snelheid heeft bereikt. Duw vervolgens de
machine het gazon op, laat de voorkant van de
machine neer en begin met maaien.
Opmerking:
Tijdens het maaien kunt u de
snelheidsregelaar in de nulstand zetten. Zo
kunt u de machine en de motor stoppen, wat u
toelaat om de machine naar achteren te trekken
en van richting te veranderen. Raadpleeg
Automatische motorrem (bladz. 20)
informatie over de automatische motorrem.
De machine na het maaien
klaarmaken voor transport
1.
Rij van het gazon, vertraag tot de nulstand,
schakel de messenkooi- en de tractiehendel uit
en zet de machine uit.
2.
Maak de grasmand leeg, monteer de grasmand
en begin met het transport van de machine.
Werking van interlockscha-
kelaars controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
De interlock van de
dodemanshendel controleren
1.
Trap de kickstandaard omlaag met uw voet en
trek de handgreep omhoog om de kickstandaard
naar voren, over het dode punt te kantelen.
2.
Probeer terwijl de dodemanshendel vrij staat
de tractiehendel in te schakelen
De tractiehendel mag niet inschakelen. Als
de tractiehendel toch wordt ingeschakeld, is
onderhoud van het interlocksysteem vereist.
Zorg ervoor dat het probleem is verholpen
voordat u de machine gaat gebruiken.
voor meer
1. Dodemanshendel
2. Tractiehendel
3.
4.
5.
(Figuur
34).
De interlockschakelaar van de
tractie controleren
1.
2.
26
Figuur 34
Zet de dodemanshendel vrij wanneer
deze ingedrukt is en de tractiehendel
ingeschakeld
(Figuur
34). De tractiehendel moet
uitgeschakeld worden. Als de tractiehendel
niet wordt uitgeschakeld, is onderhoud van het
interlocksysteem vereist. Zorg ervoor dat het
probleem is verholpen voordat u de machine
gaat gebruiken.
Schakel de tractie- en messenkooiaandrijving
in en zet de dodemanshendel vrij wanneer
deze ingedrukt is en de schakelhendel naar
links staat
(Figuur
34). De tractiehendel moet
uitgeschakeld worden. Als de tractiehendel
niet wordt uitgeschakeld, is onderhoud van
het interlocksysteem vereist. Zorg ervoor
dat het probleem is verholpen voordat u de
machine gaat gebruiken; zie
tractie-interlockschakelaar (bladz.
Schakel de tractie- en messenkooiaandrijving in
wanneer deze ingedrukt is en de schakelhendel
naar links staat. Beweeg de schakelhendel
naar rechts om de messenkooi uit te schakelen
(Figuur
21). De messenkooiaandrijving moet
uitgeschakeld worden. Als dat niet gebeurt,
heeft het veiligheidssysteem onderhoud nodig.
Zorg ervoor dat het probleem is verholpen
voordat u de machine gaat gebruiken; zie
Onderhoud van de tractie-interlockschakelaar
(bladz.
36).
Controleer of de kickstandaard naar beneden
staat.
Druk de dodemanshendel in en schakel de
tractiehendel in
(Figuur
g017002
3. Remhendel
Onderhoud van de
36).
21)