Download Print deze pagina

Cascaderegeling - Danfoss ADAP-KOOL AK-PC 783A Gebruikershandleiding

Capaciteitsregelaar met cascade regeling

Advertenties

Cascaderegeling

De regelaar is speciaal ontworpen voor het regelen van twee
compressorgroepen met cascade.
De coördinatie tussen de twee compressorgroepen en de inspuit-
functie wordt intern in de regelaar uitgevoerd.
Dubbele inspuitingsklep
De regelaar kan twee inspuitingskleppen parallel gemonteerd
besturen. Bijvoorbeeld twee ETS kleppen. De klep vereist afzon-
derlijke signalen van de regelaar.
Dubbele cascade
De regelaar kan twee cascade warmtewisselaars parallel besturen.
De gewone A-sectie en tegelijkertijd een B-sectie.
Het vereist een afzonderlijke temperatuursensor en twee afzon-
derlijke kleppen.
AK-PC 783A
Capaciteitsregeling
RS8HN110 © Danfoss 2017-11
Coördinatie
Selecteer in het menu "Cascaderegeling" het LT-compressorver-
zoek als startsignaal voor de inspuiting.
Inspuitsignaal
De coördinatie van de inspuiting zorgt ervoor dat er vloeistof in
de cascadewarmtewisselaar wordt gespoten wanneer de LT-com-
pressoren in bedrijf zijn of wanneer de Tc-LT-druk te hoog wordt.
Voorbeeld
MT Compressor
LT Compressor
LT insp. warmtewis.
T1: De belasting op het LT circuit zorgt voor compressorcapaciteit
De eerste LT compressor start en activeert het inspuitsignaal
T2: de eerste MT-compressor start wanneer de MT de druktoe-
name detecteert.
T3: de laatste LT-compressor stopt, de inspuiting stopt en de MT-
eisen worden verwijderd. De laatste MT-compressor stopt.
Afhankelijk van het type installatie/ontwerp kan de inspuiting op
de volgende manieren worden gedefinieerd:
- Altijd AAN. Volgt de hoofdschakelaar op de regelaar.
- Volgt het LT-circuit
- Volgt een afstandssignaal op een DI-ingang.
Bovenal zal het inspuitsignaal altijd de hoofdschakelaar van de
regelaar volgen. Ook zal elk van de cascades stoppen, wanneer
het externe handmatige regelsignaal voor de cascade warmtewis-
selaarbesturing wordt geactiveerd.
EVR in vloeistofleiding
Het signaal volgt het inspuitsignaal maar wordt gekenmerkt door
een tijdsvertraging en veiligheidsfuncties.
Regelsensors
De volgende sensors worden gebruikt als regelsensors:
Po-MT, Pc-LT, Scasc2 en Scasc3.
In installaties waarbij tussen Sd-LT en Scasc3 niets is gemonteerd,
kan het Sd-LT-signaal worden gebruikt in plaats van Scasc3. Een
instelling bepaalt welke van de twee sensoren gebruikt moet
worden.
Oververhitting
De functie bevat een adaptief algoritme die de openingsgraad
van de klep zo aanpast dat de verdamper altijd optimaal is gevuld
en dus optimaal koelt.
De referentie voor de oververhitting wordt begrensd met een
maximale en minimale instelling.
103

Advertenties

loading