Download Print deze pagina

Meer Over De Diverse Functies; Aansluitingen - Danfoss ADAP-KOOL AK-PC 783A Gebruikershandleiding

Capaciteitsregelaar met cascade regeling

Advertenties

FDD op condensor luchtstroom
Condensorreferentiedruk
Vlottende condensordruk
Instelling van referentie voor warmteterugwinning
Cascaderegeling
Regelsensor =Scasc2 en Scasc3 (app. SdLT)
Expansieventiel = ETS, CCMT of AKV. Er kan een parallelle afsluiter
worden gemonteerd.
Regeling van twee cascade warmtewisselaars
Veiligheidsfuncties
Minimale zuigdruk
Maximale zuigdruk
Maximale condensordruk
Maximale persgastemperatuur
Minimale/maximale oververhitting

Meer over de diverse functies

Compressor
Regeling van maximaal 12 compressoren en met een maximum
van 3 capaciteitskleppen per compressor.
Compressor 1 en 2 kunnen frequentie geregeld worden.
De volgende signalen kunnen als regelsensor worden gebruikt:
1) Po – zuigdruk
2) S4 – koude brine temperatuur
(Po-LT wordt ook bij punten 2 gebruikt als lage druk beveiliging)
Condensor
Regeling van maximaal 8 stappen.
Ventilator kan frequentie geregeld worden. Of allemaal op één
signaal of alleen de eerste ventilator van meerdere. Er kan een
EC-motor worden gebruikt. Indien nodig kunnen zowel relais- en
triacuitgangen gebruikt worden.
De volgende signalen kunnen als regelsensor worden gebruikt:
1) Pc – Condensatiedruk
2) S7 – Warme brine temperatuur (Pc wordt nu gebruikt als hoge
druk beveiliging).
Connectie tussen hoge druk en lage druk circuits
De regeling van de MT- en LT-circuits moet volledig intern in de
regelaar plaatsvinden.
Frequentieregeling van condensorventilatoren
Deze functie heeft een analoge uitgang nodig.
Voor het starten en stoppen van de frequentieregeling kan een
relaisuitgang gebruikt worden.
De ventilatoren kunnen ook door relaisuitgangen geschakeld
worden.
Digitale scroll
Bij gebruikmaking van een digitale scroll moet het ontladen van
de compressor worden aangesloten op een van de vier solid-state-
uitgangen in de regelaar.

Aansluitingen

3
Hieronder volgt een overzicht van mogelijke aansluitingen. De
tekst komt overeen met de tabel op de volgende pagina.
Analoge ingangen
Temperatuursensors
• S4 (koude brine temperatuur)
Moet worden gebruikt wanneer de regelsensor voor de compressorrege-
ling als S4 is geselecteerd.
• Ss (zuiggastemperatuur)
Moet altijd worden gebruikt bij compressorregeling
• Sd (persgastemperatuur)
Moet altijd worden gebruikt bij compressorregeling
• Sc3 (buitentemperatuur)
Wordt gebruikt als de FDD functie wordt toegepast.
AK-PC 783A
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Capaciteitsregeling
RS8HN110 © Danfoss 2017-11
Beveiligingscircuit compressoren
Gezamenlijke hoge druk bewaking van compressoren
Beveiligingscircuit condensorventilatoren
Algemene alarmfuncties met tijdsvertraging
Overig
Extra sensors
Inject ON functie
Optie voor aansluiting van externe display
Algemene thermostaatfuncties
Algemene pressostaatfuncties
Algemene spanningsmetingen
PI regeling
Max. in- en uitgangen
Warmteterugwinning
Er kan een thermostaatfunctie worden geselecteerd; deze zal
inschakelen wanneer verwarming gewenst is.
Beveiligingscircuit
Als er signalen moeten worden ontvangen van verschillende
onderdelen van het beveiligingscircuit, moet ieder signaal apart
op een AAN / UIT ingang worden aangesloten.
Dag / nacht signaal voor verhogen zuigdruk
Voor deze functie kan de klokfunctie worden gebruikt, maar ook
een extern AAN / UIT signaal.
Als er zuigdrukoptimalisatie wordt gebruikt, hoeft er geen signaal
gegeven te worden, dit gaat automatisch.
'Inject ON' functie
Deze functie sluit alle AKV kleppen wanneer alle compressoren
worden verhinderd te beginnen. Dit kan worden geregeld via de
datacommunicatie of uitbedraad worden via een relaisuitgang.
Algemene thermostaat en pressostaat functies
Een aantal thermostaten kan naar wens worden gebruikt. De
thermostaat heeft een sensorsignaal en een uitgang nodig. In de
regelaar kunnen in- en uitschakelwaarden en eventuele alarm-
functies worden ingegeven.
Algemene spanningsmetingen
Een aantal spanningsmetingen kunnen naar wens worden ge-
bruikt. Het signaal kan bijvoorbeeld 0-10 V zijn. De functie vereist
een spanningssignaal en een relaisuitgang. In de regelaar kunnen
in- en uitschakelwaarden en alarmen worden ingesteld.
Afzonderlijke PI-regelingen
Het is mogelijk om een reeks PI-regelingen naar wens te configu-
reren
Ga naar hoofdstuk 5 voor meer informatie over bo-
venstaande functies.
Wordt gebruikt bij condensorregeling met vlottende condensordruk.
• S7 (warme brine temperatuur)
Moet worden gebruikt wanneer de regelsensor voor de condensor is
geselecteerd als S7.
• Saux (1-4), eventueel extra temperatuursensoren
Maximaal 4 extra sensors voor het verzamelen van gegevens kunnen
worden aangesloten. Deze sensoren kunnen gebruikt worden voor
algemene thermostaatfuncties.
• Scasc2, Scasc3
Regelsensors voor cascade
(In plaats van het Scasc3-signaal kan het SdLT-signaal worden gebruikt,
maar alleen als er niets anders in de drukbuis is gemonteerd.)
• Shrec
Temperatuursensor voor warmteterugwinning
x
x
x
10
7
x
2
3
3
3
3
160
33

Advertenties

loading