4 - AANSLUITEN / INGEBRUIKNAME
MIG/MAG halfautomaten moeten in een propere plaats opgesteld worden, vrij van stof, vochtigheid en ontvlambare producten.
(Zie blz. 3: Veiligheidsinformatie en voorzorgen bij het lassen).
-
Alvorens de voedingskabel op het net aan te sluiten, controleren of de netspanning overeenkomt met de op de kenplaat
vermelde spanning (3 x 400V). Alle metalen delen waarmee de lasser contact kan maken moeten geaard zijn d.m.v. een
geleider met voldoende sectie, minstens gelijk aan of groter dan die van de massakabel.
Alvorens de gasslang aan te sluiten, controleren op eventuele lekken.
-
-
De toorts en de massa-aansluiting moeten goed vastzitten in hun aansluitstekker.
-
Ook de massaklem moet goed vastzitten op het werkstuk om een goede laskwaliteit te garanderen.
1
-
Bij het installeren van een draadspoel zorgen dat de pin (4) van de haspel (3) in de opening van de spoel (2) past zodat de
spoel correct afgeremd wordt.
-
5
6
7
8
Fig.8 4-wiel aandrijving 50W
Eburon 400
-
De aandrijfwielen (8) en de contactbuis (9) in de toorts moeten aangepast zijn aan de diameter van de gebruikte lasdraad.
De draad moet manueel tot tussen de aandrijfwielen (8) en in de draadgeleider (7) geleid worden, en schuif hem enkele
centimeters verder. Daarna de klemhendels (6) dichtklappen en de druk, indien nodig een weinig verhogen met de regelschroef
(5) ervoor zorg dragend dat de draad mooi in de groef van de aandrijfwielen zit.
De aanspandruk gradueel verhogen, terwijl de motor draait, tot de lasdraad mooi gelijkmatig doorgevoerd wordt.
Daarna moet de rem van de draadspoel geregeld worden d.m.v. regelschroef (1). Controleer of de spoel onmiddellijk stopt
-
wanneer de motor stopt.
Zet het toestel AAN met de hoofdschakelaar en druk op de druktoets "gastest". Regel nu het gasdebiet op het
-
reduceerventiel (6-15 l/min) terwijl het toestel werkt.
-
Beweeg de draad handmatig enkele centimeters, door de draadgeleider (7-fig.8 & 9), de rollen (8-fig.8 & 9) en de toorts.
-
Controleer of de groef van de rol (8-fig.8 & 9) en de contactbuis van de toorts (9-fig.8 & 9) overeenkomen met de
draaddiameter. Sluit de trekapparaten (6-fig.8 & 9).
-
Sluit de toorts aan op zijn aansluiting en zet de hoofdschakelaar van het apparaat in stand I. Druk op de handmatige
draadaanvoerknop totdat deze op de uitgang van de toortscontactbuis staat . In geval van problemen met draadaanvoer,
verwijder de contactbuis en maak de toortskabel recht.
2
5
6
6
7
8
8
4-wiel aandrijving 75W
Eburon 500
400 / 400S / 400WS / 500WS
3
4
Fig.7 – Draadspoelhouder
5
6
7
8
Fig.10 – Kontaktbuis van de toorts
9
11