rEL
Software versie (enkel lezen).
Ptb
Parameter tabel (enkel lezen).
9. DIGITALE INGANGEN
De spanningsloze digitale ingang is vrij programmeerbaar met de parameter "i1F"..
9.1 GENERIC ALARM (i1F = EAL)
Als de digitale ingang geactiveerd wordt, wacht het toestel gedurende de tijd "did" vooraleer de
boodschap "EAL" wordt weergegeven. De uitgangen blijven ongewijzigd, en het alarm stopt zodra de
ingang niet meer geactiveerd is.
9.2 SERIEUS ALARM (i1F = bAL)
Als de digitale ingang geactiveerd wordt, wacht het toestel gedurende de tijd "did" vooraleer de
boodschap "CA" wordt weergegeven. De uitgangen worden uitgeschakeld, en het stopt zodra de ingang
niet meer geactiveerd is.
9.3 PRESSOSTAAT (i1F = PAL)
Als gedurende de tijd "did" het aantal schakelingen zoals ingesteld in "nPS" bereikt zijn, zal het "CA"
alarm geactiveerd worden. De uitgangen worden uitgeschakeld en de regeling geblokkeerd. Het alarm
kan gereset worden door de regelaar in en uit standby te zetten of door voedingsspanning evenuit te
schakelen. De compressor wordt telkens uitgeschakeld als de digitale ingang actief is en start terug op
als de digitale ingang niet meer actief is en de anti-pendelvertraging is verlopen.
9.4 DEURCONTACT (i1F = dor)
Via deze ingang wordt de toestand van de deur doorgegeven naar de regelaar. Door de "odc" parameter
kan ingegeven worden hoe de relais dienen te reageren:
No= normaal verder werken
Fan = fans gestopt
CPr= compressor gestopt
F_C = zowel fans als compressor gestopt
Na een vertraging (ingesteld via "doA") zal de alarmuitgang geactiveerd worden, de boodschap "dA" op
het scherm en de regeling al dan niet herstarten afhankelijk van de prameter "rtr". Het alarm stopt zodra
de digitale ingang niet meer geactiveerd is. De alarmen hoge en lage temperatuur zijn uitgeschakeld
zolang de deur open is..
9.5 START ROERCYCLUS (i1F = AGt)
Als de digitale ingang geactiveerd wordt, start de roercyclus als de voorwaarde vervult zijn.
9.6 AANZETTEN AUX RELAIS (i1F = AUS)
Als oA3 = AUS zal de digitale ingang de status van de uitgang wijzigen.
9.7 INVERTERING VAN DE ACTIE: VERWARMEN-KOELEN (i1F = Htr)
Via deze weg is het mogelijk om de werking te inverteren van koeling naar verwarming, en omgekeerd.
9.8 ENERGY SAVING (i2F = ES)
Via de instelling van de digitale ingang als Energy Saving is het mogelijk via een extern contact een
verhoging of verlaging van het setpunt met een waarde HES te verkrijgen.
9.9 POLARITEIT VAN DE DIGITALE INGANG
De polariteit van de digitale ingang is afhankelijk van de parameter "I1P" :
CL : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te sluiten.
OP : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te openen.
10. TTL SERIELE POORT – VOOR BEHEERSYSTEMEN
De TTL seriële poort laat toe via een externe converter TTL/RS485, XJ485-CX, rechtstreekse RS485 te
verkrijgen voor aansluiting op een ModBUS-RTU compatibel systeem zoals X-WEB500/3000/300.
11. INSTALLATIE EN MONTAGE
De XR80CX is bestemd voor paneelmontage en kan in een
opening van 29x71 mm gemonteerd worden dmv de meegeleverde
bevestigingsbeugels.
De ambiente temperatuur moet voor een correcte werking tussen 0
en 60°C liggen. Vermijd plaatsen waar het toestel onderhevig is
aan sterke vibraties, corrosieve gassen of hoge vochtigheid. Laat
lucht circuleren rond de koelroosters.
12. ELECTRISCHE AANSLUITINGEN
De toestellen worden geleverd met een schroefklemmenblok voor kabels tot 2,5 mm
kabels aansluit dient u na te gaan of de voedingsspanning correct is. Het is heel belangrijk voor de goede
werking van het toestel dat alle ingangssignalen (sondes, digitale ingangen) strikt gescheiden worden
van stroomvoerende kabels, relais en voedingen. De draden van de sondes en digitale ingangen
MOETEN op min. 10cm van alle stroomvoerende geleiders gemonteerd worden. Kan dit niet, dan dient
afgeschermde kabel gebruikt te worden (afscherming aan één kant geaard). Respecteer de max.
toegelaten stromen door de relais van de toestellen, bij zwaardere belastingen dient een extern relais
gebruikt te worden.
12.1 SONDE AANSLUITING
De sondes moeten met de kop omhoog gemonteerd worden om het binnendringen van vocht in de
sondes te vermijden. Het wordt aangeraden om de ruimtetemperatuur sonde niet in de luchtstroom van
de verdamper te plaatsen zodat een correct beeld van de gemiddelde ruimtetemperatuur verkregen
wordt. Plaats de eindedooisonde tussen de verdamper vinnen op de koudste plaats, waar het meeste
ijsvorming is, weg van de verwarmingselementen of de warmste plaats tijdens ontdooiing om een te
vroege beëindiging van de ontdooiing te voorkomen.
XR80CX_NL r1.2 08.08.2012.doc
13. GEBRUIK VAN DE HOTKEY PROGRAMMEERSLEUTEL
13.1 UPLOAD (VAN HET TOESTEL NAAR DE "HOTKEY")
1.
Programmeer eerst een regelaar via het toetsenbord.
Als het toestel AAN is steekt u de "Hot key" in de TTL poort en drukt u op de è toets; het "uL"
2.
bericht verschijnt., gevolgd door "End".
3.
Druk de "SET" toets om het knipperende bericht "End" te verwijderen.
4.
Schakel het toestel uit, verwijder de "Hot Key", en schakel dan het toestel terug AAN.
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"end "voor juiste programmering, en "Err" voor foute programmering. In dit laatste geval druk deo
in als u programmering wilt herbeginnen of verwijder de niet geprogrammeerde "Hot key"..
13.2 DOWNLOAD (VAN DE "HOTKEY" NAAR HET TOESTEL)
1.
Schakel het toestel uit en steek de geprogrammeerde "Hot Key" in de TTL poort, schakel de
regelaar dan AAN.
2.
Automatisch wordt de parameterlijst van de "Hot Key" gedownload naar het geheugen, het "DoL"
bericht knippert, gevolgd door "End".
3.
Na 10sec zal het toestel heropstarten met de nieuwe parameters.
4.
Verwijder de Hot Key".
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"End " voor juiste programmering. Het toestel start opnieuw op met de nieuwe programmering.
"Err" voor foute programmering. In dit geval, schakelt u het toestel uit en dan terug aan als u het
downloaden opnieuw wilt poberen of verwijdert u de "Hot key" om de bewerking te onderbreken.
14. ALARMSIGNALEN
Boodschap
"P1"
Defect ruimtesonde
"HA"
Maximum temperatuur alarm
"LA"
Minimum temperatuur alarm
"dA"
Deurr open
"EA"
Extern alarm
"CA"
Serieus extern alarm (i1F=bAL)
"CA"
Pressostaat alarm (i1F=PAL)
14.1 ALARM "EE"
Het toestel beschikt over een interne controlemogelijkheid om het geheugen te checken. De boodschap
"EE" zal knipperen op het scherm als een fout in het geheugen is gevonden. Het toestel dient te worden
vervangen.
14.2 ALARMHERSTEL
Sonde alarm "P1" start enkele seconden nadat de fout gedetecteerd is en stopt automatisch als het
probleem opgelost is. Controleer de connecties vooraleer de sonde te vervangen.
Temperatuur alarmen "HA" en "LA" stopt automatisch vanaf de temperatuur weer in het normale bereik
is.
Alarm "EA" en "CA" (met i1F=bAL) worden herstelt vanaf wanneer de digitale ingang niet meer actief is.
Alarm "CA" (met i1F=PAL) wordt hersteld nadat het toestel af en terug aan gezet wordt. (of standby).
15. TECHNISCHE GEGEVENS
Behuizing: zelfdovend ABS, front 32x74 mm; diepte 60mm
Montage: paneelmontage in een 71x29mm uitsparing.
Bescherming: IP20
Beschermingsklasse front: IP65 met afdichtingsrubber
Verbindingen: Schroefklemmen ≤ 2.5 mm
Voeding: volgens het model: 230Vac ±10%, 50/60Hz, 110Vac ±10%, 50/60Hz
Opgenomen vermogen: 3VA max
Display: 3 digits, rode LED, 14.2 mm hoog;
Ingangen: 1 PTC of NTC sonde.
Relais uitgangen:
Compressor: SPST relais 20(8)A, 250Vac
Roerwerk: SPDT relais 8(3) A, 250Vac
Soort actie: 1B
Pollutiegraad: normaal
Software klasse: A
Gegevensopslag: niet volatile geheugen (EEPROM)
Werkingstemperatuur: 0 tot 60°C (32 tot 140°F)
Bewaartemperatuur: -30 tot 85°C (-22 tot 185°F)
Relatieve vochtigheid: 20 tot 85% (niet condenserend)
Meet en regelbereik:
PTC sonde: -50 tot 150°C (-58 tot 302°F)
NTC sonde: -40 tot 110°C (-58 tot 230°F)
2
. Vooraleer u de
Resolutie: 0.1°C of 1°C of 1°F (instelbaar)
Nauwkeurigheid (omgevingstemp. 25°C): ±0.7°C ±1 digit
16. AANSLUITSCHEMA
110Vac voeding: verbonden met de klemmen 7 en 8.
XR80CX
Oorzaak
Uitgangen
Compressor volgens parameter Con en CoF
Uitgangen onverandert.
Uitgangen onverandert
Compressor en ventilatoren herstarten
Uitgangen onverandert
Alle uitgangen OFF.
All uitgangen OFF
2
bedrading
o toets
o o
3/4