Gebruikershandleiding
Nadat de printer verbinding heeft gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Configureer geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gerelateerde informatie
"Handmatig Wi-Fi-instellingen configureren" op pagina 28
&
"Wi-Fi-instellingen configureren via de drukknopinstelling (WPS)" op pagina 29
&
"Wi-Fi-instellingen configureren via de pincode-instelling (WPS)" op pagina 30
&
"Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) configureren" op pagina 31
&
"Geavanceerde netwerkinstellingen maken" op pagina 32
&
Handmatig Wi-Fi-instellingen configureren
Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van het toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan.Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt heeft
ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op
2. Selecteer Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Tik op Wijzig naar Wi-Fi-
verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
5. Selecteer de SSID van het toegangspunt.
Opmerking:
❏ Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, tikt
u op Opnieuw zoeken om de lijst te vernieuwen.Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, tikt u op Handmatig
invoeren en voert u de SSID vervolgens rechtstreeks in.
❏ Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt.Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
Netwerkinstellingen
.
28