Download Print deze pagina

Eburon MIG 300 PULS Gebruikershandleiding pagina 4

Inverter voor mig/mag-, tig- en mma-lassen

Advertenties

Eburon MIG 300 PULS / Eburon MIG 300 PULS Wk-S
1.1 ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Indien er zich elektromagnetische storingen voordoen, dan is het de taak van de gebruiker om het probleem op te lossen met technische
bijstand van de fabrikant. In bepaalde gevallen kan de correctie er eenvoudigweg uit bestaan om het lascircuit aan te sluiten op de aarding. In
andere gevallen kan het nodig blijken dat er een elektromagnetisch scherm opgetrokken wordt rond de bron en om er toegangsfilters aan toe te
voegen. In alle gevallen moeten elektromagnetische storingen tot een minimum worden beperkt tot deze niet langer storend werken.
Vóór de installatie moet de gebruiker eventuele elektromagnetische problemen in de omliggende zone inschatten. Er moet rekening gehouden
worden met de volgende elementen:
a) Andere stroomkabels, besturingskabels, signaal- en telefoonkabels, boven, onder en naast de lasapparatuur;
b) Radio- en televisiezenders en -ontvangers;
c) Computers en andere besturingsapparatuur;
d) Veiligheid van kritieke uitrusting, inclusief bewaking van industriële apparatuur;
e) De gezondheid van de mensen in de omgeving, met name de mensen die een pacemaker en hoorapparaten dragen;
f) Uitrustingen die gebruikt worden voor kalibraties en ijkingen;
g) Mogelijke impact op omringende apparatuur. De gebruiker moet zich ervan verzekeren dat de materialen compatibel zijn. Dat kan
bijkomende beschermingsmaatregelen vergen;
h) Het tijdstip waarop de lasapparaten en de andere toestellen werken.
1.1.1 METHODEN VOOR HET VERMINDEREN VAN EMISSIES
Voeding
De lasapparatuur moet op het netwerk worden aangesloten in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. Indien er interferentie
optreedt, dan kan het nodig blijken om bijkomende maatregelen te nemen, zoals het filteren van de stroomtoevoer. Het valt aan te bevelen
om voedingskabels voor permanent geïnstalleerde lasapparatuur in metalen leidingen of gelijkwaardig af te schermen. Deze afscherming
moet worden uitgevoerd met respect voor een elektrische continuïteit van begin tot eind. Dit moet op de lasbron worden aangesloten,
zodat er een goed elektrisch contact blijft tussen de leiding en de lasbronomhulling.
Laskabels
De laskabels moeten zo kort mogelijk zijn en dicht bij elkaar op of in de buurt van de grond worden geplaatst.
Equipotentiale verbinding
Er moet rekening worden gehouden met de verbindingen tussen alle metalen onderdelen van het lassysteem en aangrenzend aan deze
installatie. De metalen onderdelen die op het werkstuk zijn aangesloten, verhogen echter het risico op elektrische schokken als de gebruiker
de metalen onderdelen en de elektrode tegelijkertijd aanraakt. De gebruiker mag geenszins in contact komen met alle verbonden metalen
componenten.
Verbinding met de aarde
Wanneer het werkstuk niet is verbonden met de aarde voor elektrische veiligheid, noch verbonden is met de aarde vanwege zijn afmeting en
positie (vb. scheepsromp of het bouwen van staalwerk), dan kan een verbinding die het werkstuk met de aarde verbindt, de emissies in
sommige gevallen verminderen. Er moet echter vermeden worden dat de aarding van het werkstuk het risico op kwetsuren voor gebruikers of
schade aan andere elektrische apparatuur vergroot. Waar nodig, moet de verbinding van het werkstuk met de aarde worden gemaakt door een
directe verbinding met het werkstuk, maar in sommige landen waar directe verbinding niet is toegestaan, moet de verbinding worden tot stand
gebracht door een geschikte weerstandscapaciteit in overeenstemming met de nationale voorschriften.
Afscherming en bescherming
De selectieve afscherming en bescherming van de andere kabels en het andere materiaal in de omliggende zone, kunnen
interferentieproblemen beperken. Het afschermen van de lasinstallatie kan overwogen worden voor speciale toepassingen.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
1.2.1 Verbinding met het netwerk
Vóór u het apparaat aansluit, moet u goed controleren of:
- De teller, het veiligheidsapparaat tegen overspanningen en de elektrische installatie compatibel zijn met het maximale vermogen en met de
voedingsspanning van de lasstroombron (zie plaatje van het toestel);
- De aansluiting, zowel eenfasig of driefasig met aarding, kan worden uitgevoerd op een aansluiting die compatibel is met de stekker van
de lasstroombron;
- Indien de kabel is aangesloten op een vast stopcontact, dan zal de aarding - indien voorzien - nooit worden afgesneden door de veiligheidsinrichting
tegen elektrische schokken;
- De schakelaar van de lasstroombron staat, indien voorzien, in de UIT-stand.
1.2.2 Werkstation
Het gebruik van booglassen houdt in dat de veiligheidsomstandigheden met betrekking tot elektrische stromen, ten strengste moeten
worden nageleefd. Er moet worden gecontroleerd of geen enkel metalen stuk dat toegankelijk is voor de lassers en hun assistenten
rechtstreeks of onrechtstreeks in contact kan komen met een geleider van het voedingsnetwerk. Bij twijfel met betrekking tot dit ernstig
risico, moet dit metalen onderdeel verbonden worden met de aarde met behulp van een geleider die ten minste gelijkwaardig is aan de
grootste fasegeleider.
Zorg er ook voor dat alle metalen delen die de lasser zou kunnen aanraken met een niet-beschermd deel van zijn lichaam (hoofd, handen
zonder handschoenen, blote armen, enz.) goed zijn geaard met een geleider die tenminste gelijkwaardig is aan de grootste voedingskabel van
de grondklem of lastoorts. Als er meer dan één metaalaarding is, dan moeten ze allemaal met elkaar verbonden zijn en onder dezelfde
omstandigheden geaard.
Voer geen booglas- of snijwerkzaamheden uit in geleidende behuizingen, ongeacht of het gaat om besloten ruimtes of of het lasapparaat
buiten moet staan, tenzij u bijzonder voorzichtig te werk gaat en deze beschermende maatregelen met de grootste gestrengheid toepast. Wees
nóg voorzichtiger bij het lassen in vochtige of slecht geventileerde ruimtes en indien de stroombron binnen is geplaatst.
1.2.3 Brand- en ontploffingsgevaar
Lassen kan leiden tot brand- of explosiegevaar. Bepaalde voorzorgsmaatregelen moeten worden nageleefd:
- Verwijder alle ontvlambare of explosieve materialen uit het lasgebied;
- Controleer of er voldoende brandblussers in de buurt van dit gebied zijn;
- Controleer of de geprojecteerde vonken geen brand kunnen veroorzaken, houd er rekening mee dat deze vonken enkele uren na het lassen
nog kunnen smeulen.
1.3 INDIVIDUELE BESCHERMING
1.3.1 Risico's op externe verwondingen
Elektrische bogen produceren infrarood licht en zeer heldere, ultraviolette stralen. Deze stralen beschadigen de ogen en verbranden de huid
indien u niet goed beschermd bent.
4

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mig 300 puls wk-s