Overzicht van de autotelefoon en bijbehorende apparatuur
mede afhankelijk van de locatie waar de microfoon wordt
gemonteerd. Zie "Installatie" op pagina 57.
6. Systeemkabels PCU-4
Er wordt een set kabels meegeleverd waarmee u het
apparaat op de stroomvoorziening en het contactslot kunt
aansluiten en waarmee u het geluid van de radio kunt
dempen.
7. GSM-antenne (niet meegeleverd)
Het aansluiten van de radio-eenheid op een compatibele
externe GSM-antenne zorgt voor optimale prestaties bij
draadloos gebruik van de autotelefoon.
8. RS232-kabel AD-3
Met een RS232-adapterkabel kunt u de autotelefoon
gemakkelijk aansluiten op de seriële poort van een
compatibele laptopcomputer.
8
Apparatuur en kabelverbindingen van de autotelefoon