Tips
Tijdens de opname wordt een trackmarkering
toegevoegd wanneer u op de HDD REC -toets
drukt. Er kunnen alleen trackmarkeringen worden
toegevoegd voor tracks die ten minste 16 seconden
lang zijn.
Wanneer "Auto title" is ingesteld op "Off ", worden
de opnamedatum en -tijd geregistreerd.
Bestanden importeren vanaf een USB-
opslagapparaat
U kunt audiobestanden op een USB-
opslagapparaat importeren naar de HDD
Jukebox.
1
Open het functiemenu en selecteer
[HDD JUKEBOX].
2
Sluit het USB-opslagapparaat aan op
de USB-aansluiting op het apparaat.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing
van het opslagapparaat.
3
Open het optiemenu en selecteer
[Import] – [USB storage].
4
Als het stationselectievenster wordt
weergegeven, selecteert u het station.
Als het aangesloten USB-
opslagapparaat maar één station bevat,
wordt het stationselectievenster niet
weergegeven.
5
Selecteer de albums die u wilt
importeren.
De geselecteerde albums worden
voorzien van een vinkje
U kunt een vinkje verwijderen door
nogmaals op ENTER te drukken.
6
Selecteer [Import].
Opmerkingen
U kunt maximaal 10.000 tracks in één keer
importeren (pagina 102).
Als er tegelijkertijd twee USB-opslagapparaten zijn
aangesloten op beide aansluitingen (achterzijde en
voorzijde), krijgt het apparaat dat aan de voorzijde
is aangesloten voorrang.
NL
Bestanden importeren uit een gedeelde
map op de computer
Wanneer het apparaat is verbonden met
een netwerk, kunt u audiobestanden
uit gedeelde mappen op de computer
importeren naar de HDD Jukebox.
Als u dit wilt doen, moet de map van
tevoren worden opgegeven als een
gedeelde map (pagina 94).
1
2
3
1
.
2
3
Open het functiemenu en selecteer
[HDD JUKEBOX].
Open het optiemenu en selecteer
[Import] – [PC shared folder].
Selecteer de gedeelde map door stap
1 tot en met 3 uit te voeren, zoals
hieronder wordt beschreven.
Selecteer een van de volgende items.
PC name
De computernaam of een
IP-adres (maximaal 15
letters/cijfers)
Share name De gedeelde naam die
is opgegeven toen de
map werd ingesteld als
gedeelde map (pagina 94)
User name
De gebruikersnaam die
is gebruikt voor toegang
tot de computer toen de
map werd ingesteld als
gedeelde map
Password
Dit is alleen nodig als
een wachtwoord voor
de gedeelde map is
opgegeven.
Geef de tekenreeks op die overeenkomt
met het item dat u in stap 1 hebt
geselecteerd.
Zie "Tekst invoeren" op pagina 16 voor
meer informatie over het invoeren van
tekst.
Selecteer [Connect].