Continustand en bracketing
Continu fotograferen (seriestand)
Continu fotograferen (seriestand)
Leg beweging vast in een serie foto's.
1
Druk op de selectieknop omlaag (I) wanneer
de camera zich in de opnamestand bevindt.
2
Druk de keuzeknop omhoog of omlaag om
I te markeren en druk de keuzeknop vervol-
gens naar links of rechts om een beeldsnelheid
van J (hoog) of O (laag) te kiezen. Druk op
MENU/OK om verder te gaan wanneer de instel-
lingen zijn voltooid.
3
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
4
Druk de ontspanknop volledig in
om foto's te maken. Het fotograferen
stopt pas als de ontspanknop wordt
losgelaten, als het geselecteerde
aantal foto's werd gemaakt of als het
geheugen vol is.
64
R Scherpstelling en belichting worden bepaald door de
eerste foto in iedere serie. De fl itsers gaan automatisch
uit; de eerder geselecteerde fl itsmodus wordt weer
geselecteerd wanneer seriefotografi e wordt uitge-
schakeld.
R De beeldsnelheid varieert afhankelijk van de sluitertijd
en kan traag zijn als er meer foto's worden gemaakt.
R Er is mogelijk extra tijd vereist om foto's te maken
wanneer de opname eindigt.
R Als de bestandsnummering 999 bereikt voordat het
fotograferen is voltooid, worden de resterende foto's
opgeslagen in een nieuwe map (P 102).
R Serieopname wordt mogelijk niet gestart als de be-
schikbare ruimte op de geheugenkaart onvoldoende
is.