4. GEBRUIKERSHANDLEIDING
Tweerichtingsafstandsbediening
3 LEDs op het display: Rood • Blauw • Geel.
Opmerking specifiek over de tweerichtingsafstandsbediening:
Kort drukken op de afstandsbediening PIEP 1 PIEP kort uitgezonden
Lang drukken op de afstandsbediening PIEP... PIIIIIEP 1 korte PIEP + 1 lange PIEP uitgezonden
INSCHAKELEN
Kort drukken op
De sirene klinkt een keer en de knipperlichten knipperen een keer. Op hetzelfde moment brandt de
rode LED op de afstandsbediening. De startonderbreking is actief. Let op: als de motor nog draait,
zal die stoppen. De schokdetectie wordt 2 seconden nadat u op
beweging van het voertuig detecteert gaat de sirene af en geeft de afstandsbediening een signaal.
Als u drukt op
zonder het contact uit te schakelen, geven de sirene en de afstandsbediening 5
lange pieptonen om de bestuurder erop te attenderen dat hij vergeten is om het contact uit te
schakelen en de sleutel te verwijderen.
Lang drukken op
De sirene geeft geen signaal maar de knipperlichten knipperen eenmaal om aan te geven dat het
alarm is ingeschakeld. U gebruikt deze mode 's nachts om de buurt niet de storen. Als de sensor
beweging van de motor waarneemt, gaan de knipperlichten knipperen, maar de sirene gaat niet af.
In de stille mode geeft de sirene alleen enkele piepjes. De tweerichtingsafstandsbediening geeft
echter wel alarm. Als de afstandsbediening buiten bereik of buiten werking is, gaat het
alarmsysteem alsnog over in sirene-mode.
UITSCHAKELEN
Kort drukken op
De sirene klinkt 2 maal en de knipperlichten knipperen 2 maal. Dat betekent dat het alarm is
uitgeschakeld. Op hetzelfde moment brandt de blauwe LED. De startonderbreking is nog steeds
actief (zie pag. 7)
Lang drukken op
De sirene klinkt niet en de knipperlichten knipperen 2 keer. Dat betekent dat het alarm is
uitgeschakeld. Op hetzelfde moment brandt de blauwe LED. De startonderbreking is nog steeds
actief (zie pag. 7).
om het alarm in te schakelen.
om het alarm in de stille mode in te schakelen.
om het alarm uit te schakelen
om het alarm in de stille mode uit te schakelen
Eenrichtingsafstandsbediening
drukt, actief. Als de sensor een
5
(zonder retourdata)