Advertenties
Als een my-PV Meter wordt gebruikt voor de meting van het vermogen aan de geschakelde
belasting, wordt het verbruik ook weergegeven op de vermogensdisplay en meegenomen in de
energieregistratie van de datalogger.
De configuratie gebeurt in de webinterface. Zie hoofdstuk "Speciale instelmogelijkheden in de
webinterface".
Schaling van de vermogensweergave:
Met de AC•THOR tot 3.000 watt + meting van het vermogen aan het relais
Met AC•THOR 9s tot 3.000 watt + meting van het vermogen aan het relais / 3
Er wordt uitgegaan van een driefasige belasting op het relais (zie aansluitschema).
Voorbeeld AC•THOR 9s
Het vermogen van de geschakelde belasting is gemeten op 6.000 watt, het relais is
geschakeld. De drie staven van 3kW zijn elk met 2kW uitgebreid (6kW/3).
Homescreen AC•THOR 9s in de webinterface
Bij het meten van de belasting van relais met een my-PV Meter, is het essentieel om het
bijbehorende bedradingsschema te volgen!
Het relais wordt voor de eerste keer ingeschakeld wanneer een overschrijdingsniveau van
3kW met de AC•THOR of 9kW met de AC•THOR 9s wordt overschreden. Zodra een
gemeten waarde van de belasting beschikbaar is, wordt deze in het verdere bedrijf als
schakeldrempel in aanmerking genomen!
Als het nominale vermogen aan de geschakelde belasting op een later tijdstip wordt
verlaagd (bijv. door een wijziging van de installatie), moet de schakeldrempel eenmalig
worden gewijzigd in "Belasting op relais". Daarna kan de instelling weer worden gewijzigd
in "Belastingsmeting aan relais met my-PV Meter". Zie hoofdstuk "Speciale
instelmogelijkheden in de webinterface".
Warm water 1 temperaturen
Instelbaar is de maximaal toegestane temperatuur die aan de my-PV temperatuursensor mag
worden bereikt (fabrieksinstelling = 60 °C). Dit heeft niets te maken met een
bimetaalthermostaat die eventueel geïnstalleerd wordt!
AC•THOR
®
/ AC•THOR
®
9s Bedieningshandleiding, version a0021002
20
Advertenties
