۔
Tijdens de werking van de verdamper wordt er ijs
en rijm gevormd op de verdamper. Een dikke
laag ijs of rijm werkt als isolatie tegen de warmte
en belemmert de thermische geleiding.
۔
Ontdooi het vriesvak zo snel mogelijk. Zo vermijdt
u dat het bevroren voedsel ontdooit.
۔
Verwijder het ijs of de rijm niet uit het vriesvak
met een scherp of puntig voorwerp. Anders kan
het oppervlak van de verdamper beschadigd
raken.
Veeg het dooiwater af en toe weg met een spons.
Plaats een bak met warm water (gebruik geen
kokend water) dichtbij de deur van het vriesvak
om het ontdooiproces te versnellen.
Droog het vriesvak en plaats het bevroren voedsel
er terug in.
Stop de stekker van de koelkast weer in het
stopcontact na het ontdooien.
Start de koelkast door de temperatuurregeling in te
stellen.
Sluit de deur van het vriesvak.
12. Probleemopsporing
De recentste productietechnieken en innovatieve koel- en
vriestechnologieën werden gebruikt om ervoor te zorgen
dat uw apparaat veilig en betrouwbaar is. Als u twijfelt over
een mogelijk defect, voer dan eerst de onderstaande
controles uit voor u de serviceafdeling belt:
Zaken om op te letten:
De compressor (ook gekend als de koeleenheid) werkt niet
steeds ononderbroken.
De compressor wordt geregeld door de automatische
temperatuurregeling, weergegeven door een draaiknop
waarmee de temperatuur kan worden geregeld. Wanneer
de
binnentemperatuur
overschrijdt, start de compressor automatisch en wanneer
de binnentemperatuur onder de ingestelde temperatuur
zakt, stopt de compressor automatisch.
Het is normaal dat de compressor geluid maakt wanneer hij
in werking is. Het geluid komt van de motor. De stroom van
de koelvloeistof door het koelsysteem kan een klokgeluid
maken. Deze geluiden betekenen niet dat er een defect is
aan de koelkast.
Het oppervlak aan de buitenkant kan nat worden wanneer
het koud is en de omgevingstemperatuur laag is. Dit is
normaal en het oppervlak aan de buitenkant zal drogen
naarmate de omgevingstemperatuur stijgt.
Als de redenen voor deze fenomenen niet geïdentificeerd
en opgelost kunnen worden, neem dan contact op met het
service center.
13. Foutopsporing
a) Probleem: Koelkast werkt niet (draait niet)
Controleer a.u.b.:
Is de voedingskabel in goede staat? Zit de stekker van de
koelkast goed in het stopcontact?
de
ingestelde
temperatuur
Is de stroom uitgevallen? (Gebruik een klein apparaat om
dit te controleren, bijv. een mixer of een haardroger)
Is de koelkast ingeschakeld? (De temperatuurknop
moet niet ingesteld zijn op "0")
Is de zekering gesprongen? Of is er een slecht contact?
b) Probleem: De binnenkant is niet koud genoeg;
de compressor gaat regelmatig aan en uit;
Controleer a.u.b.:
Het koel-/vriesvak moet minstens 2 uur stil staan na de
۔
installatie om het koelcircuit te stabiliseren. Zie
"Opstarten". Als dit niet werkt, trek dan de stekker van de
koelkast uit het stopcontact en kantel de koelkast
eventjes of plaats de koelkast op een hellend vlak en
breng ze daarna terug naar de oorspronkelijke positie.
Sluit de koelkast terug aan na 2 uur. Houd de deur(en) 12
uur lang gesloten.
Is de deur goed gesloten? Zo ja, dan moet de pakking
۔
van de deur stevig en gelijkmatig op de buitenkant van de
koelkast drukken.
Test: Het moet moeilijk zijn om een blad papier dat
tussen de pakking van de deur en de buitenkant van de
koelkast zit er tussenuit te trekken. Als het papier
makkelijk los komt, neem dan contact op met het
service center.
Als er een dikke laag ijs in het vriesvak zit. (Zie "Reiniging
۔
en onderhoud")
Is de koelkast rechtstreeks blootgesteld aan zonlicht of
۔
staat ze in de buurt van een warmtebron (oven, radiator,
enz.)?
Wat moet u doen: Stel de koelkast niet rechtstreeks
bloot aan zonlicht. Houd de koelkast uit de buurt van
warmtebronnen. Installeer een thermische barrière
tussen de koelkast en de warmtebron (zie "Locatie").
Is het vak aan de binnenkant overladen?
۔
Is de ruimte goed geventileerd? Is de luchtafvoer
۔
geblokkeerd? Is de warmtewisselaar (condensator) aan
de achterkant met stof bedekt?
c) De temperatuur van het koelvak is te laag
Controleer a.u.b.:
Is de temperatuurregeling correct ingesteld?
۔
Is de deur van het vriesvak goed dicht?
۔
Zit er veel vers voedsel (meer dan 1 kg) in het vriesvak?
۔
(Als het vriesvak lange tijd werkt, zal de temperatuur in
het koelvak overeenkomstig dalen.)
d) Het vriesvak is te warm en het bevroren
voedsel is ontdooid
۔Is de omgevingstemperatuur te laag? (Als dit het geval
is, zal de koeleenheid slecht werken, wat kan leiden tot
hogere temperaturen in het vriesvak)
۔
6