeven.
  • Pagina 183 Het dialoogvenster Page Setup (Pagina-instelling) Als u in het menu File (Archief) Page Setup (Pagina-instelling) kiest, wordt het onderstaande dialoogvenster geopend. Het dialoogvenster kan er afhankelijk van de toepassing waarin het wordt geopend, iets anders uitzien. Het dialoogvenster bevat vier tabbladen met configuratie-opties: Page Attributes (Paginakenmerken), Watermark (Watermerk), PostScript Options (PostScript-opties) en Custom Page Default (Aangepaste...
  • Pagina 184 Orientation (Richting) Hier kunt u opgeven of de pagina staand of liggend wordt afgedrukt. Scale (Vergroot) Met deze instelling kunt u de schaal aanpassen van datgene wat moet worden afgedrukt. U kunt een percentage opgeven tussen 25 en 400 procent. De standaardinstelling is 100%. Als u de af te drukken gegevens wilt verkleinen, kiest u een percentage kleiner dan 100.
  • Pagina 185 Selecteer dit keuzerondje om alle watermerken met het EPS-formaat die beschikbaar zijn in het pop-upmenu Watermark (Watermerk) weer te geven. TEXT Selecteer dit keuzerondje om alle watermerken met het TEXT-formaat die beschikbaar zijn in het pop-upmenu Watermark (Watermerk) weer te geven. Foreground (Voorgrond) Selecteer dit keuzerondje als u het watermerk in de voorgrond van het document wilt afdrukken, dat wil zeggen over de tekst...
  • Pagina 186 Invert Image (Inverteer afbeelding) Selecteer dit keuzerondje als u de afbeelding of de tekst op de pagina wilt inverteren zodat dat wat zwart was, wit wordt afgedrukt, en omgekeerd. Image and Text (Afbeelding en tekst) Substitute Fonts (Vervangingslettertypen) Selecteer dit keuzerondje om de printer toe te staan bij het afdrukken te werken met vervangingslettertypen.
  • Pagina 187 Pop-upmenu Paper size (Papierformaat) In dit pop-upmenu wordt automatisch het papierformaat weergegeven dat is geselecteerd op het tabblad Page Attributes (Paginakenmerken). U kunt een ander papierformaat kiezen door op het menu te klikken en het voor aanpassing gewenste papierformaat te selecteren. Paper Size (Papierformaat) Geef voor de aangepaste pagina de gewenste waarden op voor Width (Breedte), Height (Hoogte) en Offset (Marge).
  • Pagina 188 Het dialoogvenster Print Als u in het menu File (Archief) Print kiest, wordt het onderstaande dialoogvenster geopend. Het dialoogvenster kan er afhankelijk van de toepassing waarin het wordt geopend, iets anders uitzien. Dit dialoogvenster bevat diverse tabbladen met configuratie-opties, bijvoorbeeld General (Algemeen), Background Printing (Afdrukken in achtergrond), Cover Page (Voorblad), Layout (Lay-out), Error Handling (Foutafhandeling), PostScript Settings (PostScript-instellingen) en Printer Setting...
  • Pagina 189 General (Algemeen) Copies (Aantal) Hier geeft u op hoeveel exemplaren u wilt afdrukken van het document. Geef een getal op tussen 1 (standaard) en 32.000. Collate (Sorteer) Schakel dit selectievakje in als u meerdere exemplaren wilt afdrukken van een document dat meerdere pagina's bevat, zodat de pagina's van elk exemplaar in volgorde worden afgedrukt.
  • Pagina 190 Remaining from (Overige pagina's) Hier selecteert u de papierbron voor de rest van het document na de eerste pagina. Opmerking: Cassette 2 (Papierlade 2), Cassette 3 (Papierlade 3) en Cassette 4 (Papierlade 4) kunnen alleen worden geselecteerd als de desbetreffende papierladen zijn geïnstalleerd op de printer. Als u afdrukt op een aangepast papierformaat dat u hebt gemaakt op het tabblad Custom Page Default (Aangepaste paginastandaard) in het dialoogvenster Page Setup...
  • Pagina 191 Normal (Normaal) Selecteer dit keuzerondje om deze afdruktaak aan het einde van de huidige wachtrij toe te voegen. Print at (Afdrukken om) Selecteer dit keuzerondje om een datum en een tijd op te geven voor het afdrukken van het document. Put Document on Hold (Document in wachtstand) Selecteer dit keuzerondje om het document aan de wachtrij toe te voegen, maar niet af te drukken.
  • Pagina 192 Opmerking: Cassette 2 (Papierlade 2), Cassette 3 (Papierlade 3) en Cassette 4 (Papierlade 4) kunnen alleen worden geselecteerd als de desbetreffende optionele papierladen zijn geïnstalleerd in de printer. Lay-out Pages Per Sheet (Pagina's per vel) Geef het aantal pagina's van het document op dat u wilt afdrukken op één vel papier.
  • Pagina 193 Transverse (Draaien) Hiermee kunt u opgeven of het aangepaste papier moet worden gedraaid. Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar als u het aangepaste papier hebt geselecteerd. Error Handling (Foutafhandeling) Bij een PostScript-fout: No special reporting (Geen rapport) Als u dit keuzerondje selecteert, worden PostScript-fouten niet gerapporteerd.
  • Pagina 194 Data format (Gegevensstructuur) ASCII Selecteer dit keuzerondje als u van plan bent het document achteraf te bewerken. Het bestand wordt bewaard als ASCII-bestand of als tekstbestand. Binary (Binair) Selecteer dit keuzerondje om het bestand op te slaan als binair bestand. Binaire bestanden zijn per definitie kleiner dan ASCII-bestanden.
  • Pagina 195 MediaType (Papiersoort) Hier selecteert u de papiersoort voor het afdrukken. De opties zijn Normal (Normaal), Thick (Zwaar), Thick N (Zwaar N), Rough (Klad) en Transparency (Transparant). Wees zorgvuldig bij het selecteren van de juiste papiersoort om inktvlekken en het verspillen van inkt te vermijden. Density (Dichtheid) Hiermee kunt u de afdrukdichtheid instellen.
  • Pagina 196: Gebruikers Van Mac Os X

    Image Protect (Behoud afbeelding) Met deze instelling bepaalt u of u compressie met gegevensverlies wilt gebruiken als er tijdens het afdrukken een geheugentekort ontstaat. De opties zijn On (Aan) en Off (Uit). Als Image Protect is ingesteld op On (Aan), wordt geen compressie met gegevensverlies gebruikt.
  • Pagina 197 Installeer de printerdriver als volgt: 1. Zet de Macintosh zo nodig aan. 2. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station. 3. Dubbelklik op het pictogram CD-ROM en dubbelklik op Adobe PS. 4. Dubbelklik op Mac OS X en vervolgens op PS Installer (PS-installatieprogramma).
  • Pagina 198 Opmerking: U kunt in de PostScript 3-modus geen FireWire gebruiken voor de verbinding. Hoewel EPSON FireWire verschijnt in het pop-upmenu van de interface, kunt u die techniek niet gebruiken met de PostScript 3-printerdriver. U moet de instellingen voor geïnstalleerde optionele onderdelen handmatig opgeven als u de printer aansluit met behulp van USB, IP Printing (Afdrukken via IP) of Rendezvous.
  • Pagina 199 AppleTalk Voer de volgende procedure uit om de printer te selecteren als voor de verbinding AppleTalk wordt gebruikt: 1. Ga naar de map Utilities (Hulpprogramma's) in de map Applications (Programma's) en dubbelklik vervolgens op Print Center (Afdrukbeheer). Het venster Printer List (Printerlijst) verschijnt. Opmerking: Als u Print Center (Afdrukbeheer) voor het eerst start, of als er nog geen printer aan Print Center is toegevoegd, wordt het volgende...
  • Pagina 200 3. Kies in het venster dat verschijnt uit het pop-upmenu AppleTalk. Opmerking: Zorg dat u AppleTalk selecteert. Selecteer niet EPSON AppleTalk, want dat kunt u voor de PostScript 3-printerdriver niet gebruiken. 4. Selecteer de printernaam in de lijst met namen en kies vervolgens Auto Select (Automatische selectie) in het pop-upmenu Printer Model (Printermodel).
  • Pagina 201 Afdrukken via IP Voer de volgende procedure uit om de printer te selecteren als u afdrukt via IP: Opmerking: Zorg dat u ASCII kiest als gegevensstructuur in de toepassing. Binaire gegevens kunnen bij het afdrukken via IP niet goed worden afgedrukt. 1.
  • Pagina 202 3. Kies in het venster dat verschijnt uit het pop-upmenu IP Printing (Afdrukken via IP). Opmerking: Zorg dat u IP Printing (Afdrukken via IP) selecteert. Selecteer niet EPSON TCP/IP, want dat kunt u voor de PostScript 3- printerdriver niet gebruiken. 4. Het IP-adres van de printer opgeven. Opmerking: Raadpleeg de netwerkhandleiding of de netwerkbeheerder voor informatie over het IP-adres voor de printer.
  • Pagina 203 6. Selecteer Epson uit het pop-upmenu Printer Model (Printermodel). De keuzelijst Model Name (Modelnaam) wordt getoond. 7. Selecteer het printermodel in de lijst Model Name (Modelnaam). 8. Klik op Add (Voeg toe). Het IP-adres van de printer wordt automatisch toegevoegd als printernaam aan de lijst met printers.
  • Pagina 204 2. Ga naar de map Utilities (Hulpprogramma's) in de map Applications (Programma's) en dubbelklik vervolgens op Print Center (Afdrukbeheer). Het venster Printer List (Printerlijst) verschijnt. Opmerking: Als u Print Center (Afdrukbeheer) voor het eerst start, of als er nog geen printer aan Print Center (Afdrukbeheer) is toegevoegd, wordt het volgende scherm weergegeven.
  • Pagina 205 De naam van de printer verschijnt automatisch in de lijst met namen. Opmerking: Zorg ervoor dat u USB selecteert. Selecteer niet EPSON USB, want dat kunt u voor de PostScript 3-printerdriver niet gebruiken. 5. Controleer of het printermodel is geselecteerd in de Printer Model list (lijst Printermodel).
  • Pagina 206 8. Selecteer Installable Options (Installatiemogelijkheden) in het pop-upmenu en geef de noodzakelijke instellingen op. 9. Klik op Apply Changes (Pas wijzigingen toe) en sluit vervolgens het dialoogvenster Printer Info (Printerinfo). 10. Stop Print Center (Afdrukbeheer). Rendezvous U kunt de printer op twee manieren selecteren als de verbinding tot stand wordt gebracht via Rendezvous.
  • Pagina 207 Opmerking: Als u Print Center (Afdrukbeheer) voor het eerst start, of als er nog geen printer aan Print Center (Afdrukbeheer) is toegevoegd, wordt het volgende scherm weergegeven. Klik op Add (Voeg toe) en ga door met stap 3. 2. Klik op Add (Voeg toe) in het venster Printer List (Printerlijst). U kunt ook Add Printer (Voeg printer toe) selecteren in het menu Printers.
  • Pagina 208 4. Selecteer de printer in de lijst met namen. Aan de printernaam moet (PostScript) zijn toegevoegd. 5. Controleer of het printermodel is geselecteerd in de Printer Model list (lijst Printermodel). Opmerking: Als uw printermodel niet automatisch wordt geselecteerd in de lijst Printer Model (Printermodel), zult u de PostScript-printerdriver opnieuw moeten installeren.
  • Pagina 209 De installatie-instellingen voor de printer wijzigen U kunt de installatie-instellingen voor de printer eenvoudig wijzigen of bijwerken. Het betreft instellingen voor de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en instellingen waarmee u aangeeft of optionele onderdelen zoals de duplexmodule en de onderste papierlade zijn geïnstalleerd of niet. Ga als volgt te werk om de installatie-instellingen voor de printer te wijzigen: 1.
  • Pagina 210 Print, dialoogvenster: Alle andere afdrukinstellingen, bijvoorbeeld papierbron, resolutie en overige PostScript- instellingen zijn ondergebracht in dit dialoogvenster. Welke instellingen uiteindelijk beschikbaar zijn, verschilt per toepassing. Het dialoogvenster Page Setup (Pagina-instelling) Als u in het menu File (Archief) Page Setup (Pagina-instelling) kiest, wordt het dialoogvenster Page Setup geopend.
  • Pagina 211 Scale (Schaal) Met deze instelling kunt u de schaal aanpassen van datgene wat moet worden afgedrukt. U kunt een percentage opgeven tussen 25 en 400 procent. De standaardinstelling is 100%. Als u de af te drukken gegevens wilt verkleinen, kiest u een percentage kleiner dan 100.
  • Pagina 212 Margins (Marges) Geef de gewenste waarden op voor de marges Top (Boven), Bottom (Onder), Left (Links) en Right (Rechts). Summary (Overzicht) Weergave van alle instellingen in het dialoogvenster Page Setup (Pagina-instelling). Het dialoogvenster Print Als u in het menu File (Archief) van de toepassing Print kiest, wordt het dialoogvenster Print geopend.
  • Pagina 213 Copies & Pages (Kopieën & pagina's) Copies (Kopieën) Hier geeft u op hoeveel exemplaren u wilt afdrukken van het document. Geef een getal op tussen 1 (standaard) en 32.000. Selecteer de optie Collate (Gesorteerd) als u meerdere exemplaren van een meerdere pagina's omvattend document afdrukt zodat de pagina's van elk exemplaar in volgorde worden afgedrukt.
  • Pagina 214 Border (Rand) Hier geeft u op of bij het afdrukken een rand om de pagina's wordt gezet. De opties zijn none (Geen), Single hairline (Enkele haarlijn), Single thin line (Enkele dunne lijn), Double hairline (Dubbele haarlijn) en Double thin line (Dubbele dunne lijn). Duplex (Dubbelzijdig) Print on Both Sides (Druk af op beide zijden) Zet een kruisje in dit selectievakje als u op beide zijden van het...
  • Pagina 215 Error Handling (Foutafhandeling) PostScript Errors (PostScript-fouten) Hiermee kunt u opgeven of PostScript-fouten moeten worden gerapporteerd. De opties zijn No special reporting (Geen rapport) en Print detailed report (Druk gedetailleerd rapport af). Paper Feed (Papierinvoer) All pages from (Alle pagina's uit) Hier selecteert u de papierbron voor de afdruktaak.
  • Pagina 216 Printerkenmerken Resolution (Resolutie) Selecteer de resolutie waarbij u wilt afdrukken. De opties zijn Fast (Snel) en Quality (Kwaliteit). Als u de instelling Quality (Kwaliteit) kiest, wordt bij een hogere resolutie afgedrukt, maar neemt het afdrukken meer tijd in beslag. Density (Dichtheid) Hiermee kunt u de afdrukdichtheid instellen.
  • Pagina 217 Separations (Kleurscheidingen) Met deze instelling kunt u de kleur selecteren voor het afdrukken van kleurscheidingen. De opties zijn None (Geen), Cyan (Cyaan), Magenta (Magenta), Yellow (Geel) en Black (Zwart). MediaType (Papiersoort) Hier selecteert u de papiersoort voor het afdrukken. De opties zijn Normal (Normaal), Thick (Zwaar), Thick N (Zwaar N), Rough (Klad) en Transparency (Transparant).
  • Pagina 218 Hoofdstuk 6 Printer instellen in een netwerk Printer delen ..........206 De printer als een gedeelde printer configureren.
  • Pagina 219: Printer Delen

    Printer delen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een printer kunt delen in een gewoon Windows-netwerk. De computers in een netwerk kunnen een printer delen die rechtstreeks op een van de computers is aangesloten. De computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer is de afdrukserver.
  • Pagina 220: De Printer Als Een Gedeelde Printer Configureren

    Opmerking: Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 86 voor meer informatie. Als u een afdrukserver met Windows ME, 98 of 95 gebruikt,...
  • Pagina 221 1. Dubbelklik op het pictogram Printers in het Configuratiescherm. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON EPL-N7000 Advanced en klik op Sharing (Delen) in het menu dat wordt weergegeven. 3. Selecteer Shared As (Gedeeld als), typ de naam in het vak Share Name (Sharenaam) en klik op OK.
  • Pagina 222: Extra Driver Gebruiken

    Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden. Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 86 voor meer informatie.
  • Pagina 223 Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON EPL-N7000 Advanced en klik op Sharing (Delen) in het menu dat wordt weergegeven. Als het volgende menu verschijnt in Windows XP, klikt u op...
  • Pagina 224 In Windows XP selecteert u Share this printer (Deze printer delen) en typt u de naam in het vak Share Name (Sharenaam). Opmerking: Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden. 4. Selecteer de extra drivers die u wilt installeren. Opmerking: Als de afdrukserver en de clientcomputers hetzelfde besturingssysteem gebruiken, hoeft u geen extra drivers te...
  • Pagina 225 Afdrukserver met Windows NT 4.0 Selecteer het Windows-besturingssysteem van de clients. Selecteer bijvoorbeeld Windows 95 om de extra driver voor clients met Windows ME, 98 of 95 te installeren. Klik vervolgens op OK. Opmerking: U hoeft Windows NT 4.0x86 niet te selecteren omdat deze driver al is geïnstalleerd.
  • Pagina 226 Afdrukserver met Windows XP of 2000 Klik op Additional Drivers (Extra stuurprogramma's). Selecteer het Windows-besturingssysteem van de clients en klik vervolgens op OK. Clients met Selecteer Intel Windows 95 or 98 (and Windows ME, 98 Me) (Intel Windows 95 of 98 (en ME)) of 95 Clients met Selecteer Intel Windows NT 4.0 or...
  • Pagina 227 Opmerking: U hoeft de extra driver voor Intel Windows 2000 (of XP) niet te installeren, omdat deze vooraf is geïnstalleerd. Selecteer geen andere extra drivers dan Intel Windows 95 of 98 (en ME) en Intel Windows NT 4.0 of 2000. De overige extra drivers zijn niet beschikbaar.
  • Pagina 228: Clientcomputers Instellen

    Windows NT 4.0 installeert. Opmerking: Controleer de volgende items als de printer wordt gedeeld: U moet EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 86 voor meer informatie.
  • Pagina 229 U kunt de extra driver niet gebruiken voor het besturingssysteem van het serversysteem. Wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt gebruiken op de clients, moet u de printerdriver en EPSON Status Monitor 3 vanaf de cd-rom installeren op elke client.
  • Pagina 230 4. Klik op Browse (Bladeren) om het dialoogvenster Browse for Printer (Zoeken naar printer) weer te geven. Opmerking: U kunt ook \\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer) typen in het netwerkpad of het vak voor de wachtrijnaam.
  • Pagina 231 6. Klik op Next (Volgende). Opmerking: Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige printerdriver selecteren. Wanneer u hierom wordt gevraagd, selecteert u de betreffende printerdriver. Ga verder met de volgende stap als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows ME, 98 of 95 is of de extra driver voor Windows ME, 98 of 95 is geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP, 2000 of NT 4.0.
  • Pagina 232 Als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows NT 4.0 is, controleert u de volgende items: Op de afdrukserver met Windows NT 4.0 is Windows NT 4.0 x86 de extra driver voor clients met Windows XP of 2000. Deze driver is vooraf geïnstalleerd als printerdriver voor Windows NT 4.0.
  • Pagina 233 In Windows XP klikt u op Add a printer (Een printer toevoegen) in het menu Printer Tasks (Printertaken). 3. Selecteer Network printer (Netwerkprinter) (Windows 2000) of A network printer, or a printer attached to another computer (Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden) (Windows XP) en klik op Next (Volgende).
  • Pagina 234 Opmerking: U kunt ook \\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer) typen in het netwerkpad of het vak voor de wachtrijnaam. U hoeft de naam van de gedeelde printer niet in te voeren. In Windows XP selecteert u het keuzerondje Browse for a printer (Een printer zoeken).
  • Pagina 235 Opmerking: De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer. Neem contact op met de netwerkbeheerder over de naam van de gedeelde printer. Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige printerdriver selecteren.
  • Pagina 236 Windows NT 4.0 Wanneer u ten minste hoofdgebruikersrechten voor de computer hebt, kunt u de printerdriver installeren voor de gedeelde printer, ongeacht of u de beheerder bent. Voer de volgende procedure uit om de clients met Windows NT 4.0 in te stellen: 1.
  • Pagina 237 Opmerking: U kunt ook \\(naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(naam van de gedeelde printer) typen voor het netwerkpad of het vak voor de wachtrijnaam. De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer.
  • Pagina 238: Appletalk Gebruiken Met Windows 2000 Of

    AppleTalk gebruiken met Windows 2000 of Windows NT 4.0. Gebruik de volgende instellingen voor computers met Windows NT 4.0 of Windows 2000 als de printer met een optionele netwerkkaart is aangesloten op het netwerk via het AppleTalk- protocol. Gebruik SelecType om Emulation Mode-AUX (Emulatiemodus AUX) in te stellen op PS3.
  • Pagina 239 De schermafbeeldingen op de volgende pagina's kunnen verschillen van die op uw computer, afhankelijk van de versie van Windows die u gebruikt. Opmerking: Als u de printerdriver installeert op een client met Windows XP, 2000 of NT 4.0, moet u zich als beheerder aanmelden bij Windows XP, 2000 of NT 4.0.
  • Pagina 240 De naam van de map verschilt, afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem. Besturingssysteem van Mapnaam client Windows ME, 98 of 95 \<Taal>\WIN9X Windows XP of 2000 \<Taal>\WIN2000 Windows NT 4.0 \<Taal>\WINNT40 3. Selecteer de printernaam en klik op OK. Volg de instructies op het scherm.
  • Pagina 241 Printer instellen in een netwerk...
  • Pagina 242 Hoofdstuk 7 Optionele onderdelen installeren Papiereenheid voor 500 vellen A3......230 Mailbox met vier laden ........235 Duplexmodule .
  • Pagina 243: Papiereenheid Voor 500 Vellen A3

    Papiereenheid voor 500 vellen A3 De volgende tabel bevat de papiersoorten en -formaten die u in de optionele papiereenheid voor 500 vellen A3 kunt gebruiken. Papiersoort Papierformaat Capaciteit Gewoon papier A3, A4, B4, B5 Maximaal 550 vellen B (Ledger) (64 g/m²) Letter (LT), Maximaal 500 vellen Legal (LGL),...
  • Pagina 244 Waarschuwing: Als u de printer niet op de juiste wijze optilt, bestaat de kans dat u de printer laat vallen. Dit kan letsel tot gevolg hebben. De papiereenheid voor 500 vellen A3 installeren U kunt maximaal drie optionele papierladen op de printer installeren.
  • Pagina 245 2. Haal de papiereenheid voor 500 vellen A3 voorzichtig uit de doos. Opmerking: Controleer of de vier schroeven bij de optionele papierlade zijn geleverd. Verwijder het verpakkingsmateriaal van de papierlade. Bewaar alle verpakkingsmaterialen voor het geval u de eenheid vaker moet vervoeren. 3.
  • Pagina 246 4. Maak de achterkant van de papiereenheid vast op de printer met twee van de bijgeleverde schroeven en twee metalen onderdelen, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: Draai de schroeven vast met een munt. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 247 5. Verwijder de papierlade uit de printer en maak de voorkant van de eenheid vast op de printer met de twee overgebleven schroeven, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: Als u meerdere eenheden installeert, maakt u alle eenheden op dezelfde manier goed vast. 6.
  • Pagina 248: Mailbox Met Vier Laden

    Opmerking: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Klik op Update the Printer Option Info Manually (Informatie over de printeroptie handmatig bijwerken) in het menu Optional Settings (Optionele instellingen) en klik vervolgens op Settings (Instellingen).
  • Pagina 249 1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder alle interfacekabels uit de interfaceconnectors. 2. Schuif de vergrendeling naar rechts en open de voorklep. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 250 3. Verwijder de achterkant van de voorklep door de vier stoppers naar buiten te trekken en de achterkant omhoog te tillen, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: Trek voorzichtig aan de stoppers. Als u te hard trekt, kunt u de stoppers beschadigen. Bewaar de achterkant van de voorklep op een veilige plaats.
  • Pagina 251 4. Verwijder de twee beschermingsonderdelen aan de achterkant van de voorklep. Opmerking: Bewaar de twee beschermingsonderdelen op een veilige plaats. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 252 5. Sluit de voorklep door er stevig op te duwen totdat de klep vastklikt. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 253 6. Installeer de basiseenheid van de mailbox met vier laden. Zorg dat de metalen pinnen aan beide kanten van de eenheid worden uitgelijnd met de bijbehorende gaten op de printer. Trek de eenheid vervolgens naar voren zodat deze zich op de printer bevindt.
  • Pagina 254 Opmerking: Bewaar de moersleutel na gebruik op een veilige plaats. 8. Installeer de hoofdeenheid van de mailbox met vier laden op de basiseenheid. Plaats de eenheid met de twee pinnen aan de onderkant van de hoofdeenheid in de gaten op de basiseenheid en zorg dat de eenheid vastklikt.
  • Pagina 255 9. Verwijder het klepje van de connector aan de linkerkant van de printer, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: Bewaar het klepje van de connector op een veilige plaats. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 256 10. Sluit de kabel van de hoofdeenheid aan op de connector aan de linkerkant van de printer. Duw op de stekker totdat deze vastklikt. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 257 11. Bevestig vier uitvoerladen op de hoofdeenheid door de pinnen aan beide kanten van de laden in de sleuven van de hoofdeenheid te plaatsen. Opmerking: Bevestig eerst de onderste lade. Bevestig vervolgens de daaropvolgende lade, totdat u de bovenste lade bereikt. 12.
  • Pagina 258 Opmerking: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Klik op Update the Printer Option Info Manually...
  • Pagina 259 Let op: Verplaats de hoofdeenheid van de mailbox met vier laden naar de achterkant van de printer voordat u de voorklep opent. Trek de eenheid terug naar de oorspronkelijke positie nadat u de voorklep hebt gesloten zodat de eenheid op het achterste gedeelte van de printer staat.
  • Pagina 260 Trek de stopper uit nadat u de voorklep hebt geopend om de klep vast te zetten, zoals hierna wordt weergegeven. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 261 Duw de stopper terug naar de oorspronkelijke positie voordat u de voorklep sluit. Maak de aansluitkabel los en verwijder de hoofdeenheid van de mailbox met vier laden van de printer als u de printer verplaatst (ongeacht de afstand tot de nieuwe locatie). Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 262 De mailbox met vier laden verwijderen Voer de volgende procedure uit om de mailbox met vier laden te verwijderen van de printer: 1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder alle interfacekabels uit de interfaceconnectors. 2.
  • Pagina 263 4. Duw de knoppen onderaan de zijden van de hoofdeenheid in, zoals hieronder wordt weergegeven. Til de eenheid vervolgens omhoog om deze te verwijderen van de printer. 5. Verwijder de twee schroeven waarmee de basiseenheid is vastgemaakt en verwijder vervolgens de eenheid van de printer.
  • Pagina 264: Duplexmodule

    Duplexmodule De volgende tabel bevat de papiersoorten en -formaten die u in de optionele duplexmodule kunt gebruiken. Papiersoort Papierformaat Gewoon papier A3, A4, A5, B4, B5, F4, B (Ledger) (60 tot 90 g/m²) Letter (LT), Half-Letter (HLT), Legal (LGL), Executive (EXE), Government Letter (GLT), Government Legal (GLG) Duplexmodule installeren Voer de volgende procedure uit om de duplexmodule te...
  • Pagina 265 2. Verwijder het luchtfilter aan de achterkant van de printer, zoals hieronder wordt weergegeven. 3. Verwijder de afdekplaat voor de duplexmodule, zoals hieronder wordt weergegeven. Maak de schroef los met de bijgeleverde moersleutel. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 266 Opmerking: Bewaar de klep en de schroef op een veilige plaats. 4. Installeer de duplexmodule op de printer. Haak de twee pinnen onder aan de eenheid in de onderste rand van de opening achter op de printer, zoals hieronder wordt weergegeven. Let op: Houd het bovenste gedeelte van de duplexmodule met één hand vast totdat u deze in de volgende stap op de printer...
  • Pagina 267 5. Maak de duplexmodule goed vast op de printer met de twee schroeven. Gebruik de moersleutel die bij het apparaat wordt geleverd. Opmerking: Bewaar de moersleutel na gebruik op een veilige plaats. 6. Sluit alle interfacekabels en het netsnoer weer aan. 7.
  • Pagina 268: Vaste Schijf

    Opmerking: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Klik op Update the Printer Option Info Manually (Informatie over de printeroptie handmatig bijwerken) in het menu Optional Settings (Optionele instellingen) en klik vervolgens op Settings (Instellingen).
  • Pagina 269 Opmerking: Installeert u tegelijkertijd de optionele mailbox met vier laden, dan moet u eerst de vaste schijf installeren en vervolgens de mailbox met vier laden. Als er al een optionele mailbox met vier laden op de printer is geïnstalleerd, verwijdert u eerst de mailbox met vier laden. Vervolgens installeert u de vaste schijf en plaatst u de mailbox met vier laden terug.
  • Pagina 270 4. Draai de twee schroeven aan de rechterbovenkant van de printer los. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 271 5. Draai de twee schroeven aan de rechteronderkant van de printer los. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 272 6. Verwijder het rechterpaneel. Waarschuwing: Als u andere schroeven of panelen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. 7. Zoek de connector voor de vaste schijf op de printplaat. De locatie wordt hieronder aangegeven. Connector voor de vaste schijf Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 273 8. Sluit het ene uiteinde van de kabel die bij de vaste schijf wordt geleverd aan op de connector op de vaste schijf. Opmerking: Er worden twee kabels geleverd bij de vaste schijf. Gebruik de kortste kabel. 9. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de connector voor de vaste schijf op de printplaat.
  • Pagina 274 10. Maak de schijf vast met de bijgeleverde schroeven. Let op: Zorg dat u de kabel niet beschadigt bij het vastdraaien van de schroeven. Verwijder geen modules van de printplaat. Anders werkt de printer niet. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 275 11. Plaats het rechterpaneel terug, zoals hieronder wordt weergegeven. Plaats de twee pinnen onder aan het paneel in de gaten aan de rechterkant van de printer en plaats vervolgens de drie uitstekende delen aan de linkerkant van het paneel in de bijbehorende gaten op de printer.
  • Pagina 276 12. Maak het rechterpaneel vast met de schroeven. Aan de onderkant van het rechterpaneel Aan de bovenkant van het rechterpaneel Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 277 13. Sluit de voorklep door er stevig op te duwen totdat de klep vastklikt. 14. Sluit alle interfacekabels en het netsnoer weer aan. 15. Sluit het netsnoer van de printer vervolgens op een stopcontact aan. 16. Zet de printer aan. Druk een statusvel af met het bedieningspaneel van de printer om te controleren of de vaste schijf juist is geïnstalleerd.
  • Pagina 278: Vaste Schijf Formatteren

    Opmerking: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Klik op Update the Printer Option Info Manually (Informatie over de printeroptie handmatig bijwerken) in het menu Optional Settings (Optionele instellingen) en klik vervolgens op Settings (Instellingen).
  • Pagina 279: Geheugenmodule

    Wilt u alleen de lettertypen wissen die in de PostScript 3-modus zijn geïnstalleerd, dan voert u stap 1 en 2 hierboven uit en selecteert PS3 HDD Init (Vaste schijf met PS3 initialiseren) in plaats van HDD Format (Vaste-schijfformaat) in stap 3. Als u een vaste schijf uit een ander product hebt geïnstalleerd, formatteert u de vaste schijf met deze functie.
  • Pagina 280 Opmerking: Installeert u tegelijkertijd de optionele mailbox met vier laden, dan moet u eerst de geheugenmodule installeren en vervolgens de mailbox met vier laden. Als er al een optionele mailbox met vier laden op de printer is geïnstalleerd, verwijdert u eerst de mailbox met vier laden. Vervolgens installeert u de geheugenmodule en plaatst u vervolgens de mailbox met vier laden.
  • Pagina 281 3. Draai de twee schroeven aan de rechterbovenkant van de printer los. 4. Verwijder de twee schroeven aan de rechteronderkant van de printer. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 282 5. Verwijder het rechterpaneel. Waarschuwing: Als u andere schroeven of panelen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. 6. Bepaal de locatie van de geheugensleuf. De locatie wordt hieronder aangegeven. Geheugenmodule Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 283 7. Duw de klemmen aan beide kanten van de geheugensleuf naar buiten. 8. Zorg dat de inkepingen van de geheugenmodule zijn uitgelijnd met de uitsteeksels op de geheugensleuf, zoals hieronder wordt weergegeven. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 284 9. Plaats één hoek van de geheugenmodule in de geheugensleuf en duw de module in de sleuf totdat de klem omhoog komt. 10. Plaats de andere hoek van de geheugenmodule in de sleuf en trek de klem omhoog om de geheugenmodule vast te zetten. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 285 Let op: Forceer de DIMM niet. Verwijder geen modules van de printplaat. Anders werkt de printer niet. 11. Plaats het rechterpaneel terug, zoals hieronder wordt weergegeven. Plaats de twee pinnen onder aan het paneel in de gaten aan de rechterkant van de printer en plaats vervolgens de drie uitstekende delen aan de linkerkant van het paneel in de bijbehorende gaten op de printer.
  • Pagina 286 12. Maak het rechterpaneel vast met de schroeven. Aan de onderkant van het rechterpaneel Aan de bovenkant van het rechterpaneel Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 287 13. Sluit de voorklep door er stevig op te duwen totdat de klep vastklikt. 14. Sluit alle interfacekabels en het netsnoer weer aan. 15. Sluit het netsnoer van de printer vervolgens op een stopcontact aan. 16. Zet de printer aan. Druk een statusvel af om te controleren of de geheugenmodule juist is geïnstalleerd.
  • Pagina 288: Interfacekaarten

    Interfacekaarten De printer wordt geleverd met een interfacesleuf van type B. Er zijn diverse optionele interfacekaarten beschikbaar waarmee u de interfacemogelijkheden van de printer kunt uitbreiden. Interfacekaart installeren Voer de volgende procedure uit om een interfacekaart te installeren: Let op: Voordat u een interfacekaart installeert, moet u statische elektriciteit ontladen door een geaard metalen voorwerp aan te raken.
  • Pagina 289 2. Verwijder de schroeven en het afdekklepje van de interfacesleuf. 3. Duw de interfacekaart stevig vast. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 290 4. Bevestig de interfacekaart met de schroeven. Druk een statusvel af om te controleren of het optionele onderdeel correct is geïnstalleerd. Zie “Statusvel afdrukken” op pagina 329 voor meer informatie. Interfacekaart verwijderen Voer de installatieprocedure in omgekeerde volgorde uit als u een interfacekaart wilt verwijderen.
  • Pagina 291 Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 292 Hoofdstuk 8 Verbruiksgoederen vervangen Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksgoederen ........280 Vervangingsberichten .
  • Pagina 293: Voorzorgsmaatregelen Bij Het Vervangen Van

    Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksgoederen Als u verbruiksgoederen verplaatst, moet u de volgende handelingen uitvoeren: Zorg dat er rond de printer genoeg ruimte is voor het vervangen van de verbruiksgoederen. U moet sommige onderdelen van de printer, zoals de printerklep, openen wanneer u verbruiksgoederen vervangt.
  • Pagina 294: Vervangingsberichten

    (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel. Als de toner bijna op is, wordt het volgende bericht op het LCD-scherm of op het scherm van de EPSON Status Monitor 3 weergegeven. U kunt het beste de tonercartridge vervangen, ook al kunt u nog steeds afdrukken.
  • Pagina 295: Tonercartridge Vervangen

    Tonercartridge vervangen Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van tonercartridges altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen: Plaats de tonercartridge steeds op een schoon en effen oppervlak. Plaats geen gebruikte tonercartridge in de printer. Als u een tonercartridge van een koude naar een warme ruimte verplaatst, dient u minstens een uur te wachten alvorens de rol te installeren om schade als gevolg van condensvocht te voorkomen.
  • Pagina 296 Tonercartridges vervangen Volg de onderstaande procedure om de tonercartridge te vervangen: 1. Schuif de vergrendeling naar rechts en open de voorklep. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 297 2. Pak de greep van de tonercartridge vast en trek de cartridge uit de printer. Opmerking: Zorg dat u geen overgebleven toner morst. Plaats de gebruikte cartridge op een platte ondergrond met de opening naar boven, zodat er geen toner kan lekken. Plaats de gebruikte tonercartridge in de daarvoor bestemde afvalzak, voordat u deze weggooit.
  • Pagina 298 3. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking en verwijder de beschermende tape. Schud de tonercartridge vervolgens zachtjes van links naar rechts en van achter naar voren om de toner gelijkmatig te verdelen. Let op: Open de beschermende klep van de tonercartridge niet en raak de lichtgevoelige afdrukrol (groen) onder de klep niet aan.
  • Pagina 299 4. Plaats de tonercartridge voorzichtig in de printer en zorg dat de pinnen aan beide kanten van de cartridge zijn uitgelijnd met de sleuven in de printer. Duw de cartridge in de printer totdat deze goed vastzit in de juiste positie. Let op: Raak de rol of andere onderdelen in de printer niet aan.
  • Pagina 300 5. Sluit de voorklep door er stevig op te duwen totdat de klep vastklikt. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 301 Tonercartridge vervangen als de optionele mailbox met vier laden is geïnstalleerd Volg de onderstaande procedure om de tonercartridge te vervangen als de optionele mailbox met vier laden is geïnstalleerd. 1. Verplaats de hoofdeenheid van de mailbox met vier laden zo ver mogelijk naar de achterkant van de printer.
  • Pagina 302 2. Schuif de vergrendeling naar rechts en open de voorklep. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 303 3. Trek de voorklepstopper uit om de klep vast te zetten. 4. Verwijder de gebruikte tonercartridge en installeer een nieuwe cartridge. Zie hiervoor de instructies in “Tonercartridge vervangen” op pagina 282. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 304 5. Duw de stopper terug naar de oorspronkelijke positie en sluit vervolgens de voorklep door er stevig op te drukken totdat de klep vastklikt. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 305 6. Trek de hoofdeenheid van de mailbox met vier laden terug naar de oorspronkelijke positie zodat deze op het achterste gedeelte van de printer staat. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 306: Printer Reinigen

    Printer reinigen U hoeft de printer niet vaak te reinigen. Als de behuizing van de printer vuil of stoffig is, schakelt u de printer uit en reinigt u de behuizing met een schone en pluisvrije doek met een neutraal reinigingsmiddel. Let op: Gebruik nooit alcohol of thinner om de printerbehuizing te reinigen;...
  • Pagina 307: Printer Vervoeren

    Printer vervoeren Grote afstanden Als u de printer over een grotere afstand moet vervoeren, verpakt u deze in de oorspronkelijke doos en het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal. Volg de onderstaande procedure om de printer in te pakken: 1. Schakel de printer uit. 2.
  • Pagina 308 Printer verplaatsen Volg de onderstaande procedure om de printer over een korte afstand te vervoeren: 1. Schakel de printer uit en verwijder de volgende onderdelen: Netsnoer Interfacekabel Papier 2. De printer dient door twee personen te worden opgetild, zoals hieronder wordt weergegeven. 3.
  • Pagina 309: Plaats Voor De Printer Bepalen

    Plaats voor de printer bepalen Als u de printer wilt verplaatsen, kunt u het beste een locatie kiezen waar de printer goed bediend en onderhouden kan worden. Bepaal de benodigde ruimte voor een goede bediening van de printer aan de hand van de volgende afbeelding. De afmetingen in onderstaande afbeelding worden in centimeters weergegeven.
  • Pagina 310 * 800 mm als de optionele mailbox met vier laden is geïnstalleerd. Als u een optionele papiereenheid voor 500 vellen A3 installeert, hebt u 133 mm extra ruimte nodig aan de onderzijde van de printer. U kunt maximaal drie eenheden installeren. Houd ook rekening met het volgende als u een geschikte plaats zoekt voor de printer.
  • Pagina 311 Let op: Laat rond de printer voldoende ruimte vrij voor een goede ventilatie. Stel de printer niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte, vocht of stof. Gebruik geen stopcontacten waarop andere apparaten zijn aangesloten. Gebruik een geaard stopcontact dat geschikt is voor de stekker van de printer.
  • Pagina 312 Hoofdstuk 9 Probleemoplossing Papierstoringen verhelpen ....... . .301 Voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van papierstoringen .
  • Pagina 313 Geheugenproblemen ........341 Verminderde afdrukkwaliteit ......341 Onvoldoende geheugen voor de huidige taak .
  • Pagina 314: Papierstoringen Verhelpen

    Papierstoringen verhelpen Wanneer er papier is vastgelopen in de printer, worden op het LCD-scherm van de printer en in EPSON Status Monitor 3 waarschuwingsberichten weergegeven. Voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van papierstoringen Houd rekening met de volgende punten als u een papierstoring wilt verhelpen.
  • Pagina 315: Papierstoring - Papierlade

    Papierstoring - papierlade Als er papier vastloopt op een plaats waar het papier wordt ingevoerd in de printer of in de papierladen, voert u de volgende procedure uit om het vastgelopen papier te verwijderen: 1. Trek de papierlade zo ver mogelijk naar buiten. Probleemoplossing...
  • Pagina 316 2. Druk de grijze stopper aan beide kanten van de papierlade in en trek de lade uit de printer. Opmerking: Als er een of meer optionele papiereenheden voor 500 vellen zijn geïnstalleerd, herhaalt u stap 1 en 2 om alle papiereenheden te verwijderen.
  • Pagina 317 3. Verwijder het vastgelopen papier in de printer, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: Trek het vastgelopen papier niet met kracht uit de printer als u het papier niet gemakkelijk kunt verwijderen. Ontgrendel de papierinvoerrol door de groene hendel in de printer omhoog te trekken, zoals hieronder wordt weergegeven, en verwijder vervolgens het vastgelopen papier.
  • Pagina 318 Controleer de huidige status van de printer op het LCD-scherm van het bedieningspaneel van de printer of in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3. Als de papierstoring van de printer nog niet is verholpen, controleert u de binnenkant van de printer. Zie “Papierstoring - In de printer”...
  • Pagina 319: Papierstoring - Mp-Lade

    Papierstoring - MP-lade Als er papier vastloopt in de MP-lade, voert u de volgende procedure uit om het vastgelopen papier te verwijderen: 1. Verwijder het papier uit de MP-lade. 2. Trek het vastgelopen papier uit de lade. Probleemoplossing...
  • Pagina 320 3. Plaats papier in de lade. Opmerking: Controleer of het papier op de juiste manier in de MP-lade is geplaatst. Probleemoplossing...
  • Pagina 321 Controleer de huidige status van de printer op het LCD-scherm van het bedieningspaneel van de printer of in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3. Als de papierstoring van de printer nog niet is verholpen, controleert u de binnenkant van de printer. Zie “Papierstoring - In de printer” op pagina 309 voor meer informatie.
  • Pagina 322: Papierstoring - In De Printer

    Papierstoring - In de printer Als er papier vastloopt in de printer, gebeurt dit bij de fixeereenheid of de papierinvoerrol. Voer de onderstaande procedure uit om het vastgelopen papier te verwijderen: 1. Schuif de vergrendeling naar rechts en open de voorklep. Probleemoplossing...
  • Pagina 323 2. Trek de stopper van de voorklep uit om de klep vast te zetten. Probleemoplossing...
  • Pagina 324 Let op: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR). Als de printer onlangs is gebruikt, kunnen de fixeereenheid en de omgeving van de eenheid zeer warm zijn.
  • Pagina 325 3. Pak de greep van de tonercartridge vast en trek de cartridge uit de printer. Opmerking: Plaats de tonercartridge op een schone en vlakke ondergrond. Probleemoplossing...
  • Pagina 326 4. Als het papier is vastgelopen bij de fixeereenheid, trekt u de groene hendel aan beide kanten van de fixeereenheid omhoog. Verwijder vervolgens het papier via de onderkant van de fixeereenheid. Let op: Verwijder het vastgelopen papier niet via de bovenkant van de fixeereenheid.
  • Pagina 327 5. Duw de groene hendels terug naar de oorspronkelijke positie, zoals hieronder wordt weergegeven. Als u geen vastgelopen papier kunt vinden bij de fixeereenheid, gaat u verder met de volgende stap. Als er papier is vastgelopen bij de fixeereenheid, controleert u bij de volgende stappen of er op twee plaatsen tegelijkertijd papier is vastgelopen.
  • Pagina 328 6. Open de zwarte klep in de printer, zoals hieronder wordt weergegeven. Zwarte klep 7. Trek het vastgelopen papier uit de printer. Probleemoplossing...
  • Pagina 329 8. Plaats de zwarte klep terug. Probleemoplossing...
  • Pagina 330 9. Plaats de tonercartridge voorzichtig in de printer en zorg dat de pinnen aan beide kanten van de cartridge zijn uitgelijnd met de sleuven in de printer. Duw de cartridge in de printer totdat deze goed vastzit in de juiste positie. Let op: Raak de rol of andere onderdelen in de printer niet aan.
  • Pagina 331 10. Duw de stopper van de voorklep terug naar de oorspronkelijke positie. Probleemoplossing...
  • Pagina 332 11. Sluit de voorklep door er stevig op te drukken totdat de klep vastklikt. Controleer de huidige status van de printer op het LCD-scherm van het bedieningspaneel van de printer of in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3. Probleemoplossing...
  • Pagina 333: Papierstoring - Mailbox Met Vier Laden

    Papierstoring - Mailbox met vier laden Papierstoring in de printer Als er papier vastloopt in de printer en de optionele mailbox met vier laden is geïnstalleerd, voert u de volgende procedure uit om het vastgelopen papier te verwijderen: 1. Verplaats de hoofdeenheid van de mailbox met vier laden zo ver mogelijk naar de achterkant van de printer.
  • Pagina 334 2. Schuif de vergrendeling naar rechts en open de voorklep. Probleemoplossing...
  • Pagina 335 3. Trek de stopper van de voorklep uit om de klep vast te zetten. 4. Verwijder het vastgelopen papier met de procedure die wordt beschreven bij “Papierstoring - In de printer” op pagina 309. Probleemoplossing...
  • Pagina 336 5. Duw de stopper van de voorklep terug naar de oorspronkelijke positie en sluit vervolgens de voorklep door er stevig op te drukken totdat de klep vastklikt. Probleemoplossing...
  • Pagina 337 6. Trek de hoofdeenheid van de mailbox met vier laden terug naar de oorspronkelijke positie zodat deze op het achterste gedeelte van de printer staat. Controleer de huidige status van de printer op het LCD-scherm van het bedieningspaneel van de printer of in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3. Probleemoplossing...
  • Pagina 338 Papierstoring in de uitvoereenheid Voer de volgende procedure uit om het vastgelopen papier te verwijderen uit de uitvoereenheid van de optionele mailbox met vier laden: 1. Open de achterklep van de mailbox met vier laden door de bovenkant van de klep naar voren te trekken en verwijder vervolgens het vastgelopen papier.
  • Pagina 339 2. Plaats de achterklep terug. Controleer de huidige status van de printer op het LCD-scherm van het bedieningspaneel van de printer of in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3. Probleemoplossing...
  • Pagina 340: Papierstoring - Duplexmodule

    Papierstoring - Duplexmodule Als er papier vastloopt in de optionele duplexmodule, voert u de volgende procedure uit om het vastgelopen papier te verwijderen: 1. Open de bovenklep van de duplexmodule en verwijder het vastgelopen papier. Plaats de klep vervolgens terug. Opmerking: Controleer of de bovenklep correct gesloten is.
  • Pagina 341 2. Open de onderklep en verwijder het vastgelopen papier. Plaats de onderklep vervolgens terug. Opmerking: Controleer of de onderklep correct gesloten is. Controleer de huidige status van de printer op het LCD-scherm van het bedieningspaneel van de printer of in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3. Probleemoplossing...
  • Pagina 342: Statusvel Afdrukken

    Opmerking: Als de papierstoring niet is verholpen na het verwijderen van het vastgelopen papier zoals beschreven in de vorige stappen, verwijdert u de duplexmodule van de printer. Controleer vervolgens of het papier is vastgelopen bij de opening aan de achterkant van de printer. Opening Als er papier is vastgelopen, verwijdert u dit.
  • Pagina 343 Volg de onderstaande procedure om een statusvel af te drukken: 1. Zet de printer aan. Op het LCD-scherm verschijnt het bericht Ready (Gereed). 2. Druk drie keer op Enter. Er wordt een statusvel afgedrukt. Enter 3. Controleer of de informatie over de geïnstalleerde optionele onderdelen correct is.
  • Pagina 344: Printer Functioneert Niet Optimaal

    Wanneer u de printerdriver voor Windows gebruikt, kunt u de gegevens over geïnstalleerde onderdelen handmatig bijwerken. Klik op Update the Printer Option Info Manually (Informatie over de printeroptie handmatig bijwerken) in het menu Optional Settings (Optionele instellingen) en klik op Settings (Instellingen). Het dialoogvenster Optional Settings (Optionele instellingen) verschijnt.
  • Pagina 345: De Printer Drukt Niet Af

    De printer drukt niet af (het lampje Klaar brandt niet) Oorzaak Oplossing De printer is offline. Druk één keer op N Start/Stop om de status Gereed te activeren. Het lampje Klaar brandt, maar er wordt niet afgedrukt Oorzaak Oplossing De computer is wellicht niet Voer de procedure uit die wordt goed aangesloten op de beschreven in het gedeelte “De printer...
  • Pagina 346: Het Optionele Onderdeel Is Niet Beschikbaar

    Het optionele onderdeel is niet beschikbaar Oorzaak Oplossing Wanneer u Windows gebruikt Klik op de tab Optional Settings en EPSON Status Monitor 3 (Optionele instellingen), selecteer niet is geïnstalleerd, moet u de Update the Printer Option Info Manually instellingen handmatig (Informatie over de printeroptie opgeven in de printerdriver.
  • Pagina 347: Afdrukproblemen

    Afdrukproblemen Het lettertype kan niet worden afgedrukt Oorzaak Oplossing Mogelijk gebruikt u Selecteer in de printerdriver het printerlettertypen die keuzerondje Print True Type fonts as bepaalde TrueType- bitmap (TrueType-lettertypen als lettertypen vervangen. bitmap afdrukken) in het dialoogvenster Extended Settings (Geavanceerde instellingen). Het geselecteerde lettertype Controleer of u het juiste lettertype hebt wordt niet ondersteund door...
  • Pagina 348: De Oriëntatie Is Niet Correct

    De emulatie-instelling voor de Geef de emulatiemodus op via het poort is wellicht onjuist. bedieningspaneel van de printer. Zie “Menu Emulation (Emulatie)” op pagina 429 voor meer informatie. Opmerking: Als een statusvel niet correct wordt afgedrukt, is de printer wellicht beschadigd. Neem contact op met de leverancier of een ervaren onderhoudsmonteur.
  • Pagina 349: Afbeeldingen Worden Niet Goed Afgedrukt

    Gebruik speciaal papier van EPSON of effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie “Beschikbare papiersoorten” op pagina 392 voor informatie over geschikte papiersoorten.
  • Pagina 350: Afdrukken Bevatten Witte Plekken

    Het papier is wellicht klam of Bewaar het papier in een droge vochtig. omgeving. De toner is mogelijk op. Zie “Tonercartridges vervangen” op pagina 283 als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor 3 wordt aangegeven dat de toner bijna op is. Probleemoplossing...
  • Pagina 351: Rasterafbeeldingen Worden Ongelijk Afgedrukt

    Het papier is wellicht klam of Bewaar het papier in een droge vochtig. omgeving. U gebruikt mogelijk een Gebruik speciaal papier van EPSON of papiersoort die niet geschikt is effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor de printer. voor optimale resultaten. Zie “Beschikbare papiersoorten”...
  • Pagina 352: Afbeeldingen Zijn Niet Volledig Afgedrukt

    Gebruik speciaal papier van EPSON of effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie “Beschikbare papiersoorten” op pagina 392 voor informatie over geschikte papiersoorten.
  • Pagina 353: De Afdruk Is Licht Of Vaag

    De toner is mogelijk op. Als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor 3 wordt aangegeven dat de toner bijna op is, vervangt u de tonercartridge. Zie “Tonercartridges vervangen” op pagina 283 voor meer informatie.
  • Pagina 354: De Onbedrukte Zijde Van De Pagina Is Vuil

    De onbedrukte zijde van de pagina is vuil Oorzaak Oplossing Er zit mogelijk tonerpoeder in Maak de interne printeronderdelen het papierpad. schoon door drie afzonderlijke pagina's met slechts één teken af te drukken. Geheugenproblemen Verminderde afdrukkwaliteit Oorzaak Oplossing Er kan niet worden afgedrukt Controleer of de afdrukkwaliteit met het gewenste acceptabel is.
  • Pagina 355: Onvoldoende Geheugen Voor De Huidige Taak

    Onvoldoende geheugen voor de huidige taak Oorzaak Oplossing Er is onvoldoende geheugen Als dit niet het geval is, voegt u voor een beschikbaar voor het definitieve oplossing meer geheugen uitvoeren van de huidige taak. toe. Als tijdelijke oplossing kunt u een lagere afdrukkwaliteit opgeven in de printerdriver.
  • Pagina 356: Problemen Met De Papierverwerking

    Problemen met de papierverwerking Het papier wordt niet op de juiste wijze ingevoerd Oorzaak Oplossing De papiergeleiders zijn onjuist Controleer of de papiergeleiders in de ingesteld. papierladen zijn ingesteld op de juiste papierformaten. De instelling voor de Controleer of u in de toepassing de papierbron is mogelijk juiste papierbron hebt geselecteerd.
  • Pagina 357: Problemen Bij Het Afdrukken In De Postscript 3-Modus

    Problemen bij het afdrukken in de PostScript 3-modus De problemen in dit gedeelte kunnen optreden wanneer u afdrukt met de PostScript-driver. Alle instructies hebben betrekking op de PostScript-printerdriver die bij uw printer is geleverd. Windows-gebruikers Raadpleeg de relevante informatie hieronder om oplossingen te vinden voor problemen die kunnen optreden wanneer u in PostScript 3-modus afdrukt vanaf een Windows-computer.
  • Pagina 358 De ingestelde emulatiemodus De emulatiemodus kan afzonderlijk is onjuist voor de interface die worden ingesteld voor elke interface u gebruikt. waarmee afdruktaakgegevens worden ontvangen. Stel de emulatiemodus voor de interface die u gebruikt in op PS3. Stel de emulatiemodus in via het menu SelecType Emulation (SelecType- emulatie) op de printer.
  • Pagina 359 Er is een onjuiste printerdriver Controleer of de PostScript- geselecteerd. printerdriver die u gebruikt, is ingesteld als de standaardprinter. Volg de onderstaande stappen: (1) Klik op Start en kies Settings (Instellingen) en Printers. Klik, als u met Windows XP werkt, op Start en vervolgens op Control Panel (Configuratiescherm).
  • Pagina 360 De printer drukt niet normaal af. (alleen Windows 95/98) Oorzaak Oplossing De computer is aangesloten op De printer drukt in bepaalde gevallen de printer via de parallelle niet normaal af als de computer op de interface en de parallelle poort printer is aangesloten via de parallelle is ingesteld op de ECP-modus.
  • Pagina 361 De instelling Substitute printer Als de instelling Substitute printer fonts fonts for TrueType fonts when for TrueType fonts when applicable applicable (Printerlettertypen (Printerlettertypen vervangen door vervangen door TrueType- TrueType-lettertypen, indien van lettertypen, indien van toepassing) bij Fonts (Lettertypen) toepassing) bij Fonts in het dialoogvenster met (Lettertypen) in het printereigenschappen is ingeschakeld,...
  • Pagina 362 Problemen met afdrukken via de parallelle interface De printer drukt niet normaal via de parallelle interface af. (alleen Windows 95/98) Oorzaak Oplossing De computer is aangesloten op De printer drukt in bepaalde gevallen de printer via de parallelle niet normaal af als de computer op de interface en de parallelle poort printer is aangesloten via de parallelle is ingesteld op de ECP-modus.
  • Pagina 363 Problemen met afdrukken via de USB-interface De printer drukt niet normaal via de USB-interface af. Oorzaak Oplossing In het dialoogvenster De printer kan geen binaire gegevens Properties (Eigenschappen) is afdrukken wanneer deze is verbonden niet het gegevensformaat met de computer via de USB-interface. ASCII data (ASCII-gegevens) Controleer of de instelling Data Format ingesteld.
  • Pagina 364 Problemen met afdrukken via het netwerk De printer drukt niet normaal af via de netwerkinterface. Oorzaak Oplossing Controleer of de instelling Als het bestand is gemaakt in een Data Format toepassing waarin u het (Gegevensformaat), die u kunt gegevensformaat of de codering kunt weergeven door te klikken op wijzigen, zoals Photoshop, controleert u Advanced (Geavanceerd) bij...
  • Pagina 365 De netwerkverbinding is geen Als de netwerkverbinding geen AppleTalk, en het AppleTalk is, controleert u of het gegevensformaat is niet gegevensformaat is ingesteld op ASCII ingesteld op ASCII data data (ASCII gegevens) of Tagged binary (ASCII gegevens). communications protocol (Gecodeerd binair communicatieprotocol).
  • Pagina 366: Macintosh-Gebruikers

    Macintosh-gebruikers Problemen bij het afdrukken van PostScript-documenten De printer drukt niet correct af in de PostScript-modus. Oorzaak Oplossing De emulatiemodus van de De printer is standaard ingesteld op printer is niet correct Auto mode (Auto mode), zodat de ingesteld. codering in afdruktaken automatisch kan worden vastgesteld en de bijbehorende emulatiemodus kan worden geselecteerd.
  • Pagina 367 Problemen met de printerdriver De printerdriver of de printer die u wilt gebruiken, wordt niet weergegeven in de Chooser (Kiezer) (Mac OS 8.6 of 9.x) of Print Center (Afdrukbeheer) (Mac OS X). Oorzaak Oplossing QuickDraw GX wordt De printerdriver ondersteunt gebruikt (Mac OS 8.6 of 9.x).
  • Pagina 368 Algemene afdrukproblemen De printer drukt niet af. Oorzaak Oplossing In het dialoogvenster Print is Maak de selectie van Print to file het selectievakje Print to file (Afdrukken naar bestand) ongedaan. (Afdrukken naar bestand) ingeschakeld (Mac OS 8.6 of 9.x). Het selectievakje Save as File Schakel het selectievakje Save as File (Bewaar als bestand) is (Bewaar als bestand) uit op het tabblad...
  • Pagina 369: Problemen Met Lettertypen En Afbeeldingen

    Het selectievakje Unlimited Volg de onderstaande instructies om de Downloadable Fonts selectie van Unlimited Downloadable (Onbeperkt fonts Fonts (Onbeperkt fonts downloaden) downloaden) bij PostScript ongedaan te maken. Options (PostScript-opties) in (1) Klik op het menu File (Archief) van het dialoogvenster Page Setup de toepassing waarmee u werkt en kies (Pagina-instelling) is Page Setup (Pagina-instelling).
  • Pagina 370 De printerlettertypen kunnen niet worden geïnstalleerd. Oorzaak Oplossing Het menu Emulation Wijzig de instelling van het menu (Emulatie) op de het Emulation (Emulatie) in PS3 voor de bedieningspaneel van de interface waarmee u werkt en probeer printer is niet ingesteld op PS3 vervolgens opnieuw de voor de interface waarmee u printerlettertypen te installeren.
  • Pagina 371: Problemen Met Afdrukken Via Het Netwerk

    Problemen met afdrukken via het netwerk De printer drukt niet normaal af via de netwerkinterface. Oorzaak Oplossing De instelling Data Format Als het bestand is gemaakt in een (Gegevensformaat) bij toepassing waarin u het gegevensformaat of de codering kunt PostScript Settings (Postscript-instellingen) in het wijzigen, zoals Photoshop, controleert u dialoogvenster Print wijkt af...
  • Pagina 372: Problemen Met De Optionele Onderdelen

    Er is onvoldoende geheugen De Macintosh-printerdriver gebruikt om te kunnen afdrukken. beschikbaar geheugen in het systeem om afdrukgegevens te verwerken. Probeer het volgende om geheugenruimte vrij te maken: (1) Verlaag de instelling van de RAM-cache in het regelpaneel Memory (Geheugen) (Mac OS 8.6 of 9.x). (2) Sluit toepassingen die u niet gebruikt.
  • Pagina 373: Het Papier Wordt Niet Vanuit De Juiste Papierlade

    Het papier wordt niet vanuit de juiste papierlade ingevoerd Oorzaak Oplossing De optionele papierlade is Zie “Papiereenheid voor 500 vellen A3” wellicht niet correct op pagina 230 voor instructies over het geïnstalleerd. installeren van de optionele papiereenheid. De instelling voor de Controleer of u in de toepassing de papierbron is mogelijk juiste papierbron hebt geselecteerd.
  • Pagina 374: Een Geïnstalleerd Onderdeel Kan Niet Worden

    Een geïnstalleerd onderdeel kan niet worden gebruikt Oorzaak Oplossing Het geïnstalleerde onderdeel Zie “Optionele instellingen opgeven” kan niet worden opgegeven in op pagina 69 voor meer informatie. de printerdriver. USB-problemen oplossen Als u problemen hebt met de printer met een USB-aansluiting, kijkt u of uw probleem hieronder wordt aangegeven en voert u de aanbevolen handelingen uit.
  • Pagina 375: Windows-Besturingssysteem

    Windows-besturingssysteem Gebruik een computer met Windows ME, 98, XP of 2000, een Windows 98-computer die is bijgewerkt naar Windows ME of een computer met Windows ME, 98 of 2000 die is bijgewerkt naar Windows XP. U kunt wellicht de USB-printerdriver niet installeren of uitvoeren op een computer die niet voldoet aan deze specificaties of niet is voorzien van een ingebouwde USB-poort.
  • Pagina 376 Klik op About (Info) in het snelmenu dat verschijnt. Als een berichtvenster met de mededeling “Unidrv Printer Driver” (Unidrv-printerdriver) wordt weergegeven, moet u de printersoftware opnieuw installeren zoals wordt aangegeven in de Installatiehandleiding. Als About (Info) niet wordt weergegeven, is de printersoftware correct geïnstalleerd. Opmerking: Als het dialoogvenster Digital Signature Not Found (Kan digitale handtekening niet vinden) (Windows 2000) of Software Installation...
  • Pagina 377 Opmerking: De afbeeldingen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows 98. De afbeeldingen van Windows ME kunnen verschillen. 1. Klik op Start, ga naar Settings (Instellingen) en klik op Printers. Controleer of het pictogram van de printer wordt weergegeven in het venster Printers. Selecteer het pictogram van de printer en klik op Properties (Eigenschappen) in het menu File (Bestand).
  • Pagina 378 2. Klik op de tab Details. Probleemoplossing...
  • Pagina 379 Als EPUSBX: (EPSON EPL-N7000) wordt weergegeven in de lijst Print to the following port (Afdrukken naar de volgende poort), zijn de USB-printerdriver en de printersoftware correct geïnstalleerd. Als de juiste poort niet wordt weergegeven, gaat u verder met de volgende stap.
  • Pagina 380 Als de drivers correct zijn geïnstalleerd, moet EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-printer) worden weergegeven in het menu Device Manager (Apparaatbeheer). Probleemoplossing...
  • Pagina 381 (Apparaatbeheer), klikt u op het plusteken (+) bij Other devices (Overige apparaten) om alle geïnstalleerde apparaten weer te geven. Als USB Printer (USB-printer) of EPSON EPL-N7000 wordt weergegeven bij Other devices (Overige apparaten), is de printersoftware niet correct geïnstalleerd. Ga verder met stap 5.
  • Pagina 382 5. Selecteer bij Other Devices (Overige apparaten) USB Printer (USB-printer) of EPSON EPL-N7000 en klik op Remove (Verwijderen). Klik vervolgens op OK. Als het volgende dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op OK en nogmaals op OK om het dialoogvenster met systeemeigenschappen te sluiten.
  • Pagina 383: Status- En Foutberichten

    + Taak annuleren indrukt en binnen twee seconden weer loslaat. Can't Print (Kan niet printen) De afdrukgegevens zijn verwijderd omdat deze onjuist zijn. Controleer of het juiste papierformaat is ingesteld en een printerdriver voor EPSON EPL-N7000 wordt gebruikt. Probleemoplossing...
  • Pagina 384 Can't Print Duplex (Duplex niet mogelijk) Er hebben zich problemen voorgedaan tijdens het dubbelzijdig afdrukken. Controleer of de papiersoort en het papierformaat geschikt zijn voor de duplexmodule. Het is ook mogelijk dat er verkeerde instellingen zijn opgegeven voor de gebruikte papierbron.
  • Pagina 385 Collate Disabled (Verzamel uitgesch.) U kunt niet langer afdrukken door het aantal exemplaren op te geven omdat er te weinig geheugen (RAM) beschikbaar is of omdat de optionele vaste schijf onvoldoende vrije schuifruimte bevat. Druk één exemplaar per keer af als deze fout optreedt. Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 386 Format Error ROM A Er is een niet-geformatteerde ROM-module geplaatst. Druk op N Start/Stop om het bericht te wissen of schakel de printer uit en verwijder de ROM-module en installeer de ROM-module opnieuw. Als hiermee de fout niet wordt opgelost, neemt u contact op met de leverancier.
  • Pagina 387 Hard Disk Full (Harde schijf vol) De optionele vaste schijf is vol en u kunt geen gegevens opslaan. Verwijder onnodige gegevens van de vaste schijf. Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 388 Schakel de instelling bij Image Optimum (Optimale afb.) in het menu Printing (Afdruk) op het bedieningspaneel uit als u de afdrukkwaliteit niet automatisch wilt verminderen om door te gaan met afdrukken. U moet mogelijk het printergeheugen uitbreiden om met de gewenste afdrukkwaliteit te kunnen afdrukken.
  • Pagina 389 Menus Locked (Menu's geblokkeerd) Dit bericht verschijnt als u printerinstellingen wilt wijzigen via het bedieningspaneel terwijl de knoppen zijn vergrendeld. U kunt de knoppen ontgrendelen met de hulpprogramma's EPSON WinAssist of EPSON WebAssist. Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie. Probleemoplossing...
  • Pagina 390 Onvoldoende geheugen De printer beschikt over onvoldoende geheugen om de huidige taak te voltooien. Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel. Zie “Menu Reset” op pagina 439 voor meer informatie.
  • Pagina 391: Paper Out Xxx Yyy (Papier Op Xxx Yyy)

    Papierstoring Er is papier vastgelopen in de printer. Zie “Papierstoringen verhelpen” op pagina 301 voor meer informatie. Paper Jam in Duplex (Papierstoring duplex) Er is papier vastgelopen in de optionele duplexmodule. Verwijder het vastgelopen papier uit de eenheid. Zie “Papierstoringen verhelpen” op pagina 301 voor meer informatie.
  • Pagina 392 Print Overrun (Afdrukoverloop) Er is te veel tijd nodig voor de verwerking van een ingewikkelde pagina, waardoor er niet verder kan worden gegaan met afdrukken. Druk op N Start/Stop om verder te gaan met afdrukken. U kunt ook op + Taak annuleren drukken om de afdruktaak te annuleren.
  • Pagina 393 Replace Toner (Vervang toner) De tonercartridge is leeg en moet worden vervangen. Zie “Tonercartridges vervangen” op pagina 283 voor meer informatie. Reserve JobCanceled (Reserveren geannul.) De gegevens van de afdruktaak kunnen niet worden opgeslagen met de functie Reserve Job (Reserveertaak). Het maximumaantal opgeslagen afdruktaken voor de vaste schijf is bereikt of er is geen geheugen meer beschikbaar om een nieuwe taak op te slaan.
  • Pagina 394 ROM Check (ROM controleren) Het ROM-geheugen wordt gecontroleerd. Selftest (Zelftest) De printer voert een zelftest uit en is bezig met de initialisatie. Service Req xyyyy (Serviceverzoek xyyyy) Er is een controllerfout of een printerfout gevonden. Schakel de printer uit. Wacht ten minste vijf seconden en schakel de printer weer in.
  • Pagina 395: Afdrukken Annuleren

    Opmerking: U hoeft de tonercartridge nog niet te vervangen als het bericht Toner Low (Weinig toner) wordt weergegeven. De tonercartridge kan nog toner bevatten en de toner kan eruit vallen als u de tonercartridge op dat moment vervangt. Vervang de tonercartridge pas als het bericht Replace Toner (Vervang toner) wordt weergegeven.
  • Pagina 396: Afdrukken Annuleren Met De Knop Taak Annuleren

    Afdrukken annuleren met de knop Taak annuleren De knop + Taak annuleren op de printer biedt de snelste en eenvoudigste manier om het afdrukken te annuleren. Als u op deze knop drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd. Wanneer u langer dan twee seconden op + Taak annuleren drukt, worden alle taken uit het printergeheugen verwijderd, waaronder taken die momenteel worden ontvangen, opgeslagen of afgedrukt.
  • Pagina 397: Contact Opnemen Met De Klantenservice

    Contact opnemen met de klantenservice Als de printer niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de probleemoplossingsinformatie in deze handleiding, kunt u contact opnemen met de EPSON- klantenservice. We kunnen u sneller helpen als u ons de volgende informatie...
  • Pagina 398: Voor Gebruikers In Noord-Amerika

    Voor gebruikers in Noord-Amerika Als u de printer hebt aangeschaft in de Verenigde Staten of Canada, biedt Epson 24 uur per dag technische ondersteuning via de elektronische ondersteuningsservices en geautomatiseerde telefoonservices die zijn opgenomen in de volgende tabel: Service Toegang...
  • Pagina 399: Voor Gebruikers In Latijns-Amerika

    224-2336 Venezuela 58-2-240-1111 Voor gebruikers in Europa Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk en Ierland Als u het product in het Verenigd Koninkrijk of Ierland hebt aangeschaft, biedt EPSON (UK) Limited u een groot aantal services en technische ondersteuning. Probleemoplossing...
  • Pagina 400 Technische informatie wilt over het installeren, configureren en bedienen van uw EPSON-producten Een afspraak wilt maken zodat uw EPSON-product binnen de garantieperiode wordt gerepareerd Controleer voor u belt of u over de volgende gegevens beschikt: Model van het product Serienummer van het product U vindt dit nummer op de achterzijde van het product.
  • Pagina 401 Verenigd Koninkrijk en 0044 1442 227271 in Ierland) en e-mail (info@epson.co.uk). U kunt hier terecht voor: Productinformatie en brochures van nieuwe EPSON-producten (ook beschikbaar via onze website op http://www.epson.co.uk) Informatie over waar u originele verbruiksgoederen, accessoires en optionele onderdelen van Epson kunt...
  • Pagina 402 Frankrijk Support Technique EPSON France 0 821 017 017 (2,21 F la minute) Ouvert du lundi au samedi de 9h00 à 20h00 sans interruption http://www.epson.fr/support/selfhelp/french.htm pour accéder à l’AIDE EN LIGNE. http://www.epson.fr/support/services/index.shtml pour accéder aux SERVICES du support technique. Spanje EPSON IBÉRICA, S.A.
  • Pagina 403: Helpdesk Voor Technicsche Ondersteuning

    Portugal EPSON Portugal, S.A. Rua do Progresso, 471 - 1° - Perafita - Apartado 5132 4458 - 901 Perafita Codex Tel.: 22.999.17.00; Fax.: 22.999.17.90 HELPDESK VOOR TECHNICSCHE ONDERSTEUNING: 808 200015 http://www.epson.pt Oostenrijk ASC Büromaschinen GmbH Kettenbrückengasse 16 1052 Wien Tel.: 01/58966-0; Fax.: 01/5867726 http://www.artaker.com;...
  • Pagina 404 Bijlage A Technische specificaties Papier...........392 Beschikbare papiersoorten .
  • Pagina 405: Papier

    Papier Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkele papiersoort garanderen. Test enkele vellen papier voordat u een grote hoeveelheid aanschaft of afdrukt.
  • Pagina 406: Ongeschikt Papier

    Ongeschikt papier Het volgende papier mag niet in deze printer worden gebruikt. Het kan schade aan de printer, papierstoringen en slechte afdrukkwaliteit veroorzaken. Afdrukmaterialen die zijn bestemd voor andere zwartwitlaserprinters, kleurenlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwartwitkopieerapparaten of inkjetprinters Papier waarop eerder is afgedrukt met andere zwartwitlaserprinters, kleurenlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwartwitkopieerapparaten, inkjetprinters of thermische transferprinters...
  • Pagina 407: Specificaties

    Papier met een verschillende voor- en achterzijde Gevouwen, gekreukeld, golvend of gescheurd papier Papier met een onregelmatige vorm, of papier waarvan de hoeken niet recht zijn Specificaties Gewoon papier Gewicht: 60 tot 90 g/m², 16 tot 24 lb A3 (297 × 420 mm) Formaat: A4 (210 ×...
  • Pagina 408 Papierbronnen: MP-lade voor alle papierformaten standaardpapierlade voor A3, A4, B4, B5, Letter, Legal, Government Letter, B (Ledger) optionele papiereenheid voor A3, A4, B4, B5, Letter, Legal, Government Letter, B (Ledger) Enveloppen Gewicht: 70 tot 105 g/m², 18,6 tot 27,9 lb Monarch (3 7/8 ×...
  • Pagina 409: Epson Laser Transparencies

    B (Ledger) (279 × 432 mm) Aangepast (86 × 139,7 mm tot 297 × 432 mm) Paper Source Alleen MP-lade (Papierinvoer): EPSON Laser Transparencies A4 (210 × 297 mm) Formaat: Letter (216 mm × 279 mm, 8,5 × 11 inch) Paper Source Alleen MP-lade...
  • Pagina 410: Afdrukgebied

    Afdrukgebied Minimale marge van 4 mm aan elke zijde. Opmerking: Het afdrukgebied is afhankelijk van de gebruikte emulatiemodus. Bij het gebruik van ESC/Page is er een minimale marge van 5 mm aan elke zijde. Printer Algemeen Afdrukmethode: Laserscannen en droog elektrofotografisch proces Resolutie: 600 dpi, 300 dpi...
  • Pagina 411 Laadvermogen papierladen: MP-lade: Maximaal 200 vellen gewoon papier (20 lb) Maximaal 20 vellen met enveloppen of etiketten, of 20 vellen zwaar papier of transparanten Standaardpapierlade: Maximaal 500 vellen gewoon papier (20 lb) Papieruitvoercapaciteit: Maximaal 500 vellen (groter dan B5/EXE) Interne emulatie: Emulatie van HP LaserJet 4 (LJ4-modus) Emulatie van HP-GL/2 (GL2-modus)
  • Pagina 412: Omgevingsspecificaties

    Omgevingsspecificaties Temperatuur: In gebruik: 10 tot 35°C Niet in gebruik: 0 tot 35°C Vochtigheid: In gebruik: 15 tot 85% RV Niet in gebruik: 10 tot 85% RV Hoogte: 2500 meter of minder Technische specificaties Afmetingen Hoogte: 42,2 cm en gewicht: Breedte: 53,9 cm Diepte: 56,6 cm...
  • Pagina 413: Veiligheid En Goedkeuringen

    Model 110 V/120 V Model 220 V/240 V (Model L390A) (Model L390A) Stroom- Tijdens Maximum 1100 W 1100 W verbruik afdrukken* Gemiddeld 700 Wh 715 Wh In de standby-modus 165 Wh 175 Wh Gemiddeld Rustmodus 21 Wh 20 Wh * Inclusief optionele papierlade. Veiligheid en goedkeuringen Model V.S.: Veiligheid...
  • Pagina 414: Postscript

    Laserbeveiliging Deze printer is een laserproduct van klasse 1 dat voldoet aan de normen die zijn opgelegd door het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services), overeenkomstig de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Dit betekent dat de laser geen straling voortbrengt die schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid.
  • Pagina 415: Interfaces

    Interfaces Parallelle interface Gebruik de parallelle connector die voldoet aan de IEEE 1284-I- norm. ECP mode/Nibble mode (modus ECP/modus Nib.) USB-interface USB 1.1 Opmerking: Alleen computers met een USB-connector en Windows XP, ME, 98 of 2000 ondersteunen de USB-interface. Ethernetinterface U kunt een afgeschermde IEEE 802.3 100BASE-TX/10 BASE-T- interfacekabel (twisted-pair) met een RJ45-connector gebruiken.
  • Pagina 416: Optionele Onderdelen En Verbruiksgoederen

    Optionele onderdelen en verbruiksgoederen Papiereenheid voor 500 vellen A3 Productcode: C12C813672* Papierformaat: A3, A4, B4, B5, Letter, Legal, Government Letter, B (Ledger) Papiergewicht: 60 tot 90 g/m² (16 tot 24 lb) Papierinvoer: Eén papierlade is bevestigd Automatische papierinvoer Maximale capaciteit van de papierlade: 500 vellen (75 g/m²) 550 vellen (64 g/m²) (Maximumhoogte: 57 mm)
  • Pagina 417: Mailbox Met Vier Laden

    Mailbox met vier laden Productcode: C12C813692* Aantal vellen voor 50 vellen voor elke lade uitvoer: Papierformaat: Standaardpapierformaten en door de gebruiker ingestelde papierformaten (182 × 257 mm tot 297 × 432 mm) Papiersoorten: Gewoon papier Afmetingen en gewicht: Hoogte: 335 mm Breedte: 513 mm Diepte:...
  • Pagina 418: Duplexmodule

    Duplexmodule Productcode: C12C813682* Papierformaat: A3, A4, A5, B4, B5, Letter, Legal, Half Letter, Government Letter, Government Legal, Executive, F4, B (Ledger) Papiersoorten: Gewoon papier Afmetingen en gewicht: Hoogte: 280 mm Breedte: 100 mm Diepte: 415 mm Gewicht: 2,0 kg * Dit product voldoet aan de CE-markeringsvereisten in overeenstemming met EG-richtlijn 89/336/EEC.
  • Pagina 419: Tonercartridge

    Geheugenmodules DRAM-type: SDRAM DIMM (Synchronous Dynamic RAM Double In-line memory module) Geheugengrootte: 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB of 512 MB CAS-latentie CL = 2 Type: 168-pins, 64-bits, 3,3 V, met SPD PC 100-compatibel Binnen 134 × 36 mm met een dikte van 10 mm Afmetingen: Een hoogte van minder dan 40 mm * SPD betekent Serial Presence Detect.
  • Pagina 420: Veiligheidsvoorschriften

    Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Om veilig en efficiënt met de printer te kunnen werken, moet u deze voorzorgsmaatregelen in acht nemen. U moet de printer niet alleen optillen of verplaatsen omdat de printer zonder tonercartridge ongeveer 28,0 kg weegt. De printer moet door twee personen worden opgetild en moet worden vastgepakt op de juiste plaats, zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 421 Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HOT SURFACE (LET OP: HEET OPPERVLAK). Als de printer onlangs is gebruikt, kunnen de fixeereenheid en de omgeving van de eenheid zeer warm zijn. Fixeereenheid Transferrol Steek uw hand niet te ver in de fixeereenheid.
  • Pagina 422: Belangrijke Veiligheidsvoorschriften

    Raak de toner niet aan. Zorg dat u geen toner in uw ogen krijgt. Verbrand een gebruikte tonercartridge niet. Deze kan exploderen en letsel veroorzaken. Neem bij het weggooien de geldende milieuvoorschriften in acht. Als u toner hebt gemorst, gebruikt u een stoffer en blik of een vochtige doek met water en zeep om het schoon te maken.
  • Pagina 423: Energy Star

    ® NERGY ® Als internationaal NERGY -partner heeft EPSON bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het internationale ® NERGY -programma inzake doeltreffend energieverbruik. ® Het internationale NERGY...
  • Pagina 424: Waarschuwingen, Voorzorgsmaatregelen En

    Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen Waarschuwingen moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen moeten worden nageleefd om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over en tips voor het gebruik van de printer. Technische specificaties...
  • Pagina 425 Technische specificaties...
  • Pagina 426 Bijlage B Functies van het bedieningspaneel Menu's van het bedieningspaneel gebruiken ....414 Instellingen via het bedieningspaneel opgeven...414 Menu's van het bedieningspaneel openen .
  • Pagina 427: Menu's Van Het Bedieningspaneel Gebruiken

    Menu's van het bedieningspaneel gebruiken Met het bedieningspaneel van de printer kunt u verschillende menu's openen waarmee u de status van verbruiksgoederen controleert, statusvellen afdrukt en printerinstellingen opgeeft. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de menu's van het bedieningspaneel kunt gebruiken en wanneer u het beste de printerinstellingen kunt opgeven via het bedieningspaneel.
  • Pagina 428: Menu's Van Het Bedieningspaneel Openen

    Menu's van het bedieningspaneel openen Zie “Menu's van het bedieningspaneel” op pagina 421 voor een volledige beschrijving van de items en instellingen die beschikbaar zijn in de menu's van het bedieningspaneel. Menu's van het bedieningspaneel openen Als het lampje Klaar brandt, kunt u de menu's van het bedieningspaneel openen door op de knoppen Terug, Omhoog, Omlaag of Enter te drukken, die hieronder worden weergegeven.
  • Pagina 429 Knoppen van het bedieningspaneel gebruiken Als u de menu's hebt geopend, werken de knoppen van het bedieningspaneel als volgt. A. De knop Terug: Terug naar het vorige niveau. B. De knoppen Omhoog Door de menu's, items en en Omlaag: instellingen van het huidige niveau bladeren.
  • Pagina 430 De menu's gebruiken Volg deze stappen om de menu's van het bedieningspaneel te gebruiken: 1. Controleer of het lampje Klaar brandt en druk op een van de bovenstaande knoppen om de menu's te openen. 2. Druk op Omhoog en Omlaag om door de menu's te bladeren.
  • Pagina 431: Gegevens Voor Reserveertaken Afdrukken En Verwijderen

    Gegevens voor reserveertaken afdrukken en verwijderen Afdruktaken die met de opties Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken), Verify Job (Afdruktaak verifiëren) en Stored Job (Opgeslagen afdruktaak) van de functie Reserve Job (Reserveertaak) zijn opgeslagen op de optionele vaste schijf van de printer, kunnen worden afgedrukt en verwijderd met het menu Quick Print Job (Snelafdruk) van het bedieningspaneel.
  • Pagina 432: Het Menu Confidential Job

    5. Als u het aantal exemplaren wilt opgeven dat u wilt afdrukken, drukt u op Enter en op Omlaag of Omhoog om het aantal exemplaren te selecteren. Als u afdruktaken wilt verwijderen zonder exemplaren af te drukken, drukt u op Omlaag om Delete (Verwijderen) op het LCD-scherm weer te geven.
  • Pagina 433: Gebruik

    4. Voer het wachtwoord van vier cijfers in met de bijbehorende knoppen, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: Wachtwoorden bestaan altijd uit vier cijfers. Voor wachtwoorden kunt u de cijfers 1 tot en met 4 gebruiken. Als er geen afdruktaken zijn opgeslagen met het wachtwoord dat u hebt ingevoerd, wordt Password Error (Codewoord storing) kort weergegeven op het LCD-scherm.
  • Pagina 434: Menu's Van Het Bedieningspaneel

    6. Als u het aantal exemplaren wilt opgeven dat u wilt afdrukken, drukt u op Enter en op Omlaag of Omhoog om het aantal exemplaren te selecteren. Als u afdruktaken wilt verwijderen zonder exemplaren af te drukken, drukt u op Omlaag om Delete (Verwijderen) op het LCD-scherm weer te geven.
  • Pagina 435: Omlaag Om Door De Menu's Te

    Druk op Omhoog en Omlaag om door de menu's te bladeren. De menu's en menu-items verschijnen in de onderstaande volgorde. Menu Items Menu Information Status Sheet (Statusvel), Reserve Job List* (Lijst (Informatie) reserveertaak*) , Form Overlay List* (Lijst Docum. Overdr.*) , NetworkStatus Sheet* (Netwerkstatusvel) , AUX Status Sheet*...
  • Pagina 436 Menu Items ConfidentialJob- Menu (Menu Vertrouwelijke taak)* Menu Reset Clear Warning (Waarschuwing wissen), Clear All Warnings (Wis waarschuwingen), Reset, Reset All (Reset alles), SelecType Init Parallel Menu Parallel I/F (Par. I/F), Speed (Snelheid), Bi-D (Menu Parallel)* (Bidirectioneel), Buffer Size (Databuffer) USB Menu USB-poort, Databuffer (Menu USB)*...
  • Pagina 437 Menu Items Menu FX Font, Pitch, Condensed (Versmald), T. Margin (Bovenmarge), Text (AantRegel), CG Table (Kar Tab), Country (Land), Auto CR (Autom. CR), Auto LF (Autom. LF), Bit Image, ZeroChar (Vorm 0 (nul)) Menu I239X Font, Pitch, Code Page, T. Margin (Bovenmarge), Text (AantRegel), Auto CR (Autom.
  • Pagina 438: Menu Information (Informatie)

    Menu Information (Informatie) In dit menu kunt u het tonerniveau en de resterende levensduur van verbruiksgoederen controleren. U kunt ook status- en voorbeeldvellen afdrukken met de huidige instellingen van de printer, beschikbare lettertypen en een kort overzicht van de beschikbare functies. Druk op Omlaag of Omhoog om een item te selecteren.
  • Pagina 439: Status Sheet, Aux Status Sheet, Ps3 Status Sheet (Statusvel, Aux-Statusvel, Ps3-Statusvel)

    Item Instellingen (standaardinstelling is vet) FX Font Sample (FX Fontvoorbeeld) I239X Font Sample (I239X Fontvoorbeeld) Toner E******F Total Pages (Afgedrukt) 0 to 99999999 (1 tot 999) *1 Dit item wordt alleen weergegeven als de taken met behulp van de functie Quick Print Job (Snelafdruk) worden opgeslagen.
  • Pagina 440 PS3 Font List (PS3 Fontvoorbeeld), LJ4 Font Sample (LJ4 Fontvoorbeeld), ESCP2 Font Sample (ESCP2 Fontvoorbeeld), FX Font Sample (FX Fontvoorbeeld), I239X Font Sample (I239X Fontvoorbeeld) Hiermee drukt u een lijst of een voorbeeld van de lettertypen af die beschikbaar zijn voor de geselecteerde printeremulatie. Toner Hiermee wordt de hoeveelheid overgebleven toner in de tonercartridge weergegeven, zoals hieronder wordt...
  • Pagina 441: Menu Tray (Papierbak)

    Menu Tray (Papierbak) Met dit menu kunt u de afmetingen en de soort van het papier instellen dat in de MP-lade is geplaatst. Met dit menu kunt u tevens de afmetingen van het papier controleren dat zich momenteel in de onderste papierladen bevindt. De instellingen van de papiersoort in dit menu kunt u ook vanuit de printerdriver wijzigen.
  • Pagina 442: Menu Emulation (Emulatie)

    MP Tray Size (Std Papierbak) In dit menu selecteert u het papierformaat. LC1 Size (Form. Opt-bak1)/LC2 Size (Form. Opt-bak2)/LC3 Size (Form. Opt-bak3)/LC4 Size (Form. Opt-bak4) Hier wordt het papierformaat weergegeven dat in de standaardpapierlade en optionele onderste papierladen is geplaatst. MP Type (MP-soort) Hier kunt u de papiersoort instellen die in de MP-lade is geplaatst.
  • Pagina 443: Menu Printing (Afdruk)

    Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Network Auto, LJ4, ESCP2, FX, I239X, PS3, GL2 (Netwerk) AUX* Auto, LJ4, ESCP2, FX, I239X, PS3, GL2 * Alleen beschikbaar wanneer een optionele interfacekaart (type B) is geïnstalleerd. Menu Printing (Afdruk) Met dit menu kunt u standaardafdrukinstellingen opgeven, zoals het formaat en de afdrukstand van de pagina, wanneer u wilt afdrukken vanuit een toepassing of besturingssysteem waarin de printerdriver niet wordt ondersteund.
  • Pagina 444 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) LeftOffset -150,0 ... 0,0 ... 150,0 mm in stappen van 0,5 mm (Linkermarge) T Offset B (B Marge A) -99,0 ... 0,0 ... 99,0 mm in stappen van 0,5 mm L Offset B (L Marge A) -99,0 ...
  • Pagina 445 Density (Dichtheid) Hier wordt de afdrukdichtheid aangegeven. Image Optimum (Optimale afbeelding) Als deze modus is ingeschakeld, worden afbeeldingen afgedrukt met verminderde kwaliteit. De hoeveelheid gegevens voor afbeeldingen wordt verkleind wanneer de gegevens de geheugenlimiet bereiken. Zo kunnen er complexe documenten worden afgedrukt.
  • Pagina 446: Menu Setup

    L Offset B (L Marge A) Hiermee kunt u de horizontale afdrukpositie op de achterzijde van het papier aanpassen wanneer u dubbelzijdig afdrukt. Gebruik deze optie wanneer de afdruk op de achterzijde niet op de verwachte plaats wordt afgedrukt. Menu Setup In dit menu kunt u verschillende algemene configuratie- instellingen opgeven voor papierbronnen, invoermodi en foutverwerking.
  • Pagina 447 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Page Side (Paginazijde) Front (Voor), Back (Achter) Skip Blank Page** Off (Uit), On (Aan) (Geen lege pag.**) Auto Eject Page Off (Uit), On (Aan) (Auto uitvoer pg) Size Ignore (Negeer fmt) Off (Uit), On (Aan) Auto Cont Off (Uit), On (Aan) Page Protect...
  • Pagina 448 Als u Auto selecteert, wordt het papier ingevoerd uit de papierbron met het papier dat overeenkomt met de instelling voor papierformaat. Is een envelopformaat (IB5, C10, C5, DL, MON, C6) geselecteerd als papierformaat, dan wordt het papier altijd ingevoerd uit de MP-lade.
  • Pagina 449 Binding (Bindzijde) Hier geeft u de inbindrichting van de afdruk op. Start Page (Startpagina) Hier geeft u op of eerst op de voor- of op de achterzijde van de pagina moet worden afgedrukt. Paper Type (Pap soort) Hier geeft u de papiersoort op waarmee u wilt afdrukken. De afdruksnelheid van de printer wordt automatisch aangepast aan deze instelling.
  • Pagina 450 Size Ignore (Negeer fmt) Als u een fout met een papierformaat wilt negeren, selecteert u On (Aan). Wanneer u deze optie inschakelt, gaat de printer door met afdrukken, zelfs wanneer de afbeelding groter is dan het opgegeven papierformaat. Dit kan vlekken veroorzaken doordat de toner niet correct op het papier wordt overgebracht.
  • Pagina 451: Menu Quick Print Job (Snelafdruk)

    Toner Out (Toner leeg) Hiermee kunt u aangeven of de printer stopt met afdrukken als de toner bijna op is. Als u Continue (Voort) selecteert, kunt u doorgaan met afdrukken nadat u het foutbericht hebt gewist. Er kunnen echter problemen optreden, zoals een vage afdruk. LCD Contrast (LCD-contrast) Hiermee past u het contrast van het LCD-scherm aan.
  • Pagina 452: Menu Reset

    Menu Reset In dit menu kunt u afdrukken annuleren en printerinstellingen opnieuw instellen. Clear Warning (Waarschuwing wissen) Hiermee wist u de laatste waarschuwing die wordt weergegeven op het LCD-scherm. Clear All Warnings (Wis waarschuwingen) Hiermee wist u alle waarschuwingen die worden weergegeven op het LCD-scherm en die nog in het printergeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 453: Menu Parallel

    SelecType Init Met deze optie worden de standaardwaarden van de menu-instellingen van het bedieningspaneel opnieuw ingesteld. De instellingen Yellow Regist (Geelregistr), Magenta Regist (Magentaregistr) en Cyan Regist (Cyaanregistr) worden niet opnieuw ingesteld. Menu Parallel Met deze instellingen wordt de communicatie tussen de printer en de computer beheerd wanneer u de parallelle interface gebruikt.
  • Pagina 454: Menu Usb

    Bi-D (Bidirectioneel) Hiermee kunt u de modus voor bidirectionele communicatie instellen. Als u Off (Uit) selecteert, wordt bidirectionele communicatie uitgeschakeld. Buffer Size (Databuffer) Hier bepaalt u hoeveel geheugen moet worden gebruikt voor het ontvangen en afdrukken van gegevens. Als Maximum (Maximaal) is geselecteerd, is er meer geheugen gereserveerd voor het ontvangen van gegevens.
  • Pagina 455: Menu Network (Netwerk)

    USB I/F (USB-poort) Hiermee schakelt u de USB-interface in of uit. Buffer Size (Databuffer) Hier bepaalt u hoeveel geheugen moet worden gebruikt voor het ontvangen en afdrukken van gegevens. Als Maximum (Maximaal) is geselecteerd, is er meer geheugen gereserveerd voor het ontvangen van gegevens.
  • Pagina 456: Menu Lj4

    Menu LJ4 Met deze instellingen beheert u de lettertypen en tekensets die beschikbaar zijn in de modus LJ4. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font Source (Bron fonts) Resident, Download, ROM A* Font Number (Font Nr) 0 tot 65535 (afhankelijk van de instellingen) Pitch** 0,44 ...
  • Pagina 457 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) CR Function CR, CR + LF (CR-functie) LF Function (LF-functie) LF, CR + LF Tray Assign 4, 4K, 5S (Vakaanduid.) * Alleen beschikbaar wanneer de optionele ROM-module voor lettertypen is geïnstalleerd. ** Afhankelijk van of u Letter- (60) of A4-papier (64) hebt geselecteerd. Opmerking: Als u meestal de HP LaserJet 4-printerdriver gebruikt om af te drukken, moet u waar mogelijk de instellingen wijzigen met deze driver.
  • Pagina 458 Height (Puntgrootte) Hier geeft u de standaardpuntgrootte voor het lettertype op als het lettertype schaalbaar en proportioneel is. U kunt een waarde selecteren van 4,00 tot 999,75 punten in stappen van 0,25 punt. Dit item wordt wellicht niet weergegeven, afhankelijk van de instellingen bij Font Source (Bron fonts) of Font Number (Font Nr).
  • Pagina 459: Menu Gl2

    Tray Assign (Vakaanduid.) Hiermee kunt u de toewijzing wijzigen voor de opdracht om een papierbron te selecteren. Wanneer 4 is geselecteerd, zijn de ingestelde opdrachten compatibel met de HP LaserJet 4. Is 4K geselecteerd, dan zijn de ingestelde opdrachten compatibel met de HP LaserJet 4000, 5000 en 8000.
  • Pagina 460 Voordat u kunt afdrukken in de modus GL/2 U moet wellicht de volgende afdrukopties wijzigen in de toepassing, afhankelijk van de gewenste uitvoer. Controleer of deze instellingen overeenkomen met de gegevens die u wilt afdrukken. Afdrukopties Instellingen Paper Size De instelling voor papierformaat van de printer. (Papierformaat) Driver (plotter selection) HP-GL/2 of HP-GL...
  • Pagina 461 Scale (Schalen) Hier wordt aangegeven of de uitvoer van de software geschaald is. De schaalfactor is gebaseerd op het opgegeven papierformaat in de toepassing. Origin (Oorsprong) Hier geeft u aan of de logische oorsprong van de plotter de hoek of het midden van het papier is. Pen (Pen) Hiermee kunt u een pen selecteren waarmee u de dikte kunt instellen bij Pen0 tot en met Pen6.
  • Pagina 462: Menu Ps3

    Menu PS3 Deze instellingen zijn beschikbaar in de modus PS3. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Error Sheet (Foutrapport) Off (Uit), On (Aan) Image Protect Off (Uit), On (Aan) (Behoud afb.) Error Sheet (Foutrapport) Als u On (Aan) selecteert, drukt de printer een foutrapport af. Image Protect (Behoud afb.) Hier kunt u aangeven of u compressie met gegevensverlies wilt gebruiken.
  • Pagina 463 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) CGTable (Kar Tab) PcUSA, Italic, PcMultilin, PcPortugue, PcCanFrenc, PcNordic, PcTurkish2, PcIcelandic, PcE.Europe, BpBRASCII, BpAbicomp, Roman-8, PcEur858, ISO Latin1, 8859-15ISO, PcSI437, PcTurkish1, 8859-9 ISO, Mazowia, CodeMJK, PcGk437, PcGk851, PcGk869, 8859-7 ISO, PcCy855, PcCy866, PcUkr866, PcLit771, Bulgarian, Hebrew7, Hebrew8, PcHe862, PcAr864, PcAr864Ara, PcAr720, PcLit774, Estonia, ISO Latin2, PcLat866 Country (Land)
  • Pagina 464 T. Margin (Bovenmarge) Hiermee kunt u de afstand van de bovenzijde van de pagina naar de basislijn van de eerste afdrukbare regel opgeven. De afstand wordt aangegeven in inch. Hoe kleiner de waarde, des te dichter bevindt de afdrukbare regel zich bij de bovenzijde. Text (AantRegel) Hier geeft u de lengte van de pagina op in regels.
  • Pagina 465 Auto CR (Autom. CR) Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt. Als u Off (Uit) selecteert, drukt de printer tekens die de rechtermarge overschrijden niet af en wordt er geen regelterugloop uitgevoerd tot een teken voor een regelterugloop wordt ontvangen.
  • Pagina 466: Menu Fx

    Menu FX In dit menu kunt u instellingen opgeven die van invloed zijn op de printer wanneer de emulatiemodus FX is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font Courier, Prestige, Roman, Sans Serif, Script, Orator S, OCR A, OCR B Pitch 10, 12, 15 cpi, Prop Condensed (Versmald)
  • Pagina 467 Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Condensed (Versmald) Hiermee schakelt u versmald afdrukken in of uit. T. Margin (Bovenmarge) Hiermee kunt u de afstand van de bovenzijde van de pagina naar de basislijn van de eerste afdrukbare regel opgeven.
  • Pagina 468 Country (Land) Met deze optie kunt u een van de vijftien internationale tekensets selecteren. Zie “Internationale tekensets” op pagina 497 voor voorbeelden van de tekens in de tekenset voor de verschillende landen. Auto CR (Autom. CR) Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt.
  • Pagina 469: Menu I239X

    ZeroChar (Vorm 0 (nul)) Hier geeft u aan of de printer een nul met of zonder deelteken moet afdrukken. Menu I239X ® De modus I239X emuleert IBM 2390/2391 Plus-opdrachten. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar wanneer de modus I239X is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font...
  • Pagina 470 Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Code Page Hier selecteert u de tekentabellen. Tekentabellen bevatten de tekens en symbolen die in verschillende talen worden gebruikt. De printer drukt tekst af op basis van de geselecteerde tekentabel.
  • Pagina 471 Auto LF (Autom. LF) Als u Off (Uit) selecteert, verzendt de printer geen opdracht voor een automatische regelinvoer (LF) voor elke regelterugloop (CR). Is On (Aan) geselecteerd, dan wordt een opdracht voor een regelinvoer verzonden voor elke regelterugloop. Selecteer On (Aan) als de tekstregels elkaar overlappen.
  • Pagina 472 Lettertypen downloaden ........466 EPSON Font Manager........466 Systeemvereisten .
  • Pagina 473: Beschikbare Lettertypen

    Beschikbare lettertypen In de onderstaande tabel vindt u de lettertypen die op de printer zijn geïnstalleerd. De namen van alle lettertypen worden weergegeven in de lettertypenlijst van de toepassing als u de driver gebruikt die bij de printer wordt geleverd. Gebruikt u een andere driver, dan zijn deze lettertypen mogelijk niet beschikbaar.
  • Pagina 474 Naam lettertype Familie HP-equivalent Ryadh Medium, Bold Ryadh Malka Medium, Bold, Italic Miryam Dorit Medium, Bold David Naamit Medium, Bold Narkis Arial Medium, Bold, Italic, Bold Italic Arial Times New Medium, Bold, Italic, Bold Italic Times New Helvetica Medium, Bold, Oblique, Helvetica Bold Oblique Helvetica Narrow...
  • Pagina 475: Modi Esc/P 2- En Fx

    Modi ESC/P 2- en FX Naam lettertype Familie Courier Medium, Bold EPSON Prestige EPSON Roman EPSON Sans serif Arial Medium, Bold Letter Gothic SWC Medium, Bold Times New Roman Medium, Bold EPSON Script OCR A...
  • Pagina 476: Modus I239X

    EPSON Prestige EPSON Gothic EPSON Orator EPSON Script EPSON Presentor EPSON Sans serif OCR B Opmerking: Afhankelijk van de afdrukdichtheid of papierkwaliteit of -kleur is het lettertype OCR B mogelijk niet leesbaar. Druk een voorbeeld af en controleer of het lettertype leesbaar is voordat u grote hoeveelheden afdrukt.
  • Pagina 477: Voorbeelden Van Lettertypen Afdrukken

    Raadpleeg “Voorbeelden van Postscript-lettertypen” op pagina 501 als u wilt zien hoe de lettertypen eruit zien. Voorbeelden van lettertypen afdrukken Met het menu Information (Informatie) op het bedieningspaneel van de printer kunt u voorbeelden afdrukken van de beschikbare lettertypen in elke modus. Voer de onderstaande procedure uit om voorbeelden van lettertypen af te drukken.
  • Pagina 478: Lettertypen Selecteren

    De volgende punten met betrekking tot lettertypen en Windows zijn belangrijk: TrueType-lettertypen werken bij alle versies van Windows. U kunt maximaal ongeveer 800 TrueType-lettertypen installeren in Windows ME, 98 of 95. Als u PostScript Type 1-lettertypen wilt gebruiken in Windows ME/98/95, hebt u Adobe Type Manager (ATM), ATM Deluxe of ATM Light nodig.
  • Pagina 479: Lettertypen Downloaden

    EPSON Font Manager EPSON Font Manager biedt 131 lettertypen. Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON Font Manager moet de computer aan de volgende vereisten voldoen: Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een 486-processor of...
  • Pagina 480: Epson Font Manager Installeren

    EPSON Font Manager installeren Voer de onderstaande procedure uit om EPSON Font Manager te installeren: 1. Zet de printer uit en controleer of Windows wordt uitgevoerd op de computer. 2. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station van de computer.
  • Pagina 481 4. In het dialoogvenster dat verschijnt, klikt u op Install Software (Installeer Software). 5. Klik op Custom (Aangepast). 6. Schakel het selectievakje EPSON Font Manager in en klik op Install (Installeer). Volg de instructies op het scherm. Werken met lettertypen...
  • Pagina 482: Epson Barcode Fonts

    Startbalk, Stopbalk en OCR-B. Met EPSON BarCode Fonts kunt u de codes echter automatisch toevoegen, zodat u eenvoudig streepjescodes kunt afdrukken die voldoen aan uiteenlopende standaarden voor streepjescodes.
  • Pagina 483 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num Code128 EPSON Maakt Code128- Code128 streepjescodes. Interleaved 2 EPSON ITF U kunt afdrukken of 5 (ITF) van OCR-B en EPSON ITF (Interleaved 2 controlecijfers van 5 (ITF)) opgeven met de lettertypenaam. EPSON ITF...
  • Pagina 484: Systeemvereisten

    Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON BarCode Fonts moet de computer aan de volgende vereisten voldoen. Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een i386SX-processor of hoger Besturingssysteem: Microsoft Windows ME, 98, 95, Windows XP, 2000, NT 4.0 Vaste schijf: 15 tot 30 kB vrije ruimte, afhankelijk van...
  • Pagina 485 Opmerking: Als het venster voor het instellen van talen verschijnt, selecteert u uw land. Als het installatieprogramma van EPSON niet automatisch wordt gestart, dubbelklikt u op het pictogram My Computer (Deze computer) en klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram CD-ROM (Cd-rom-station).
  • Pagina 486: Afdrukken Met Epson Barcode Fonts

    6. Schakel het selectievakje EPSON BarCode Font in en klik op Install (Installeer). Volg de instructies op het scherm. 7. Als de installatie is voltooid, klikt u op OK. EPSON BarCode Fonts zijn nu op de computer geïnstalleerd. Afdrukken met EPSON BarCode Fonts In deze instructies wordt uitgegaan van de toepassing Microsoft WordPad.
  • Pagina 487 Voer de onderstaande procedure uit om streepjescodes te maken en af te drukken met EPSON BarCode Fonts: 1. Open een document in de toepassing en typ de tekens die u in een streepjescode wilt omzetten. 2. Selecteer de getypte tekens en klik op Font (Lettertype) in het menu Format (Opmaak).
  • Pagina 488 3. Selecteer het gewenste lettertype van EPSON BarCode Font en stel de lettertypegrootte in. Klik op OK. Opmerking: In Windows XP, 2000 en NT 4.0 kunt u voor het afdrukken van streepjescodes geen lettertypen gebruiken die groter zijn dan 96 punten.
  • Pagina 489 5. Kies Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand). Klik met de rechtermuisknop op de EPSON-printer en kies Properties (Eigenschappen). Geef de volgende instellingen op voor de printerdriver. EPL-N7000 is een zwartwitprinter. Zie het gedeelte over drivers voor zwartwitprinters in de onderstaande tabel.
  • Pagina 490 Opmerking: Als er een fout voorkomt in de tekenreeks van de streepjescode, bijvoorbeeld onjuiste gegevens, wordt de streepjescode afgedrukt zoals weergegeven op het scherm. De streepjescode kan dan niet door een streepjescodelezer worden gelezen. Streepjescodes invoeren en opmaken Houd bij het invoeren en opmaken van de tekens voor een streepjescode rekening met het volgende: Voeg geen schaduwen of andere opmaak toe aan de tekens, zoals vet, cursief en onderstrepingen.
  • Pagina 491: Specificaties Barcode Fonts

    Mogelijk bestaat de uiteindelijke streepjescode uit meer tekens dan u hebt ingevoerd, omdat bijzondere tekens, zoals Startbalk en Stopbalk, worden toegevoegd als u EPSON BarCode Font selecteert. Voor een optimaal resultaat gebruikt u voor het geselecteerde lettertype van EPSON BarCode Font alleen de lettertypegrootten die worden aanbevolen in “Specificaties...
  • Pagina 492 De volgende codes worden automatisch ingevoegd: Linker-/rechtermarge Linker-/rechterafsluitbalk Middenbalk Controlecijfer OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-8 EPSON EAN-13 EAN-13 is een streepjescode van dertien cijfers. Omdat het controlecijfer automatisch wordt toegevoegd, kunt u maar 12 tekens invoeren. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9)
  • Pagina 493 De volgende codes worden automatisch ingevoegd: Linker-/rechtermarge Linker-/rechterafsluitbalk Middenbalk Controlecijfer OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-13 EPSON UPC-A UPC-A is de streepjescode die is vastgelegd in de American Universal Product Code (UPC Symbol Specification Manual). Alleen gangbare UPC-codes worden ondersteund. Aanvullende codes worden niet ondersteund. Soort tekens...
  • Pagina 494 De volgende codes worden automatisch ingevoegd: Linker-/rechtermarge Linker-/rechterafsluitbalk Middenbalk Controlecijfer OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-A EPSON UPC-E UPC-E komt overeen met de streepjescode UPC-A. Bij UPC-E worden extra nullen echter verwijderd. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens 6 tekens...
  • Pagina 495 Linker-/rechtermarge Linker-/rechterafsluitbalk Controlecijfer OCR-B Het getal “0” Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-E EPSON Code39 Er zijn vier Code39-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code39-standaard.
  • Pagina 496 Typ spaties in Code39-streepjescodes als “_” onderstrepingstekens. Als u twee of meer streepjescodes op één regel wilt afdrukken, scheidt u ze met een tab of selecteert u een ander lettertype en typt u een spatie. Als u een spatie invoert voor een Code39-lettertype, wordt de streepjescode niet correct opgebouwd.
  • Pagina 497 Afdrukvoorbeeld EPSON Code39 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num EPSON Code39 CD Num EPSON Code128 Code128-lettertypen bieden ondersteuning voor de codesets A, B en C. Wanneer de codeset van een regel met tekens halverwege de regel wordt gewijzigd, wordt er automatisch een conversiecode ingevoegd.
  • Pagina 498 Controlecijfer Teken voor veranderen codeset Afdrukvoorbeeld EPSON Code128 EPSON ITF De EPSON ITF-lettertypen voldoen aan de Amerikaanse USS Interleaved 2-van-5-standaard. Er zijn vier EPSON ITF-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. Werken met lettertypen...
  • Pagina 499 Bij Interleaved 2-van-5 worden elke twee opeenvolgende tekens als een set beschouwd. Als het aantal tekens oneven is, wordt met EPSON ITF-lettertypen automatisch een nul aan het begin van de tekenreeks toegevoegd. Soort tekens...
  • Pagina 500 Afdrukvoorbeeld EPSON ITF EPSON ITF CD EPSON ITF Num EPSON ITF CD Num EPSON Codabar Er zijn vier Codabar-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Codabar-standaard.
  • Pagina 501 Aanbevolen grootten zijn 36 pt, 72 pt, 108 pt en 144 pt. De volgende codes worden automatisch ingevoegd: Onbedrukte linker-/rechterzone Start-/stopteken (indien niet ingevoerd) Controlecijfer Afdrukvoorbeeld EPSON Codabar EPSON Codabar CD EPSON Codabar Num EPSON Codabar CD Num Werken met lettertypen...
  • Pagina 502: Bijlage D Tekensets

    Modus EPSON GL/2 ........499...
  • Pagina 503: Inleiding Op Tekensets

    Inleiding op tekensets Via de printer hebt u toegang tot verschillende tekensets. Veel van deze tekensets bevatten taalspecifieke tekens. Opmerking: Lettertypen en tekens worden door de meeste programma's automatisch verwerkt. U hoeft de printerinstellingen waarschijnlijk nooit aan te passen. Als u echter zelf de beheerprogramma's voor de printer schrijft of oudere software gebruikt waarmee u lettertypen niet kunt beheren, vindt u in het volgende gedeelte relevante informatie over tekensets.
  • Pagina 504: Emulatiemodus Lj4

    Emulatiemodus LJ4 De volgende tekensets zijn beschikbaar in de emulatiemodus LJ4. Beschikbare Naam tekenset: lettertypen 19 lettertypen IBM-US (10U) Roman-8 (8U) Courier ECM94-1 (0N) 8859-2 ISO (2N) CG Times Universe 8859-9 ISO (5N) 8859-10ISO (6N) Letter Gothic Line Printer IBM-DN (11U) PcMultilingual (12U) PcE.Europe (17U) PcTk437 (9T)
  • Pagina 505 Beschikbare Naam tekenset: lettertypen 19 lettertypen PsMath (5M) Math-8(8M) Courier CG Times Universe Letter Gothic Dorit Malka Naamit Naskh Koufi Ryadh 19 lettertypen ANSI ASCII (0U), Courier CG Times Universe Letter Gothic Dorit Malka Naamit Naskh Koufi Ryadh Line Printer Courier Pc866Cyr (3R) Pc866Ukr (14R)
  • Pagina 506 Beschikbare Naam tekenset: lettertypen Naskh Pc864Ara (10V) HPWARA (9V) Koufi Ryadh Naskh Arabic8 (8V) Koufi Ryadh Line Printer Courier PcHe862 (15Q) PcGk437 (32G) Line Printer PcIcelandic (32I) PcLt774 (32L) PcCy855 (32R) PcTurk1 (32T) PcAr864 (32V) PcGk851 (33G) PcPortuguese (33I) PcEt850 (33L) PcCy866 (33R) PcTurk2 (33T) PcGk869 (34G)
  • Pagina 507: De 19 Lettertypen Verwijzen Naar De Lettertypen In De Onderstaande Lijst

    De 19 lettertypen verwijzen naar de lettertypen in de onderstaande lijst: CG Omega Coronet Clarendon Condensed Univers Condensed Antique Olive Garamond Marigold Albertus Arial Times New Helvetica Helvetica Narrow Palatino ITC Avant Garde Gothic ITC Bookman New Century Schoolbook Times ITC Zapf Chancery Medium Italic CourierPS Internationale tekensets voor ISO...
  • Pagina 508: In De Modi Esc/P 2 Of Fx

    In de modi ESC/P 2 of FX Tekentabel: Beschikbare lettertypen OCR B Courier EPSON Roman Letter Gothic EPSON Sans serif Arial EPSON Prestige Times New EPSON Script PcUSA beschikbaar beschik- beschikbaar beschikbaar baar PcMultilingual niet beschik- beschikbaar beschikbaar beschikbaar baar...
  • Pagina 509 8859-15ISO niet beschik- beschikbaar beschikbaar beschikbaar baar PcSl437* niet beschik- niet beschikbaar niet beschikbaar baar beschikbaar PcTurk1* niet beschik- niet beschikbaar niet beschikbaar baar beschikbaar 8859-9 ISO* niet beschik- niet beschikbaar niet beschikbaar baar beschikbaar Mazowia* niet beschik- niet beschikbaar niet beschikbaar baar...
  • Pagina 510: Internationale Tekensets

    PcAr864* niet beschik- niet beschikbaar niet beschikbaar baar beschikbaar PcLit771* niet beschik- niet beschikbaar niet beschikbaar baar beschikbaar PcLit774* niet beschik- niet beschikbaar niet beschikbaar baar beschikbaar Estonia* niet beschik- niet beschikbaar niet beschikbaar baar beschikbaar ISO Latin 2* niet beschik- niet beschikbaar niet...
  • Pagina 511: Beschikbare Tekens Met De Opdracht Esc

    In de modus 1239X zijn de volgende tekensets beschikbaar: PcUSA, PcMultilingual, PcEur858, PcPortuguese, PcCanFrench, PcNordic. Zie “In de modi ESC/P 2 of FX” op pagina 495 voor meer informatie. Beschikbare lettertypen zijn EPSON Sans Serif, Courier, EPSON Prestige, EPSON Gothic, EPSON Presentor, EPSON Orator en EPSON Script. Tekensets...
  • Pagina 512: Modus Epson Gl/2

    Modus EPSON GL/2 In de modus EPSON zijn dezelfde tekensets beschikbaar als in de emulatiemodus LaserJet4. Zie “Emulatiemodus LJ4” op pagina 491 voor meer informatie. Tekensets...
  • Pagina 513 Tekensets...
  • Pagina 514: Bijlage E Voorbeelden Van Postscript-Lettertypen

    Bijlage E Voorbeelden van Postscript-lettertypen Voorbeelden van Postscript-lettertypen...
  • Pagina 515 Voorbeelden van Postscript-lettertypen...
  • Pagina 516 Woordenlijst afdrukstand Hiermee wordt aangegeven in welke richting tekens op een vel worden afgedrukt. Met de afdrukstand staand wordt in de breedte van de pagina afgedrukt, met liggend in de lengte. ASCII American Standard Code for Information Interchange. Een verzameling standaardcodes die worden toegekend aan tekens en besturingscodes.
  • Pagina 517 emulatie Zie printeremulatie voor meer informatie. FF (form feed) Een besturingscode voor een nieuwe pagina. gedownload lettertype Een lettertype dat vanuit een externe bron, bijvoorbeeld een computer, in het printergeheugen wordt geladen. Wordt ook wel laadbaar lettertype genoemd. geheugen Het deel van het elektronische systeem van de printer waarin informatie wordt opgeslagen.
  • Pagina 518 liggend Er wordt in de lengte op de pagina afgedrukt. Bij deze afdrukstand kan er meer worden afgedrukt in de breedte dan in de lengte. Deze optie is geschikt voor het afdrukken van werkbladen. ® ® De printerbesturingstaal van de Hewlett-Packard LaserJet -printers.
  • Pagina 519 RITech Resolution Improvement Technology. Een functie om de rafelige randen van lijnen of vormen bij te werken. Het deel van het printermechanisme waar de afbeelding wordt gevormd en op het papier wordt aangebracht. Read Only Memory. Het deel van het geheugen waarmee alleen gegevens kunnen worden gelezen, maar niet opgeslagen.
  • Pagina 520 tekenset Een verzameling symbolen en speciale tekens. Bepaalde codes in tekentabellen worden weergegeven met symbolen. toner Tonercartridges bevatten zwart poeder dat wordt gebruikt om afbeeldingen op het papier af te drukken. tonercartridge De tonercartridge bevat een lichtgevoelige afdrukrol en een voorraad toner. TrueType ®...
  • Pagina 521 Woordenlijst...
  • Pagina 522 AppleTalk, speciale instellingen bij Transparencies, 396 Windows 2000/NT 4.0., 225 EPSON Font Manager Info, 466 Installeren, 467 Systeemvereisten, 466 Ballonhelp, 168 EPSON Status Monitor 3 Bedieningspaneel Controleren uitschakelen, 94 Instellingen, 414 Gecontroleerde printers instellen, 95 Knoppen, 416 Info, 79 Menu's, 414, 415...
  • Pagina 523 Help, 1 Lettertypen Installatiehandleiding, 1 Beschikbaar, 460 Netwerkhandleiding, 1 Downloaden, 466 Help, 151 EPSON BarCode fonts, 469 ESC/P 2- en FX-modi, 462 Modus I239X, 463 IES (Intelligent Emulation Switch), 7, Modus LJ4/GL2, 460 106, 156 Modus PS 3, 463 Installeren...
  • Pagina 524 Papierstoring, 320 Papierstoring in de printer, 320 Pagina's per vel afdrukken, 12 Papierstoring in de Papier uitvoereenheid, 325 Afdrukgebied, 397 Specificaties, 404 Onderste papiereenheid voor 550 Verwijderen, 249 vellen A3 installeren, 24 Menu's van bedieningspaneel Ondersteunde Menu AUX, 442 materiaalsoorten, 392 Menu Confidential Job Papier in de MP-lade plaatsen, 22 (Vertrouwelijke...
  • Pagina 525 PostScript 3 Problemen met afdrukken via het Info, 7 netwerk (Macintosh), 358 Voorbeelden van lettertypen, 501 Problemen met de printerdriver PostScript-printerdriver (Macintosh), 354 Gebruiken met Mac OS 8.6 of Problemen met lettertypen 9.x, 158 (Macintosh), 357 Gebruiken met Mac OS X, 183 Problemen met lettertypen Gebruiken met Windows ME/98/ (Windows), 348...
  • Pagina 526 Printer reinigen, 293 Duplexmodule, 405 Printer selecteren (Mac OS 8.6 of 9.x) Enveloppen, 395 USB-aansluiting, 161 EPSON BarCode fonts, 478 Printer selecteren (Mac OS 8.6 tot 9.x) EPSON Color Laser Netwerkverbinding, 165 Transparencies, 396 Printer selecteren (Mac OS X), 185...
  • Pagina 527 Transparanten Driverinstellingen, 37 Zwaar papier Info, 37 Driverinstellingen, 36 Specificaties, 396 Uitvoerlade, 32 USB-aansluiting, instellingen, 96 USB-interface, specificaties, 402 Vaste schijf Info, 6, 255 Installeren, 255 Opmaken, 265 Specificaties, 405 Verwijderen, 265 Verbruiksgoederen Vervangen, 280 Vervangingsberichten, 281 Verwijderen Duplexmodule, 255 Geheugenmodule, 274 Interfacekaart, 277 Mailbox met vier laden, 249...