Instellingen verwarmingstechnicus
Optimalisering inschakeltijd
Optimalisering uitschakeltijd
Maximale vervroegingstijd voor
optimalisering inschakeltijd
Omschrijving
De maximale vervroegingstijd is een
begrenzingsfunctie die het
inschakelmoment vooraan begrenst.
Deze begrenzing werkt enkel in het
geval van invloed van de
ruimtetemperatuur.
Effect
0
Optimalisering inschakeltijd
uitgeschakeld
10...360
Optimalisering inschakeltijd
ingeschakeld
Belangrijke informatie
De inschakeltijd werkt enkel in het
geval van invloed van de
ruimtetemperatuur volgens lijn 75.
Maximale vervroegingstijd voor
optimalisering inschakeltijd
Omschrijving
De maximale vervroegingstijd is een
begrenzingsfunctie die het
uitschakelmoment vooraan begrenst.
Deze begrenzing werkt enkel in het
geval van invloed van de
ruimtetemperatuur.
Effect
0
Optimalisering uitschakeltijd
uitgeschakeld
10...360
Optimalisering uitschakeltijd
ingeschakeld
Belangrijke informatie
De uitschakeltijd werkt enkel in het
geval van invloed van de
ruimtetemperatuur volgens lijn 75.
34
Lijn 78
1.
Selecteer met de lijntoetsen lijn 78.
2.
Kies met de plus-/mintoetsen de vervroegingstijd.
Opties
0...360
Optimalisering inschakeltijd
De maximale vervroegingstijd voor de
optimalisering van de inschakeltijd kan
tussen 0 en 360 seconden liggen.
Indien de waarde 0 is, is de
optimalisering uitgeschakeld.
Wanneer de verwarming niet wordt
gebruikt, wordt deze op gereduceerd
niveau bediend. Tegen het einde van
de daling schakelt de optimalisering
de bediening om op nominaal niveau.
Het omschakelmoment wordt door de
optimalisering berekend zodat de
ruimtetemperatuur bij de begin
van de gebruiksperiode gelijk is aan
de nominale instelwaarde.
Lijn 79
1.
Selecteer met de lijntoetsen lijn 79.
2.
Kies met de plus-/mintoetsen de bouwwijze van het gebouw.
Opties
0...360
Optimalisering uitschakeltijd
De maximale vervroegingstijd voor de
optimalisering van de uitschakeltijd kan
tussen 0 en 360 seconden liggen.
Indien de waarde 0 is, is de
optimalisering uitgeschakeld.
Wanneer de verwarming wordt
gebruikt, wordt deze op nominaal
niveau bediend. Tegen het einde van
de gebruiksperiode wordt de bediening
omgeschakeld op gereduceerd niveau.
Het omschakelmoment wordt door de
optimalisering berekend zodat de
ruimtetemperatuur aan het einde
van de gebruiksperiode 0,25 K onder
de nominale instelwaarde ligt (vroege
uitschakeling).
Eenheid
min
Het inschakelmoment van de
verwarming (omschakeling op
nominaal niveau) wordt gekozen zodat
overeenkomstig het verwarmings-
programma de gewenste instelwaarde
voor de ruimtetemperatuur van
0,25 K bij het begin van de gebruiks-
periode bereikt wordt.
Belangrijke informatie
De optimalisering van de inschakeltijd
geldt enkel voor de 1
van een dag.
Eenheid
min
Belangrijke informatie
De optimalisering van de uitschakeltijd
geldt enkel voor de laatste gebruiks-
fase van een dag.
Standaard
0
e
gebruiksfase
Standaard
0