• Als uw computer over twee microprocessors beschikt, installeert u gelijke aantallen geheugenmodules in
beide groepen microprocessor DIMM-sleuven voor maximale prestaties.
• Installeer DIMM's altijd in de volgorde zoals afgebeeld:
Figuur 127. Volgorde voor installatie geheugenmodule
Ga als volgt te werk om een geheugenmodule te verwijderen of te installeren:
1. Bereid de computer voor. Zie 'Uw computer voorbereiden en de computerkap verwijderen' op pagina
63.
2. Verwijder de beugel van het flex-compartiment. Zie 'Beugel van het flex-compartiment' op pagina 79.
3. Verwijder de ventilatoreenheid aan de achterzijde. Zie 'Ventilatoreenheid aan achterzijde' op pagina 132.
4. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat.
5. Zoek de kabel van de geheugenventilator en koppel deze los van de systeemplaat. Open de hendel van
de luchtcirculatieplaat voor het geheugen en trek de luchtcirculatieplaat omhoog uit het chassis.
Figuur 128. De luchtcirculatieplaat voor het geheugen verwijderen
6. Bepaal waar het compartiment voor de geheugenmodule zich bevindt. Zie 'Onderdelen op de
systeemplaat' op pagina 8.
.
Hoofdstuk 7
Het verwijderen en installeren van hardware
135