Telefoonbeantwoorder
Functie nummeroproep instellen (vervolg)
Oproepdienst informatie
1.
De regeltoets naast „Oproepdienst
info" indrukken.
2.
De
toets indrukken.
Identificatie
1.
De regeltoets naast „Identificatie"
indrukken.
2.
De
toets indrukken.
Verzamelbericht
1.
De regeltoets naast „Verzamel-
oproep" indrukken.
2.
De
toets indrukken.
Functie nummeroproep inschakelen
1.
De regeltoets naast „Doormelding"
indrukken.
MSN
1.
De regeltoets naast „MSN" in-
drukken.
Geef hier de informatie in, wanneer het tele-
foonnummer een oproepdienstnummer is.
De oproepdienst informatie wordt opgeslagen.
Geef hier uw eigen telefoonnummer in. In de
meldtekst voor nummeroproep wordt dan uw
telefoonnummer weergegeven. Hiermee
kunt u de opgeroepen persoon informeren
over waar de oproep vandaan komt.
Het identificatienummer wordt opgeslagen.
Geef hier in, hoeveel berichten verzameld
moeten worden, voordat de functie nummer-
oproep wordt geactiveerd.
Het aantal wordt opgeslagen.
Het display wisselt tussen „Aan" en „Uit".
Aan = functie nummeroproep is inge-
schakeld.
Uit = functie nummeroproep is uitge-
schakeld.
Na iedere druk op de regeltoets wordt naar
een ander MSN nummer omgeschakeld.
77