Basisfuncties
Bedieningsbewegingen
Met eenvoudige bewegingen kunt u het apparaat gemakkelijk bedienen.
Voordat u bewegingen gebruikt, moet u controleren of de bewegingsfunctie is ingeschakeld. Tik
op het startscherm op Apps → Instellingen → Beweging en sleep de schakelaar Beweging naar
rechts.
Overmatig schudden van of harde klappen tegen het apparaat, kunnen ongewenste
invoer veroorzaken. Als u de bedieningsbewegingen goed wilt leren, tikt u op Apps →
Instellingen → Beweging → Informatie over bewegingen. (p. 89)
Het scherm draaien
Veel applicaties kunnen worden weergegeven in liggende of staande stand. Als u het apparaat
draait, wordt het scherm aangepast aan de nieuwe schermstand.
Als u wilt voorkomen dat het scherm automatisch wordt gedraaid, opent u het meldingenvenster en
schakelt u Schermrotatie in.
• I n sommige applicaties kan het scherm niet worden gedraaid.
• S ommige applicaties geven een ander scherm weer afhankelijk van de stand. De
calculator verandert in een wetenschappelijke calculator wanneer deze wordt gedraaid
naar liggende stand.
24