Productselectie, ontwerp en modificatie
NL
5.1.2 Extra boringen door de klant aanbrengen
NL
NL
5.1.2.1 Flensplaten
NL
Bruikbare vlakken voor leidingdoorvoeren in flensplaten bepalen
NL
alle maten in mm [inch]
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Botsframe en aardaansluiting flensplaat
NL
Plaats/oppervlak voor leidinginvoer op de flensplaat binnen het contactkader
NL
(zie afbeelding, dunne lijn) vrij kiezen. Let erop, dat latere schroefkoppelingen dit
contactkader niet overschrijden.
NL
NL
Let daarbij op de volgende voorwaarden:
NL
Voldoende afstand tot afdichting rondom (minimaal 2 mm) inplannen
(zie afbeelding, uitsnede).
NL
Voldoende afstand tot de aardaansluiting (min. 10 mm) (zie afbeelding onder) inplannen.
NL
Apparaat zorgvuldig en uitsluitend met inachtneming van de veiligheidsinstructies
NL
(zie hoofdstuk "Veiligheid") modificeren.
Effectieve oppervlak berekenen.
NL
Extra boringen door laseren of stansen (boren, gatsnijden) aanbrengen.
NL
Bij ponsen en snijden er op letten dat de buitenvlakken van de behuizing vlak en
NL
onbeschadigd (zonder scheuren) blijven.
Bij schroefdraad de kernboringdiameter bepalen. Geen NPT-schroefdraad gebruiken!
Let bij het bepalen van de boringen op de montage-afstanden.
Boringdiameter afstemmen op de afmetingen van de inbouwcomponenten resp. de
dichting ervan.
Inbouwcomponenten ALLEEN met vlakafdichting gebruiken.
Voor het naderhand plaatsen van componenten paragraaf 5.2 aanhouden!
Voor zover de technische specificaties zijn veranderd, bijvoorbeeld door de extra in te
bouwen componenten, een nieuwe typeplaat met de actuele waarden aanbrengen.
10
Besturings- en verdelerkast
Reeks 8150/5
2 [0,08]
2 [0,08]
10 [0,39]
18104E00
260172 / 815060300370
2018-04-17·BA00·III·nl·02