Lenzen
De doppen verwijderen
De doppen verwijderen
Verwijder de doppen zoals afgebeeld.
R Lensdoppen kunnen verschillen van de afgebeelde
doppen.
Lenzen met lenskappen
Lenzen met lenskappen
Wanneer bevestigd, verminderen zonnekappen
schittering en beschermen ze het voorste lensele-
ment.
10
Lenzen met diafragmaringen
Lenzen met diafragmaringen
Bij instellingen die anders zijn
dan A kunt u diafragma aanpas-
sen door aan de lensdiafragma-
ring te draaien (belichtingsstan-
den A en M).
Diafragmastandenschakelaar
Diafragmastandenschakelaar
Als de lens over een diafragmastandenschakelaar
beschikt, kan diafragma handmatig worden aangepast
door de schakelaar naar Z te schuiven en aan de
diafragmaring te draaien.
Diafragmaring
R Wanneer de diafragmaring op A is ingesteld, gebruikt
u de secundaire instelschijf om diafragma aan te
passen.
R Voor informatie over de functies van de hoofd- en
secundaire instelschijf, zie pagina 4.
Diafragmaring
A 16 11 8 5.6 4 2.8
A 16 11 8 5.6 4
Diafragmastandenschakelaar