Instellingen
Ontwikkelaarsopties
De instellingen voor de ontwikkeling van applicaties wijzigen.
• B ack-upwachtwoord desktop: een wachtwoord instellen voor beveiliging van back-ups.
• S tandby: instellen dat het scherm ingeschakeld blijft wanneer u de batterij oplaadt.
• S D-kaart beveiligen: instellen dat het apparaat een bevestiging vraagt wanneer gegevens
worden gelezen van een geheugenkaart.
• U SB-foutopsporing: de modus voor USB-foutopsporing inschakelen om uw apparaat aan te
sluiten op een computer met een USB-kabel.
• N amaaklocaties toestaan: toestaan dat neplocaties en service-informatie voor testdoeleinden
naar een Location Manager-service worden verzonden.
• S electeer app voor foutopsporing: applicaties selecteren voor foutopsporing en om fouten te
voorkomen wanneer u foutopsporing onderbreekt.
• W achten op foutopsporing: instellen dat het apparaat de geselecteerde applicatie pas laadt als
de foutopsporing gereed is.
• A anrakingen weergeven: instellen dat het apparaat de aanwijzer zichtbaar maakt wanneer u
het scherm aanraakt.
• L ocatie aanwijzer tonen: instellen dat het apparaat de coördinaten en positiewisseling van de
aanwijzer weergeeft wanneer u het scherm aanraakt.
• B egrenzingen voor lay-out weergeven: instellen dat het apparaat begrenzingen weergeeft.
• U pdates voor GPU-weergave weergeven: instellen dat het apparaat schermgedeelten laat
knipperen wanneer ze worden bijgewerkt met de GPU.
• S chermupdates weergeven: instellen dat het apparaat schermgedeelten laat knipperen
wanneer ze worden bijgewerkt.
• V ensteranimatie schalen: snelheid selecteren voor openen en sluiten van pop-upvensters.
• A nimatieschaal overgang: snelheid selecteren voor schakelen tussen schermen.
• S chaal van duur Animator: selecteren hoe lang pop-upvensters worden weergegeven.
• H ardwareoverlays uitschakelen: instellen dat het apparaat hardwareoverlays verbergt.
92