Functies van de toetsen
De „intern"-toets is voor het kiezen van interne telefoonnummers bij gebruik achter
I nt
een telefooncentrale. Deze toets moet voor het telefoonnummer ingedrukt worden
als een buitenlijn voorkiesnummer ingesteld is.
De „mute"-toets schakelt de microfoon uit/aan.
De „ruggespraak"-toets wordt gebruikt voor de functies „wachtstand" en „makelen".
R
De „nummerherhaling"-toets geeft toegang tot de lijst van de 100 laatst gekozen
telefoonnummers.
De „luidspreker"-toets schakelt de luidspreker tijdens een gesprek in of uit en wordt
gebruikt voor handenvrij spreken. Met deze toets kan een oproep aangenomen en
verbroken worden.
Numerieke toetsen voor het ingeven van een telefoonnummer.
0
9
. . .
De „ster" en „hekje"-toets kunnen speciale functies hebben bij gebruik van een toon-
#
. . .
*
centrale (TDK).
De „pijl"-toetsen hebben verschillende functies:
In de ruststand:
In de programmeerstand: de cursor positie bepalen.
In het telefoonregister:
Bij ingeschakelde luidspreker:
Bij weergaven van een oproepsignaal:
oproepsignaal.
De „programmeer"-toets opent het programmeerveld voor het telefoonregister en
slaat de gegevens op die zijn ingegeven voor het telefoonregister, voor de tijdsturing
en voor de afspraken.
De „stop"-toets onderbreekt de lopende functie en brengt de tiptel 195 weer terug in
St op
het vorige menu.
De „menu"-toets brengt u in het hoofdmenu.
M enu
De „ENTER"-toets beëindigt een invoerregel en slaat de tekst of het getal op.
Met de „regel"-toetsen naast het display kunt u een keuze maken uit het menu en
direkt het aangegeven telefoonnummer kiezen.
De „tweede functie"-toets maakt het toetsenbord gereed voor activeren van de
nd
2
tweede functie van verschillende toetsen.
kontrast van het display,
naar beneden en boven bladeren.
verlagen/verhogen volume.
11
zoeken in telefoonregister.
wisselen naar vorige/volgende