Inhoudsopgave
Advertenties
STARTONDERBREKING
Voor optimale veiligheid blijft de startonderbreking actief als het alarm wordt uitgeschakeld.
UITSCHAKELEN STARTONDERBREKING Nadat u het alarm heeft uitgeschakeld (zie pag. 6),
schakelt u het contact van uw scooter in met de contactsleutel. Daarna drukt u op
, 2 piepjes
geven aan dat de startonderbreking is uitgeschakeld. Vervolgens kunt u de motor starten met de
contactsleutel.
Als u het contact daarna weer uitzet, is de startonderbreking weer actief.
Zodra u drukt op een van de 2 knoppen
of
is de startonderbreking weer actief.
MOTOR STARTEN OP AFSTAND
Via afstandsbediening voor een tweewielig voertuig zonder versnelling of met automaat.
1. Schakel het alarm uit door kort te drukken op
2. Druk 2 maal kort, met een tussenpauze van een seconde, op
3. Het contact wordt ingeschakeld en de startmotor gaat aan. Blijf in de directe nabijheid van uw
voertuig.
4. Als u de motor na zo'n start op afstand weer wilt uitschakelen, drukt u kort op
. De motor stopt
onmiddellijk.
5. Als iemand uw op afstand gestarte voertuig wil meenemen, drukt u kort op
om de motor weer
uit te schakelen. De startonderbreking wordt geactiveerd (indien de grijze draad is aangesloten) en
de sirene en knipperlichten geven 5 seconde een signaal.
OVERIGE FUNCTIES VAN DE KNOP
Batterijniveau van de afstandsbediening
Druk minimaal 2 seconden op
. De gele LED knipper een tot vijf maal. Het aantal keer oplichten
geeft het niveau van de batterij aan: 5 keer = vol, 1 keer = leeg, u moet de batterij gauw vervangen.
Knipperlichten continu aan: scooter 's nachts terugvinden.
Als het contact uit staat, kunt u met een keer drukken op
de knipperlichten aan (continu) of uit
zetten.
Kort drukken: knipperlichten gaan 5 seconde aan.
Tweede keer kort drukken: de knipperlichten gaan binnen 5 seconde uit.
PROGRAMMEERBARE FUNCTIES EN BIJLAGEN
Als u de verschillende functies wilt programmeren, moet het contact aanstaan (+APC actief)
1 ● PIEPSIGNAAL KNIPPERLICHTEN ●
Als het linker- of rechterknipperlicht wordt ingeschakeld
geeft de sirene piepsignalen tegelijk met het knipperen. Deze functie waarschuwt automobilisten
voor de aanwezigheid van een tweewielig voertuig (veiligheid).
Inschakelen: Houd
ingedrukt en druk tegelijkertijd 3 maal op
en laat
weer los. De
knipperlichten knipperen 3 keer. Dat betekent dat deze functie is ingeschakeld.
Uitschakelen: Houd
ingedrukt en druk tegelijkertijd 4 maal op
en laat beide knoppen weer
los.
De knipperlichten knipperen 4 keer. Dat betekent dat deze functie is uitgeschakeld.
6
Advertenties
Inhoudsopgave
