3
Sluit de afdekkap van het batterijencompar-
timent.
Druk het deksel omlaag
totdat het op zijn plaats
klikt.
De batterij verwijderen
Zet de camera uit alvorens de bat-
terij te verwijderen en open het
deksel van het batterijcomparti-
ment. Druk, om de batterij te ver-
wijderen, de batterijgrendel opzij
en schuif de batterij uit de camera. Batterijvergrendeling
3 Batterijen
• Maak de polen van de batterij schoon met een zachte,
droge doek. Anders kan de batterij mogelijk niet worden
opgeladen.
• Plak geen etiketten of andere voorwerpen op de bat-
terij. Anders kan de batterij mogelijk niet meer uit de
camera worden genomen.
• Voorkom dat de batterijpolen worden kortgesloten. An-
ders kan de batterij oververhit raken.
• Lees de voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk "Span-
ningsvoeding en batterij" (P iv).
• Gebruik alleen een voor de batterij voorgeschreven bat-
terijlader. Anders kan de batterij en/of de batterijlader
defect raken.
• Probeer niet de labels van de batterij te halen of de be-
huizing te openen.
• De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer
de batterij niet wordt gebruikt. Laad de batterij een of
twee dagen voor gebruik op.
De batterij plaatsen
11