C : AANGEPAST
C
: AANGEPAST
In de opnamestanden P, S, A, M en alle
E-standen behalve R kan de op-
tie K AANGEP. INSTELLEN in het menu
Opnamestanden (P 90) worden gebruikt
om de huidige camera en menu-instellin-
gen op te slaan. Deze instellingen worden
weer opgeroepen wanneer de functie-
knop op C (aangepast) wordt gezet.
Menu/instel-
Menu/instel-
Instellingen opgeslagen
Instellingen opgeslagen
ling
ling
N ISO, O BEELDGROOTTE, T BEELD-
KWALITEIT, U DYNAMISCH BEREIK,
P FILMSIMULATIE, d WB VERSCHUI-
VING, f KLEUR, e TOON, q SHERPTE,
h GELUIDSREDUCTIE, y INTELLIGENTE
Opna-
Opna-
SCHERPTE, R INTELL. DIGITALE ZOOM,
mestanden
mestanden
b GEZICHTSDETECTIE, n GEZICHTSHER-
KENNING, W FILMMODUS, a STILBEELD-
OPNAME IN FILM, J AE BKT EV-STAPPEN,
I FLITSLICHT, g EXTERNE FLITSER,
2 ELEKTR. WATERPAS
Instellingen C AF-HULPLICHT
Instellingen
ISO, meting, automatische scherpstestand,
scherpstestand, witbalans, continu fotogra-
Overige
Overige
feren, macrostand, fl itsstand, belichtingscom-
pensatie, schermopties (DISP/BACK-knop)
3
Eenmaal de camera uitgeschakeld is wordt de R INTELL.
DIGITALE ZOOM ook uitgeschakeld.
Opnamestanden
, j RAW
35