Trimmen
U kunt een deel van een opgeslagen beeld uitsnijden en dit opslaan als een
nieuw beeldbestand.
Snijgebied
Weergave van snijgebied
Resolutie na
bijsnijden
148
Selecteer [Trimmen].
Raak ø en vervolgens n aan om
het tabblad 1 te selecteren en raak
[Trimmen] aan.
Selecteer een beeld.
Sleep over het scherm om een beeld te
selecteren en raak [OK] aan.
Pas het snijgebied aan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het oorspronkelijke beeld verschijnt linksboven
en het bijgesneden beeld rechtsonder.
Als u de zoomknop beweegt en
het beeld in de rechterbenedenhoek van
het scherm aanraakt, kunt u het
kaderformaat aanpassen.
Als u het beeld in de linkerbovenhoek of de
rechterbenedenhoek versleept, kunt u het
kader verplaatsen.
Als u
aanraakt, kunt u de stand van het
kader aanpassen.
In een beeld met gedetecteerde gezichten
verschijnen grijze kaders rond de gezichten
linksboven in het beeld. U kunt deze kaders
gebruiken voor bijsnijden. U kunt schakelen
tussen kaders door
Raak [Nieuw bestand] aan.
Het scherm [Nieuw beeld opslaan?] wordt
weergegeven.
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en geef het weer.
Volg stap 4 en 5 op
aan te raken.
p.
147.
of