3
Temperatuurregulatie
NL
De temperatuur in de unit is in de fabriek ingesteld op -18 °C en kan op elk gewenst
moment worden gewijzigd met de temperatuurregelaar.
De temperatuur kan worden ingesteld op een schaal met zeven standen:
"0" - de compressor is uitgeschakeld.
OPGELET !
Het apparaat is nog steeds aangesloten op het lichtnet.
"1" - hoogste temperatuur (zwakste koeling)
"7" - laagste temperatuur (sterkste koeling)
TIP!
Stel de temperatuurregelaar eerst in op stand "3" en vervolgens bij te veel
koeling op "1-3" en bij te weinig koeling op "3-7".
22 / 30
Waarschuwingsindicator temperatuurstijging (rood)
Als de temperatuur in de unit boven -9°C stijgt, gaat deze indicator
branden.
Als het apparaat is aangesloten op het elektriciteitsnet, gaat ook de
rode waarschuwingsindicator branden. Het geeft een signaal:
•
Het apparaat is lange tijd uitgeschakeld geweest, d.w.z. het is
voor het eerst ingeschakeld na het ontdooien of na een
stroomstoring.
•
De apparaatdeur is niet gesloten of te vaak geopend.
•
Er is te veel voedsel in het apparaat geplaatst om in te
vriezen.
•
Het koelsysteem is defect. Als het waarschuwingslampje
langer dan 6 uur niet uitgaat en u de compressor hoort
draaien, of als de compressor niet uitschakelt, of als geen
van de bovenstaande redenen van toepassing is, neem dan
contact op met de serviceafdeling.
Installatie en bediening
700341V1