2. Sluit de USB-interfacekabel of de parallelle interfacekabel aan
op de USB-connector of de parallelle connector van de printer
zoals hieronder wordt weergegeven.
USB
Parallel
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de
USB-connector of de parallelle connector van de computer.
Opmerking:
Als u de printer via een geïnstalleerde optionele interfacekaart wilt
aansluiten op de computer, hebt u een ander type kabel nodig. Raadpleeg
hiervoor de handleiding bij de optionele interfacekaart.
De printer gereed maken voor gebruik
17