Functieschakeling
Het selecteren van de [OPNAME] Functie
Wanneer de [OPNAME] functie geselecteerd is, kan het toestel ingesteld worden op de
Intelligente automatische functie waarin de optimale instellingen vastgesteld worden in
overeenkomst met het onderwerp dat opgenomen moet worden en met de
opnameomstandigheden of op de scènefunctie die u in staat stelt beelden te maken die
overeenkomen met de scène die opgenomen wordt.
1
Zet het toestel aan.
A [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
B Instelknop
2
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
3
Schakelen tussen functies door aan de
instelknop te draaien.
Zet het deel C op de gewenste functie.
•
Draai langzaam en krachtig aan de instelknop om elke functie af te stellen. (Het
gedeelte waar geen functie zit zal niet draaien.)
NORMALE FOTO
∫ Lijst van [OPNAME] functies
Intelligente automatische functie
¦
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch
gebruikt worden door het toestel.
Normale opnamefunctie
!
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Scènefunctie
Û
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
Bewegende beeldfunctie
$
Deze functie biedt u de mogelijkheid bewegende beelden met geluid op te nemen.
ì
Klembordfunctie
Opnemen als een memo.
18
VQT1R93 (DUT)
C
OFF
ON