Pagina 1
AC•THOR / AC•THOR 9s Fotovoltaïsche stroommanager voor warm water en ruimteverwarming Bedieningshandleiding AC•THOR ® / AC•THOR ® 9s Bedieningshandleiding, version a0021002...
Pagina 2
Inhoud 1. Montage ............................4 2. Ingebruikneming ..........................4 1. Selecteer taal ..........................4 2. Kies bedrijfsmodus ........................4 3. Keuze van de besturing (de signaalbron) voor de AC•THOR ........... 4 4. Toewijzing en activering van de temperatuursensor ............... 7 5.
Pagina 3
SH 1 temperaturen (met AC•THOR 9s SH 1, SH 2 en SH 3) .............28 Temperatuursensoren .......................28 M7: Hot water + PWM ........................29 Uitleg ............................29 Specifieke instellingen voor bedrijfsmodus M7 ...............30 M8: Frequentie modus ........................31 5. Algemene instellingen ........................31 6. Web-Interface..........................34 Zoeken naar apparaten in het netwerk ..................34 Systemen zonder internettoegang ....................36 Connect Web-Interface ........................36...
Pagina 4
Alvorens het toestel in gebruik te nemen is het absoluut noodzakelijk de bij het toestel geleverde montagehandleiding te lezen. De inbedrijfstelling gebeurt in een paar stappen en moet worden uitgevoerd wanneer de AC•THOR voor het eerst wordt gestart of na het resetten naar de fabrieksinstellingen. Gebruik de pijltjestoetsen links en rechts om meer opties te zien.
Pagina 5
ieder geval voor de inbedrijfstelling vereist. Zie hoofdstuk "Speciale instellingsmogelijkheden in de Web-Interface". Aansluitschema volgens hoofdstuk 9. Bij aansturing via Modbus RTU kan de bedrijfsmodus M7 niet worden gebruikt! Instelbare Modbus TCP Kan niet op het display worden geselecteerd, configuratie vindt plaats in (Sunspec enz.) (RJ45, Ethernet) de webinterface.
Pagina 6
Huawei (Modbus RTU) Modbus RTU Het besturingssignaal wordt ontvangen via Modbus RTU (RS485, A B (RS485, A B GND)! GND) Aansluitschema volgens hoofdstuk 9. Bij besturing via Modbus RTU kan de bedrijfsmodus M7 niet worden gebruikt! Als de Huawei Smart Dongle op de omvormer wordt gebruikt, kunnen bij dit type aansluiting communicatieproblemen optreden.
Pagina 7
SMA Home Manager Het vermogenssignaal dat de SMA Sunny Home Manager aan het my-PV- (RJ45, Ethernet) apparaat geeft, is niet alleen afhankelijk van de teruglevering, maar ook van de bovenliggende energieplanning. SolarEdge Manual Modbus TCP moet op SolarEdge zijn ingeschakeld. (RJ45, Ethernet) Alternatief: De communicatie werkt meestal via poort 502 of 1502.
Pagina 8
Om een sensor toe te wijzen aan het betreffende item in de lijst, kunnen de serienummers worden geïdentificeerd op een label dat aan de sensordraad is bevestigd. TIP: Omdat de meetwaarde van de voeler al in de keuzelijst wordt weergegeven, kan een toewijzing ook worden uitgevoerd door eenvoudig de temperatuur op de voeler te wijzigen.
Pagina 9
Homescreen AC•THOR 9s: Als er meerdere Bij de AC•THOR 9s bestaat temperatuursensoren de vermogensweergave worden gebruikt, uit drie balken. wordt het Belasting uitgang Out-3 sensornummer Belasting uitgang Out-2 weergegeven. Belastingsuitgang Out-1 De toets "Éénmalige boost" verschijnt alleen in de warmwatergebruiksmodus als de functie voor het waarborgen van een minimumtemperatuur is geactiveerd.
Pagina 10
TIP: Typ rechtstreeks in het diagram op de afzonderlijke balken om de gegevens in hun volgende definitieniveau weer te geven en op de knop van de datalogger opnieuw om terug te keren naar het vorige niveau. De volgende gegevens kunnen worden weergegeven: Totaal vermogen: Toont de totale vermogenscijfers voor alle aangesloten belastingen.
Pagina 11
Temperatuur 4: Actuele data sonde 4 IP: toont het huidige IP-adres van de AC•THOR. Ctrl IP: toont het huidige IP-adres van de signaalbron. Daarnaast wordt op de regel eronder de aanduiding van de signaalbron en de huidige meetwaarde weergegeven. Een positieve waarde toont onttrekking aan het net, een negatieve waarde, voeding in het net.
Pagina 12
Eindtrap 9s (S) Firmware: Toont de status van de voortgang van de update wanneer een nieuwe versie wordt geladen. Relaisstatus: toont de huidige status van de schakeluitgang (0 of 1). Voor AC•THOR 9s bestaat dit nummer uit vier cijfers. Het eerste cijfer geeft de status van de schakeluitgang aan (0 of 1), het tweede cijfer of Out-3 geschakeld is (0 of 1), het derde cijfer of Out-2 geschakeld is (0 of 1) en het vierde cijfer geeft de uitgang aan die momenteel door de vermogenstrap wordt gevoed (1, 2 of 3).
Pagina 13
In deze bedrijfsmodus wordt een elektrisch verwarmingselement lineair gevoed met overtollige PV-energie. Het kan worden uitgerust met een bimetaalthermostaat om uit te schakelen wanneer de temperatuur waarvoor het is ingesteld, is bereikt. Anders moet de my-PV- temperatuursensor worden gebruikt. Bij gebruik van AC•THOR 9s met drie eenfasige verwarmingselementen moeten bimetaalthermostaten op alle drie de dompelaars aanwezig zijn! Optioneel kan de AC•THOR ook de garantie van de warmwatertemperatuur overnemen.
Pagina 14
Indien de optionele automatische temperatuurverhoging in het rechter venster "On" staat (fabrieksinstelling "Off") of de relaisuitgang is geselecteerd, kan vervolgens een minimumtemperatuur worden ingesteld (fabrieksinstelling 50 °C). Automatische temperatuurverhoging back-up "Aan": De AC•THOR kan zorgen voor een minimumtemperatuur bij de my-PV-temperatuursensor door middel van het aangesloten dompelverwarmingselement.
Pagina 15
14. Er kan ook een tijdstip worden opgegeven waarop het legionellaprogramma moet starten. Fabrieksinstellingen zijn aantal dagen 7, starttijd 20.00 uur, temperatuur is 60 °C, het legionellaprogramma staat op "Uit". Het dompelverwarmingselement wordt met maximaal vermogen gevoed. Ladingsprioriteit (alleen met AC•THOR 9s) Bepaalt de volgorde waarin de drie belastinguitgangen worden aangestuurd.
Pagina 16
In een watertank in deze bedrijfsmodus worden twee dompelverwarmingselementen achtereenvolgens en lineair gevoed met overtollig PV-vermogen. Het bovenste element heeft voorrang. Het doel is om zo snel mogelijk de gewenste temperatuur op het aftappunt te bereiken, voordat de resterende inhoud van de tank met nog meer overtollig vermogen wordt opgewarmd.
Pagina 17
Warm water 1 temperaturen Instelbaar is de maximaal toegestane temperatuur die aan de my-PV temperatuursensor mag worden bereikt (fabrieksinstelling = 60 °C). Dit heeft niets te maken met een bimetaalthermostaat die eventueel geïnstalleerd wordt! Als de uitschakeltemperatuur van een dompelverwarmingselement met een bimetaalthermostaat te laag is ingesteld, kan het zijn dat de AC•THOR de gewenste temperatuur niet kan bereiken! Indien de optionele automatische temperatuurverhoging in het rechter venster "On"...
Pagina 18
Het bovenste dompelverwarmingselement wordt hier met maximaal vermogen gevoed. Boost uitgang (alleen met AC•THOR 9s) Indien boost back-up is geactiveerd voor AC•THOR 9s, is het mogelijk te specificeren welke belastinguitgangen voor dit doel moeten worden gebruikt. Alle drie de uitgangen zijn in de fabriek geactiveerd.
Pagina 19
Als er geen my-PV Power Meter wordt gebruikt voor de vermogensmeting aan de geschakelde belasting, kan er in de vermogensweergave van de AC•THOR en de energieregistratie van de datalogger geen rekening worden gehouden met dit verbruik! Het volgende geldt voor externe aansturing via "Modbus TCP", "http" of "SMA Home Manager"...
Pagina 20
Als een my-PV Meter wordt gebruikt voor de meting van het vermogen aan de geschakelde belasting, wordt het verbruik ook weergegeven op de vermogensdisplay en meegenomen in de energieregistratie van de datalogger. De configuratie gebeurt in de webinterface. Zie hoofdstuk "Speciale instelmogelijkheden in de webinterface".
Pagina 21
Als de uitschakeltemperatuur van een dompelverwarmingselement met een bimetaalthermostaat te laag is ingesteld, kan het zijn dat de AC•THOR de gewenste temperatuur niet kan bereiken! Indien de optionele automatische temperatuurverhoging in het rechter venster "On" staat (fabrieksinstelling "Off"), kan dan een minimumtemperatuur worden ingesteld (fabrieksinstelling 50 °C).
Pagina 22
In deze bedrijfsmodus wordt het elektrische dompelverwarmingselement van een warmtepomp lineair gevoed met overtollig PV-vermogen. Deze kan worden uitgerust met een bimetaalthermostaat om uit te schakelen wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt. Anders moet de my-PV-temperatuurvoeler worden gebruikt. De my-PV-temperatuursensor moet in elk geval in het warmwatertoestel boven de bovenste verwarming worden geïnstalleerd om een betrouwbare meting te verkrijgen! Bij het overschrijden van een bepaalde drempelwaarde van het oververmogen wordt de werking van de verwarmingspomp ingeschakeld.
Pagina 23
Warm water 1 temperaturen Instelbaar is de maximaal toegestane temperatuur die aan de my-PV temperatuursensor mag worden bereikt (fabrieksinstelling = 60 °C). Dit heeft niets te maken met een bimetaalthermostaat die eventueel geïnstalleerd is! Als de uitschakeltemperatuur van een dompelverwarmingselement met een bimetaalthermostaat te laag is ingesteld, kan het zijn dat de AC•THOR de gewenste temperatuur niet meer kan bereiken! Indien gekozen is voor de optionele automatische temperatuurverhoging met relaisuitgang, kan...
Pagina 24
Relais drempels Als schakeldrempel voor een warmtepomp kan elk vermogen tussen 0 en 9.999 W worden ingesteld. De fabrieksinstelling is 500 W. Een wijziging van deze uitgangsdrempel wordt pas van kracht na het einde van de huidige regelcyclus of nadat de AC•THOR opnieuw is opgestart. Optioneel kan de gelijktijdige regeling van de AC•THOR-belastinguitgang rechts op het scherm worden gedeactiveerd.
Pagina 25
Optioneel kan de AC•THOR ook de garantie van de warmwatertemperatuur overnemen. Voor AC•THOR zijn twee my-PV temperatuursensoren nodig! Drie my-PV temperatuursensoren zijn vereist voor AC•THOR 9s! Opmerking: Eén temperatuursensor wordt altijd meegeleverd met de AC•THOR, andere sensoren moeten apart worden aangeschaft. De eerste my-PV temperatuursensor moet in ieder geval boven het verwarmingselement in de warmwatertank worden geplaatst om een betrouwbare meting mogelijk te maken! Voor de regeling van de ruimteverwarming moet de betreffende my-PV-...
Pagina 26
Als de optionele automatische temperatuurverhoging in het rechtervenster "On" staat (fabrieksinstelling "Off"), kan een minimumtemperatuur worden ingesteld (fabrieksinstelling 50 °C). Automatische temperatuur boost back-up "On": De AC•THOR kan zorgen voor een minimumtemperatuur bij de my-PV-temperatuursensor door middel van het aangesloten dompelverwarmingselement. Deze wordt met maximaal vermogen gevoed.
Pagina 27
Begin en einde van de nachtperiode kunnen beide worden ingesteld met uren en minuten. De fabrieksinstelling stelt de periode tussen 22.00 uur en 05.00 uur voor. Deze instelling kan voor alle dagen van de week naar wens worden gekozen door overeenkomstige keuze van de toets naast de tijd (Ma-Zon, Ma-Vrij, Zat-Zon).
Pagina 28
Gegevens my-PV temperatuursensor Ruimtetemperatuur (zon = dagbedrijf) Huidig vermogen Homescreen Op het display geeft een zon- of maansymbool aan in welke tijdsperiode de ruimtetemperatuurregeling op dat moment in bedrijf is. Voor dag en nacht kunnen verschillende minimumtemperaturen worden ingesteld. De maximaal toegestane kamertemperatuur bij de my-PV temperatuursensoren kan worden aangepast (fabrieksinstelling 22 °C), evenals de minimumtemperaturen die tijdens de dag- en nachtperiode moeten worden aangehouden (fabrieksinstelling telkens 20 °C).
Pagina 29
AC•THOR: Warm water met een eenfasige dompelaar AC•THOR 9s: Warm water met een driefasig dompelverwarmingselement Bij aansturing via Modbus RTU kan de bedrijfsmodus M7 niet worden gebruikt! In deze bedrijfsmodus wordt een elektrisch verwarmingselement lineair gevoed met overtollige PV-energie. Bovendien kan de AC•THOR een temperatuurafhankelijk PWM-signaal uitzenden. Hiermee kan de snelheid van een pomp worden geregeld.
Pagina 30
Warm water 1 temperaturen Instelbaar is de maximaal toegestane temperatuur die aan de my-PV temperatuursensor mag worden bereikt (fabrieksinstelling = 60 °C). Dit heeft niets te maken met een bimetaalthermostaat die eventueel geïnstalleerd wordt! Indien de uitschakeltemperatuur van een dompelverwarmingselement met een bimetaalthermostaat te laag is ingesteld, kan de AC•THOR mogelijk niet in staat zijn de gewenste temperatuur te bereiken! Als de optionele automatische temperatuurverhoging in het rechtervenster "On"...
Pagina 31
Als het aangepaste startuur na het stopuur valt, zal de warmwaterback-up niet starten! Warm water 1 min weekdagen Deze instelling kan worden gekozen wanneer de temperatuurverhoging back-up op "Aan" staat onder "Warm water 1 temperaturen", of wanneer de relaisuitgang is gekozen. U kunt de weekdagen selecteren waarop de minimumtemperatuur moet worden gehandhaafd.
Pagina 32
geconfigureerd. Als er geen DHCP-server actief is in het netwerk of als een statische toewijzing vereist is, is een vast IP-adres nodig. De instellingen moeten passen bij de router, anders wordt het apparaat onzichtbaar in het netwerk! IP-adres: kan alleen worden ingesteld als "Static IP" is geselecteerd en er geen directe verbinding is met de my-PV stroommeter.
Pagina 33
De waarde kan op het display worden ingesteld tussen 17 - 100 procent. Deze instelling wordt niet in aanmerking genomen in de bedrijfsmodus M3. Aanpassing is in het algemeen alleen nodig als het nominale belastingsvermogen groter is dan het beschikbare vermogen voor de AC•THOR. (beveiliging, omvormervermogen in frequentiemodus) Toegangsniveau (alleen tot Firmware-Version a0010103): volgens het gebruikersniveau (1 - 3) zijn verschillende instellingsmogelijkheden op de AC•THOR ingeschakeld.
Pagina 34
Fabrieksinstellingen: door op het menupunt te tikken wordt de AC•THOR teruggezet op de fabrieksinstellingen. Hierdoor worden alle gewijzigde instellingen in het apparaat gewist! LET OP! Er wordt geen veiligheidsbevestiging gevraagd! Controleer op nieuwe firmware: Internettoegang is vereist! Start de controle op nieuwe updates handmatig. Wanneer een nieuwe versie beschikbaar is, zal deze worden opgeslagen op de SD-kaart.
Pagina 35
www.my-pv.com). Pak hiervoor het scannerprogramma uit in een lokale directory. IAls er meerdere my-PV-apparaten in het netwerk zijn, kan het te configureren apparaat worden geïdentificeerd aan de hand van het serienummer (voor AC•THOR zie typeplaatje op de achterkant van het apparaat). De webinterface wordt geopend door te dubbelklikken op het betreffende zoekresultaat.Vanaf firmware versie a0020000 wordt het benodigde HTML bestand gedownload van het Internet en opgeslagen in dezelfde directory als het scanner...
Pagina 36
Volg de download link (hierboven) en sla het bestand lokaal op, open dan het bestand om toegang te krijgen tot de Web-Interface. Als alternatief kunt u de Web-Interface ook rechtstreeks in uw webbrowser openen (link hieronder). my-PV raadt af om de AC•THOR via port forwarding op het internet aan te sluiten! Vanaf Ethernet is firmware versie a0020000 van toepassing: Voor toegang tot de webinterface van de AC-THOR in systemen zonder internettoegang, downloadt u vooraf het vereiste HTML-bestand via deze link:...
Pagina 37
De startpagina van AC•THOR in de webbrowser geeft dezelfde informatie als het startscherm op het scherm. Navigatie met behulp van de symbolenbalk vindt op dezelfde manier plaats. Meer informatie in het hoofdstuk "Bedienings- en weergave-elementen". AC•THOR ® / AC•THOR ® 9s Bedieningshandleiding, version a0021002...
Pagina 38
Bij de apparaattoestand "Uit" kan de lastregeling worden uitgeschakeld. Een snelle selectie in de rechterbovenhoek maakt directe toegang tot de Web-Interface mogelijk vanaf andere my-PV-apparaten in het netwerk. Met de knop "Apparaten zoeken" wordt het netwerk gescand op my-PV-apparaten. TIP: Als het zoeken naar een apparaat geen resultaat oplevert, kan het IP-adres ook handmatig worden ingevoerd in de adresregel van de webbrowser.
Pagina 39
De oranje balken geven het aandeel aan van de energie die afkomstig is van het fotovoltaïsche systeem, de rode balken het aandeel van de optionele boost-backup. De statusinformatie in de webbrowser bevat meer details dan die op het AC•THOR-display. Uitleg hierover vindt u in het hoofdstuk "Statusinformatie op het display". Afhankelijk van de bedrijfsmodus en de toepassing varieert deze weergave.
Pagina 40
De instellingsmogelijkheden in de webbrowser zijn uitgebreider dan die op het AC•THOR display. Zie de volgende paragraaf " Speciale instellingsmogelijkheden in de Web-Interface". Een uitleg van de overige algemene apparaatinstellingen is opgenomen in het hoofdstuk "Algemene instellingen". Een uitleg van de overige specifieke apparaatinstellingen voor de verschillende bedrijfsmodi is opgenomen in het hoofdstuk "Bedrijfsmodi".
Pagina 41
De keuze van de instelmogelijkheden varieert naargelang de bedrijfsmodus. De volgende apparaatinstellingen zijn alleen mogelijk in de webinterface en kunnen niet worden uitgevoerd op het AC•THOR-display. De volgende parameters kunnen op de webinterface worden ingesteld in bedrijfsmodus M3 (6kW/18 kW). Regeltolerantie: Deze waarde bepaalt de reactiegevoeligheid van het AC•THOR relais op veranderingen in het ingangsvermogen.
Pagina 42
TIP: Als de controle van de AC•THOR ook wordt uitgevoerd met een my-PV Meter (aanbevolen), moet daarvoor een statisch IP-adres worden toegewezen en moet het controletype "my-PV Meter Manual" worden geselecteerd. Anders zou de AC•THOR de signaalbron in de war kunnen sturen! Met de AC•THOR 9s kan in de webinterface een selectie worden gemaakt van de belastinguitgangen die in het legionellaprogramma moeten worden gebruikt.
Pagina 43
Een controletype kan alleen worden geselecteerd als de AC•THOR het in de fabriek vooringestelde apparaatnummer 1 heeft. Zie "Basisinstellingen". De functie "Interval target value" zorgt ervoor dat de AC•THOR de streefwaarde van de regeling gedurende een bepaalde tijd in een instelbaar tijdsinterval automatisch wijzigt in een andere instelbare streefwaarde.
Pagina 44
TIP: Een eenvoudige netwerkrouter behoort tegenwoordig tot het normale gereedschap van een vakman. Als u altijd uw eigen router bij u heeft, bent u niet afhankelijk van netwerktoegang op het zicht. Een internetverbinding is niet nodig. De Device ID moet worden ingesteld overeenkomstig het externe apparaat. Beschrijving van de gegevenssoorten: Int16 16-bit integer value, two's complement representation...
Pagina 45
Wij vragen om uw begrip dat wij geen bindende ondersteuning kunnen bieden voor producten van derden. Voor vragen over producten van derden kunt u contact opnemen met de technische ondersteuning van de desbetreffende onderneming. Het gebruik met batterij kan extra regelparameters vereisen. Neem in dat geval contact op met de technische ondersteuning van my-PV.
Pagina 46
Photovoltaic power Bij het meetpunt "Fotovoltaïsch vermogen" is het mogelijk het my-PV toestel te blokkeren als de omvormer geen vermogen produceert. De werking voor optionele boost-backup wordt hierdoor niet beïnvloed. EV Charging station power Indien de controlefunctie "Interval target value" wordt gebruikt (zie hoofdstuk "Controle- instellingen") en ook het meetpunt "Laadstationvermogen"...
Pagina 47
Hoewel my-PV geen laadstations produceert, zijn er verschillende opties voor compatibiliteit. De EV Function mag uitsluitend worden gebruikt voor directe compatibiliteit! Directe compatibiliteit met laadstation Er is sprake van directe compatibiliteit als my-PV ook het energiebeheer van de laadpaal uitvoert. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat de vermogensregelaars van my-PV alleen het vermogen op elektrische weerstandsverwarmingen kunnen moduleren.
Pagina 48
In een netwerk kunnen meerdere AC ELWA 2, AC ELWA-E, AC•THOR of AC•THOR 9's worden gebruikt. De werking is gebaseerd op het master/slave-principe. Wanneer verschillende eenheden worden gebruikt, moet met de volgende zaken rekening worden gehouden: Alle apparaten moeten via een netwerkkabel met de router zijn verbonden. •...
Pagina 49
Instellingen op Master Alleen voor toestellen met nummer 1 (= master) verschijnt het volgende scherm in de setup: Om de instellingen voor meerdere apparaten op de master te maken, kiest u eerst tussen Synchron en Stratify. In het geval van synchroon laden wordt het vermogen gelijkmatig verdeeld over de master en zijn slaves.
Pagina 50
Als uw toestel een apparaatsleutel heeft, is een verbinding met het dataplatform live.my- pv.com mogelijk. U vindt deze op de bijgevoegde montagehandleiding. Activeer de cloudmodus en sla de instellingen op. Open de website live.my-pv.com en log in of registreer u als nieuwe gebruiker. TIP: Als u zich registreert voor een nieuwe account ontvangt u een e-mail met een bevestigingslink.
Zodra de frequentieregeling als signaalbron is geselecteerd, wordt de gemeten waarde op het display rechtsonder boven de helpknop weergegeven. In boost-backupmodus moet rekening worden gehouden met ontlading van de batterij! TIP: Bij gebruik van meerdere AC•THORs kan elk van hen een verschillend frequentiebereik specificeren.
Pagina 52
Zodra een PWM-signaal aanwezig is, wordt dit rechtsonder in het display boven de helpknop in procenten weergegeven. Let op de polariteit van de gelijkspanning! Zonder temperatuursensor zal de AC•THOR niet uitschakelen. Dit moet dan gebeuren door de externe signaalbron of door uitschakeling via de thermostaat! Aansturing door potentiaalvrij contact De AC•THOR kan ook star met maximaal vermogen via een extern signaal worden aangestuurd.
Pagina 53
Internettoegang is vereist! Display - Instellingen - Fabrieksinstellingen: Controleer op nieuwe firmware: Begin handmatig te controleren op nieuwe updates. Wanneer een nieuwe versie beschikbaar is, zal deze worden opgeslagen op de SD-kaart. Deze procedure duurt enkele minuten. De AC•THOR zal tijdens deze periode normaal werken. Start firmware update: als er een nieuwere softwareversie op de SD-kaart aanwezig is, kan de update handmatig gestart worden.
Pagina 55
Fout 109 Temperatuursensor 1 voor legionellabescherming vereist Controleer of de sensor geactiveerd is! Fout 110 Firmware-update mislukt Communicatiefout met de uitvoereenheid Start het apparaat opnieuw op Fout 111 Firmware-update mislukt Probleem met p-bestand. Schakel het apparaat uit. Plaats SD-kaart met p-bestand. Zie gebruiksaanwijzing www.my-pv.com Start het apparaat opnieuw op Fout 112 Temp sensor 3 vereist voor warm water boost backup Controleer of de...