Gebruikershandleiding
7. Plaats de afdekking papiercassette er weer op.
8. Duw de papiercassette er helemaal in.
9. Stel op het bedieningspaneel het papierformaat en -type in voor het papier dat u in de papiercassette hebt
geladen.
Opmerking:
U kunt het scherm met instellingen voor het papierformaat en papiertype ook weergeven door op het bedieningspaneel
op de knop
te drukken.
10. Schuif de uitvoerlade uit.
Gerelateerde informatie
"Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking" op pagina 49
&
"Beschikbaar papier en capaciteiten" op pagina 46
&
"Lijst met papiertypen" op pagina 56
&
"Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen" op pagina 55
&
Papier in de Papiertoevoer achter laden
In de papiertoevoer achter kunt u losse vellen laden van alle soorten papier die worden ondersteund.Ook kunt u
dik papier (tot 0,3 mm dik) en voorgeperforeerd papier laden, waarvoor de papiercassette niet geschikt is.Zelfs als
De printer voorbereiden
52