PROBLEEM
Laag pomprendement
Uitzonderlijk sterke
verflekkage in de
halspakkingmoer
Er spat vloeistof uit het
pistool
3A4116F
OORZAAK
De zeef is verstopt.
De zuigerkogel zit niet goed.
De zuigerpakkingen zijn versleten of
beschadigd.
De O-ring in de pomp is versleten of
beschadigd.
De kogel van het inlaatventiel zit niet
goed.
De kogel van het inlaatventiel zit vol
materiaal.
Het toerental van de motor is te laag. Verhoog de gasklepafstelling
De koppeling is versleten of
beschadigd.
De druk is te laag afgesteld.
Het vloeistoffilter, het tipfilter of de tip
is verstopt of vuil.
Grote drukval in de slang bij zware
materialen.
De halspakkingmoer zit los.
De halspakkingen zijn versleten of
beschadigd.
De verdringerstang is versleten of
beschadigd.
Lucht in de pomp of de slang.
De tip is deels verstopt.
Geringe of geen vloeistoftoevoer.
Probleemoplossing
OPLOSSING
Reinig de zeef.
Onderhoud de zuigerkogel
(zie de pomphandleiding).
Vervang de pakkingen;
(zie pomphandleiding).
Vervang de O-ring;
(zie pomphandleiding).
Reinig het inlaatventiel;
(zie pomphandleiding).
Reinig het inlaatventiel;
(zie pomphandleiding).
(zie de bedieningshandleiding).
Stel de koppeling bij of vervang
hem. Pagina 25.
Verhoog de druk (zie de
bedieningshandleiding).
Reinig de filter (zie de
pomphandleiding).
Gebruik een slang met een grotere
diameter en/of verminder de totale
slanglengte. Als u meer dan 30 m
slang met een doorsnee van 6 mm
gebruikt, dan heeft de slang een
sterk verminderde uitwerking op de
prestaties van het spuitapparaat.
Gebruik voor optimale prestaties
een slang met een doorsnee van
3/8 inch (minimaal 50 ft).
Verwijder het afstandsstuk van de
halspakkingmoer. Draai de
halspakkingmoer net voldoende
aan om het lekken te stoppen.
Vervang de pakkingen;
(zie pomphandleiding).
Vervangen (zie de
pomphandleiding).
Controleer alle
vloeistofaansluitingen en draai ze
vast. Pomp opnieuw vullen (zie
bedieningshandleiding).
Reinig tip (zie handleiding pistool).
Vul de vloeistofvoorraad bij. Pomp
vullen (zie bedieningshandleiding).
Controleer de vloeistofvoorraad
vaak om te voorkomen dat de
pomp droogloopt.
19