Problemen oplossen
Batterijdoos en stroomvoorziening
De batterijdoos kan niet worden geïnstalleerd.
Installeer de batterijdoos op de juiste manier waarbij u de top van de batterijdoos gebruikt om
•
de hendel voor het uitwerpen van de batterij naar de onderkant van de camera te duwen.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Plaats de batterijdoos op de juiste manier.
•
De batterijdoos is leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos.
•
De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe
•
batterijdoos.
Gebruik een aanbevolen batterijdoos.
•
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
•
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijdoos leegloopt. Schakel de
camera opnieuw in.
De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe
•
batterijdoos.
De aanduiding voor de resterende lading van de batterijlading is onjuist.
Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
•
De weergegeven resterende lading van de batterijdoos verschilt van de huidige lading.
•
Verbruik de batterijlading volledig en laad vervolgens de batterijdoos volledig op zodat de
weergegeven tijdsduur juist is.
De batterijdoos is leeg. Plaats een opgeladen batterijdoos.
•
De batterijdoos heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 109). Plaats een nieuwe
•
batterijdoos.
De batterij kan niet worden opgeladen.
U kunt de batterij niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
•
Stilstaande beelden/films opnemen
Het scherm wordt niet ingeschakeld, zelfs wanneer de voeding is ingeschakeld.
Schakel het scherm in (pagina 17).
•
De camera kan geen beelden opnemen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
•
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
Verwijder overbodige beelden (pagina 29).
–
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
–
92