2 ● AUTOMATISCH INSCHAKELEN ALARM ●
in en hoeft u niet binnen 3 minuten na uitschakelen van het contact op een knop te drukken.
Inschakelen: Houd
knipperen 5 keer. Dat betekent dat deze functie is ingeschakeld.
Uitschakelen: Houd
knipperlichten knipperen 6 keer. Dat betekent dat deze functie is uitgeschakeld.
3 ● STILLE MODE ●
dan gaan bij een poging tot diefstal de knipperlichten knipperen, maar de sirene gaat niet af. De
afstandsbediening waarschuwt u echter wel met piepsignalen.
Inschakelen: Houd
knipperen 7 keer. Dat betekent dat deze functie is ingeschakeld.
Uitschakelen: Houd
knipperen 8 keer. Dat betekent dat deze functie is uitgeschakeld.
4 ● ALARM na 60 s BIJ STARTONDERBREKING ●
startonderbreking is ingeschakeld, en iemand probeert de motor te starten, dan gaan het alarm en
de afstandsbediening af na 60 seconde.
Inschakelen: Houd
knipperen 1 keer. Dat betekent dat deze functie is ingeschakeld.
Uitschakelen: Houd
knipperen 2 keer. Dat betekent dat deze functie is uitgeschakeld.
5 ● TERUG NAAR FABRIEKSINSTELLINGEN ●
Fabrieksinstellingen:
Houd
ingedrukt en druk tegelijkertijd 15 maal op
6 ● INSTELLING GEVOELIGHEID BEWEGINGSSENSOR EN HELLINGSHOEKSENSOR ●
SHOCKLIFT®
De Shocklift® is een schok-, trillings- en bewegingssensor die versnelling meet. De gevoeligheid
van deze sensor is op 8 niveaus in te stellen.
A. Schakel het contact in.
B. Houd
in gedrukt en druk 10 maal op
C. De knipperlichten knipperen 2 keer. De regelfunctie voor het gevoeligheidsniveau is nu actief.
D. Druk een keer kort op
E. en een keer kort op
F. Om de bewegingssensor optimaal af te stellen, stoot u bij elke druk op de knop voorzichtig tegen
de scooter om te zien hoe gevoelig de sensor is. Iedere druk op de knop (grotere en kleinere
gevoeligheid) wordt bevestigd door een keer knipperen van de knipperlichten. Wanneer de
maximale of minimale gevoeligheid wordt bereikt, knipperen de knipperlichten 2 keer.
G. Druk lang op
om de wijziging op te slaan.
ingedrukt en druk tegelijkertijd 5 maal op
ingedrukt en druk tegelijkertijd 6 maal op
Als u het alarm in de stille mode activeert (zie pag. 6 - lang drukken op
ingedrukt en druk tegelijkertijd 7 maal op
ingedrukt en druk tegelijkertijd 8 maal op
ingedrukt en druk tegelijkertijd 1 maal op
ingedrukt en druk tegelijkertijd 2 maal op
● Piepsignaal knipperlichten
● Handmatig INSCHAKELEN van het alarm AAN
● Stille functie
● Alarm na 60 s bij actieve startonderbreking AAN
● De gevoeligheid van de bewegingssensor keert terug
naar de fabrieksinstelling
om de gevoeligheid te vergroten,
om de gevoeligheid te verkleinen.
Met deze functie schakelt u het alarm automatisch
Als het alarm is uitgeschakeld maar de
en laat los.
De knipperlichten knipperen 4 keer.
, laat beide knoppen tegelijk los.
7
en laat los. De knipperlichten
en laat
weer los. De
en laat los. De knipperlichten
en laat los. De knipperlichten
en laat los. De knipperlichten
en laat los. De knipperlichten
AAN
AAN
),