Bediening
3.14 Cabineverwarming en -ventilatie
18
afb. 53: Luchtcirculatie in de cabine
3-30
Aanwijzing!
De cabine is uitgerust met vijf luchtblazers. Elke blazer kan afzonderlijk gesloten
en ingesteld worden. Om een optimale ontdooiing van de voorruit te bereiken, de
luchtblazers op de voorruit richten.
• Voor het luchten of verwarmen van de cabine, de blazer open of dicht zetten
naar keuze.
• Geen brandbare of explosieve stoffen in de buurt van de warme-lucht-openingen
bewaren.
• Cabine af en toe verluchten
Ventileren met verse lucht
Tuimelschakelaar 18 één stand naar
1e stand
voren drukken
Tuimelschakelaar 18 twee standen naar
2e stand
voren drukken
UIT
Tuimelschakelaar 18 naar achter drukken
Ventilator zorgt voor
weinig luchtstroom-
snelheid
Ventilator zorgt voor hoge
luchtstroomsnelheid
Ventilator UIT
HA 6001/9001/10001 Nl - Editie 2.0 * * 6001b330.fm