Belfuncties
4. Belfuncties
Voicedialling
U kunt een nummer kiezen door het
spraaklabel uit te spreken dat aan een
nummer in de lijst met contactpersonen
is toegekend. U kunt aan maximaal
twaalf nummers een naamlabel in de lijst met contactpersonen
toekennen. Als spraaklabel kunt u elk gesproken woord (of
meerdere woorden) gebruiken, bijvoorbeeld de naam van een
persoon.
Houd rekening met het volgende voordat u voicedialling
gebruikt:
Voicelabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de
stem van de spreker.
Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem
de opdrachten op en gebruik ze in een rustige omgeving.
U moet het spraaklabel exact zo uitspreken zoals u het hebt
opgenomen.
Erg korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange
namen en vermijd het gebruik van soortgelijke namen voor
verschillende nummers.
Opmerking
Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden
opleveren in een drukke omgeving of tijdens een
noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat
u uitsluitend van voicedialling afhankelijk bent.
20
Opmerking
Zie "Spraaklabels" op pagina 44 voor informatie over het
toekennen van een spraaklabel aan een contactpersoon.
Als u via voicedialling een nummer wilt kiezen, drukt u op
om het spraakdisplay weer te geven. U ziet het bericht
spreken
op het display.
Spreek het label voor het gewenste nummer luid en duidelijk
uit.
Het opgenomen spraaklabel wordt afgespeeld en het
bijbehorende nummer wordt automatisch gekozen.
Een contactpersoon bellen (naam zoeken)
Zoek in het standby-display naar de gewenste beginletter en
druk op
om de namen weer te geven die met deze
letter beginnen.
Ga naar de gewenste naam en druk op
te kiezen.
Opmerking
U kunt aan elke contactpersoon maximaal vijf
telefoonnummers toekennen. Het eerste nummer dat
onder een naam wordt opgeslagen, wordt automatisch
als standaardnummer ingesteld en wordt aangeduid met
(Algemeen). Andere typen nummers zijn
(Mobiel),
(Thuis),
Nu
om het nummer
(Werk) en
(Fax).