Inhoudsopgave
Advertenties
OVERZICHT
Booglengte
Om de boog te ontsteken zou er met de elektrode zachtjes over het werkstuk geschraapt moeten
worden tot de boog tot stand komt. Voor de juiste booglengte geldt een eenvoudige regel: de
kortste boog geeft een goede oppervlakte aan de lasnaad. Bij een boog die te lang is, vermindert
de penetratie, worden er spatten geproduceerd en leidt tot een ruwe oppervlaktelaag op de
lasnaad. Een al te korte lasboog zorgt ervoor dat de elektrode kleeft en geeft lasnaden van lage
kwaliteit. Een algemene regel voor onderhands lassen is om een booglengte te hebben die niet
groter is dan de diameter van de lasdraad.
Hoek van de elektrode
De hoek die de elektrode met het werkstuk maakt, is van belang om een zachte, gelijkmatige
overdracht van metaal te verzekeren. Bij onderhands lassen, lassen van hoeknaden en
horizontaal of boven het hoofd lassen, bedraagt de hoek van de elektrode over het algemeen
tussen de 5 en 15 graden in de richting van de beweging. Bij verticaal stijgend lassen zou de hoek
van de elektrode met het werkstuk tussen de 80 en 90 graden moeten bedragen.
Bewegingssnelheid
Beweeg de elektrode in de richting van de las met een aangepaste snelheid afhankelijk van de
diameter van de elektrode. Tegelijkertijd wordt de elektrode neerwaarts aangevoerd om ten allen
tijde de juiste booglengte te houden. Te hoge bewegingssnelheden leiden tot een slechte fusie, te
weinig penetratie, etc. terwijl een te lage bewegingssnelheid vaak tot een onstabiele lasboog,
ingesloten slakken en slechte mechanische eigenschappen zal leiden.
Voorbereiden van het materiaal en van de lasnaad
Het te lassen materiaal zou schoon en vrij moeten zijn van schimmel, verf, olie, vet, schilfers,
roest of om het even welk ander materiaal dat de boog zou hinderen en het lasmateriaal zou
vervuilen. De voorbereiding van de lasnaad hangt af van de gebruikte methode, met inbegrip van
zagen, slaan, afknappen, machinaal bewerken, vlamsnijden en andere. In alle gevallen zouden de
randen schoon en vrij van vuil moeten zijn. Het type lasnaad zal bepaald worden door de gekozen
toepassing.
§3.3.6 Installatie klaarmaken voor TIG-lassen
Zet de AAN/UIT-schakelaar (op het achterpaneel) op UIT (OFF).
(1) Sluit de aardleiding aan op "+", bevestig in wijzerzin; sluit de aardingklem aan op het werkstuk.
Het contact met het werkstuk moet stevig zijn, met een schoon, onbedekt metaal zonder
corrosie, verf of schilfers op het contactpunt.
(2) Sluit de TIG-toortskabel aan op "-", en bevestig in wijzerzin.
(3) Sluit de stekker van de TIG-toorts in de contactdoos en zorg ervoor dat alles stevig
aangesloten is.
(4) Sluit de gastoevoer van de TIG-toorts aan op de TIG-gasuitgang en zorg ervoor dat alles
-20-
Advertenties
Inhoudsopgave
