Het apparaat leren kennen
nl
Temperatuur
U stelt de temperatuur in de binnenruimte in met de
temperatuurknop. Ook de grill- en reinigingsstanden
worden hiermee gekozen.
De instellingen verschijnen op het display.
Aanwijzingen
Tot 100 °C kan de temperatuur in stappen van 1
■
graad worden ingesteld, daarboven in stappen van 5
graden.
Bij zeer hoge temperaturen wordt de temperatuur na
■
langere tijd enigszins verlaagd door het apparaat.
Temperatuurindicatie
De lijn onder in het display wordt, hoe meer de
binnenruimte opgewarmd raakt, van links naar rechts
rood gevuld.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra de lijn
geheel rood gevuld is.
Restwarmte
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
temperatuurindicatie de restwarmte in de binnenruimte
weer. Hoe lager de temperatuur wordt, des te minder
de indicatie gevuld is.
Aanwijzingen
De temperatuurindicatie wordt alleen gevuld bij
■
verwarmingsmethoden waarbij een temperatuur
wordt ingesteld. Bij grillstanden is hij bijv. snel vol.
Wanneer bij de start van een programma de
■
temperatuur in de binnenruimte te hoog is, verschijnt
bij enkele verwarmingsmethoden een œ op het
display. Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen. Hierna opnieuw starten.
Door thermische traagheid kan de weergegeven
■
temperatuur een beetje afwijken van de werkelijke
temperatuur in de binnenruimte.
Kookplaat
Bij de kookplaat hoort een afzonderlijke
gebruiksaanwijzing. Lees deze zorgvuldig door om het
apparaat veilig en goed te kunnen bedienen.
Hierin vindt u belangrijke instructies over de veiligheid,
een uitvoerige handleiding voor het instellen en veel
informatie over onderhoud en reiniging van de
kookplaat.
10
Binnenruimte
Verschillende functies voor de binnenruimte
vergemakkelijken het gebruik van uw apparaat. Zo
wordt bijv. de binnenruimte volledig verlicht en een
koelventilator beschermt het apparaat tegen
oververhitting.
Apparaatdeur openen
Opent u de apparaatdeur wanneer er een programma
loopt, dan wordt de werking voortgezet.
Verlichting van de binnenruimte
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
binnenruimte tijdens het gebruik verlicht. Wanneer de
werking beëindigd wordt, gaat de verlichting uit.
Met de toets Verlichting van de binnenruimte kunt u de
verlichting inschakelen zonder dat het apparaat
opwarmt. Dit helpt u bijv. bij de reiniging van uw
apparaat.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Dan raakt het
apparaat oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.