De periode
VERTREKKEN
instellen
(bij 6 perioden:
VERTREKKEN 1 en
VERTREKKEN 2)
Programmeren
Stel met deze toetsen de gewenste temperatuur
van de periode OPSTAAN in.
Druk één keer op deze toets. In het uitleesvenster
VERTREKKEN
wordt VERTREKKEN (of VERTREKKEN 1)
weergegeven.
Stel met deze toetsen de gewenste begintijd van
VOORUIT
de periode VERTREKKEN (of VERTREKKEN 1) in.
TERUG
Stel met deze toetsen de gewenste temperatuur
van de periode VERTREKKEN (of VERTREKKEN 1)
in.
De periode VERTREKKEN 2 kan op dezelfde
VERTREKKEN
manier worden ingesteld nadat deze toets nog-
maals is ingedrukt.
15
69-1741