3
Servicemenu
3.4
Zonne
Menupunt
Max. boilertemp. 15 ... 100 °C: bij het bereiken van de maximale boilertempera-
Type collector-
veld
Bruto collectorop-
pervlak
Klimaatzone
Min. warmwater-
temp.
Modulerende
pomp
Vario-Match-Flow V-Match uit: snelle collectorlading door Vario-Match-Flow uit-
Leidingfunctie
Insch. vers. zon-
nepomp
Uitsch. vers. zon-
nepomp
46
Omschrijving
tuur wordt de pomp uitgeschakeld.
Geblok.: de boiler wordt niet geladen.
Vlakke collector | Vacuümbuiscollector: gebruikte collectortype
selecteren.
2
0 ... 50,0 m
: geïnstalleerd brutocollectoroppervlak.
10 ... 90 ... 200: stel de klimaatzone van de installatieplaats in
conform de zonekaart ( installatiehandleiding solarmodule)
15 ... 60 ... 70 °C: grenstemperatuur voor de start van de
warmwateropwarming door de warmteproducent
Uit : warmwateropwarming door de warmteproducent onaf-
hankelijk van de minimale warmwatertemperatuur.
Aan/uit: de solarpomp wordt niet modulerend aangestuurd.
PWM: de solarpomp wordt modulerend via een PWM-signaal
aangestuurd.
0-10 V: de solarpomp wordt modulerend via een analoog 0-
10 V signaal aangestuurd.
geschakeld.
35 ... 60 °C: inschakeltemperatuur voor Vario-Match-Flow (al-
leen met toerentalregeling).
Nee: functie vacuümbuiscollectoren uitgeschakeld.
Ja: om de 15 minuten wordt de pomp gedurende 5 seconden
geactiveerd.
6 ... 10 ... 20 K: temperatuurverschil collector met boiler (voor
het inschakelen van de solarpomp).
3 ... 5 ... 17 K: temperatuurverschil collector met boiler (voor
het uitschakelen van de solarpomp).
RC200.2 – 6721853762 (2023/07)