7. Ingebruikneming
De bewakingscamera is niet weerbestendig. Zorg bij het gebruik
voor een droge omgeving.
Gebruik de bewakingscamera of netadapter niet in de directe
nabijheid van warmtebronnen of magnetische of elektromagne-
tische apparaten.
Stel de camera en netadapter niet bloot aan een hoge mechani-
sche belastingen. Een val van slechts geringe hoogte evenals
druk- en/of trekkracht op de componenten kan leiden tot
defecten.
Houd er rekening mee dat bijvoorbeeld rechtstreekse verlich-
ting of direct zonlicht de opnamekwaliteit aanzienlijk kunnen
beïnvloeden.
Voorafgaand aan het eerste gebruik moet de interne accu volledig worden opgela-
den. De accu kan via de meegeleverde USB-kabel of via de USB-kabel samen met
de netadapter worden opgeladen. Tijdens het laadproces brandt de status-LED
„CHARGE/LOW POWER" (13) rood. Zodra de accu volledig is opgeladen, gaat de
status-LED „CHARGE/LOW POWER" (13) uit.
Let op: ook bij een lage accuspanning tijdens het gebruik gaat
de status-LED „CHARGE/LOW POWER" (13) branden.
In dit geval dient u de accu op te laden.
De bewakingscamera is voorzien van een bevestigingsclip die bijv. geschikt is voor
bevestiging aan een borstzak van een overhemd.
Schuif een SD- of MMC-geheugenkaart in de „SD/MMC-kaartsleuf" (7). De bewa-
kingscamera ondersteunt SD/MMC-geheugenkaarten tot max. 2 GB.
47