6
|
Functie
6 Functie
6.1 Werkingsbereik
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
22
INFORMATIE
De binnenunit wordt geleverd met de draadloze afstandsbediening als
gebruikersinterface. Deze handleiding beschrijft alleen het gebruik met deze
gebruikersinterface. Als een andere gebruikersinterface aangesloten is, zie de
gebruiksaanwijzing van die gebruikersinterface.
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en vochtgehaltebereiken
om een veilige en efficiënte werking te verzekeren.
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheid
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen als de unit buiten het bedrijfsbereik wordt
gebruikt.
(b)
Condensatie en druppelend water kunnen voorkomen als de unit buiten het bedrijfsbereik
wordt gebruikt.
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheid
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen als de unit buiten het bedrijfsbereik wordt
gebruikt.
(b)
Condensatie en druppelend water kunnen voorkomen als de unit buiten het bedrijfsbereik
wordt gebruikt.
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheid
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen als de unit buiten het bedrijfsbereik wordt
gebruikt.
(b)
Condensatie en druppelend water kunnen voorkomen als de unit buiten het bedrijfsbereik
wordt gebruikt.
CVXM, FVXM50
(a)(b)
Koelen en drogen
–10~46°C droge bol
18~32°C droge bol
14~23°C natte bol
(b)
≤80%
FVXM25+35
(a)(b)
Koelen en drogen
–10~50°C droge bol
18~32°C droge bol
14~23°C natte bol
(b)
≤80%
FVXTM
(a)(b)
Koelen en drogen
–10~46°C droge bol
18~32°C droge bol
14~23°C natte bol
(b)
≤80%
(a)
Verwarmen
–15~24°C droge bol
10~30°C droge bol
—
(a)
Verwarmen
–20~24°C droge bol
10~30°C droge bol
—
(a)
Verwarmen
–30~24°C droge bol
10~30°C droge bol
—
CVXM-B, FVXM-B, FVXTM-B
Split-systeemairconditioners
4P518786-18N – 2024.04