▪ Magnetron. Kan de draadloze LAN-communicatie beïnvloeden.
4.1.2
Basisparameters
Wat
Frequentiebereik
Radioprotocol
Radiofrequentiekanaal
Uitgangsvermogen
Effectief uitgestraald vermogen
Elektrische voeding
5
Installatie van de unit
INFORMATIE
Als u niet zeker bent over hoe u delen van de unit kunt
openen of sluiten (voorpaneel, elektrische bedradingskast,
voorrooster, ...), zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur van de unit voor de procedures voor het
openen en sluiten. Voor de locatie van de uitgebreide
handleiding voor de installateur, zie
document" [ 4 2].
WAARSCHUWING
De
installatie
moet
installateur, en de keuze van de materialen en de
installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving. In
Europa is de norm EN378 van toepassing.
5.1
Installatieplaats voorbereiden
WAARSCHUWING
Het toestel moet als volgt worden opgeslagen:
▪ zodanig dat mechanische schade wordt voorkomen.
▪ in een goed verluchte kamer zonder continu brandende
ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vuur, een
draaiend gastoestel of een draaiende elektrische
verwarming).
▪ Voor CVXM, FVXM in een kamer met afmetingen zoals
opgegeven
in
bepalen" [ 4 5].
▪ Voor FVXTM-B, in een kamer met afmetingen zoals
opgegeven in "Minimum vloeroppervlakte bepalen" in
de Algemene voorzorgsmaatregel met betrekking tot de
veiligheid.
5.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
WAARSCHUWING
Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de
vloeroppervlakte van de ruimte waarin de toestellen
worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn
dan de minimum vloeroppervlakte A (m²). Voor CVXM- en
FVXM-units,
zie
bepalen" [ 4 5];
voor
voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid.
▪ Afstand. Let op de volgende vereisten:
CVXM-B, FVXM-B, FVXTM-B
Split-systeemairconditioners
3P769578-3F – 2024.09
Waarde
2400 MHz~2483.5 MHz
IEEE 802.11b/g/n
13ch
13 dBm
15 dBm (11b) / 14 dBm (11g) /
14 dBm (11n)
DC 14 V / 100 mA
"1.1 Over dit
worden
uitgevoerd
door
een
"Minimum
vloeroppervlakte
"Minimum
vloeroppervlakte
FVXTM-B
zie
de
Algemene
5 Installatie van de unit
A
≥50
A
Vooraanzicht
B
Zijaanzicht
a
Bij een koelmiddelvulling van ≥1,843 kg moet de unit op
≤60 mm van de grond worden geïnstalleerd.
▪ Muurisolatie. Wanneer de temperatuur in de muur hoger is dan
30°C en er een relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of
wanneer er verse lucht in de muur wordt geleid, is er extra isolatie
nodig (polyethyleenschuim met een dikte van minstens 10 mm).
▪ Sterkte van de muur of de vloer. Controleer of de muur of de
vloer sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen. Als er
een risico is, verstevig de muur of de vloer dan alvorens de unit te
installeren.
Minimum vloeroppervlakte bepalen
▪ Systemen met R32-koelmiddel zijn beperkt voor wat betreft de
totale hoeveelheid koelmiddel en/of de bediende vloeroppervlakte.
▪ Zie de montagehandleiding van de buitenunit om de totale
hoeveelheid koelmiddel (m) in het systeem te bepalen.
Opmerking: In een ruimte met een oppervlakte van <A
geen binnenunit worden geïnstalleerd.
▪ Afhankelijk van de totale hoeveelheid koelmiddel (m), is de
minimum vloeroppervlakte (A
INFORMATIE
▪ De totale hoeveelheid koelmiddel (m), de beperking
minimum vloeroppervlakte (A
kamerhoogte (H) en of de unit op de LAAGSTE
ONDERGRONDE VERDIEPING of op OM HET EVEN
WELKE ANDERE VERDIEPING is geïnstalleerd.
▪ Als de vereiste exacte waarde voor de totale
hoeveelheid koelmiddel in het systeem (m) hieronder
niet wordt aangegeven, neem dan de waarde die er net
iets boven ligt.
▪ Als de hoogte van de kamer >2,2 m is, gebruik dan
waarden voor 2,2 m.
▪ Voor FVXTM-B, gebruik de grafiek in de Algemene
voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid.
ANDERE VERDIEPINGEN
LAAGSTE ONDERGRONDSE VERDIEPING
B
(65)
≥50
(mm)
(m²) mag
min
).
min
) hangt ook af van de
min
Montagehandleiding
5