Download Print deze pagina

Daikin R32 Split RXM50A5V1B8 Montagehandleiding pagina 17

Advertenties

c
Stroomonderbreker (lokaal voorziene zekering met
nominale waarden volgens het typeplaatje)
d
Reststroomapparaat
e
Voeding
f
Aarding
1 2 3
L N
4 Draai de klemschroeven goed vast. Gebruik bij voorkeur een
kruiskopschroevendraaier.
8
De installatie van de
buitenunit voltooien
8.1
De installatie van de buitenunit
voltooien
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
▪ Zorg ervoor dat het systeem correct is geaard.
▪ Schakel
de
voeding
servicewerkzaamheden te beginnen.
▪ Installeer het deksel van de schakelkast alvorens de
voeding IN te schakelen.
1 Isoleer en maak de koelmiddelleiding en kabels als volgt vast:
d
c
a
e
b
f
g
a
Gasleiding
b
Isolatie gasleiding
c
Kabel tussen units
d
Lokale bedrading (indien van toepassing)
e
Vloeistofleiding
f
Isolatie vloeistofleiding
g
Afwerkingstape
2 Voor RXM klasse 20, 25, 35, 50 en ARXM-units in combinatie
met
FTXM-,
ATXM-
of
"Stroomspaarstand stand-by" worden ingeschakeld. Zie de
uitgebreide handleiding voor de installateur van de buitenunit
voor de instelprocedure.
3 Installeer het servicedeksel.
RXM-A(9)(8), ARXM-A(9)(8), RXP-N8
R32 Split-reeks
3P769578-4E – 2024.07
50 Hz
220~240 V
UIT
alvorens
aan
FVXM-units
moet
de
functie
8 De installatie van de buitenunit voltooien
9
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Algemene
checklist
instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een
algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het
Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt
als
richtlijn
rapporteringssjabloon
overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Zo NIET kan de compressor
vuur vatten.
9.1
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen
zijn vastgedraaid.
De voedingsspanning stemt overeen met de spanning
op het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn thermisch
geïsoleerd.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan
volledig open.
Afvoer
De afvoer moet vlot stromen.
Mogelijk gevolg: Er kan condenswater naar beneden
druppelen.
De
binnenunit
ontvangt
gebruikersinterface.
De
vermelde
kabels
doorverbindingskabel.
De zekeringen, onderbrekers of lokaal geïnstalleerde
beveiligingen
zijn
geïnstalleerd en zijn NIET overbrugd.
9.2
Checklist tijdens inbedrijfstelling
Ontluchten.
inbedrijfstelling.
Naast
en
als
basis
voor
tijdens
inbedrijfstelling
en
de
signalen
van
worden
gebruikt
voor
overeenkomstig
dit
document
Montagehandleiding
de
de
bij
de
de
17

Advertenties

loading