EPRA14~18D + ETSH/X(B)16P50E
Daikin Altherma 3 H HT ECH₂O
4P759883-1 – 2024.03
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als
kamerthermostaat)
b Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
c Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
d Extra ketel (ter plaatse te voorzien)
e Aquastat-klep (ter plaatse te voorzien)
OPMERKING
▪
Controleer of de extra ketel en zijn integratie in het systeem voldoen aan de
geldende wetgeving.
▪
Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige situaties in het systeem
van de extra ketel.
▪
Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET hoger is dan 60°C.
Om dit te bereiken:
-
Stel de gewenste watertemperatuur via controller van de extra ketel in op
maximum 60°C.
-
Plaats een aquastatklep in het retourwaterdebiet van de warmtepomp. Stel de
aquastatklep in om dicht te gaan boven de 60°C en open te gaan onder de
60°C.
▪
Plaats terugslagkleppen.
▪
De externe warmtebron wordt aangestuurd door het AAN/UIT-signaal op de
binnenunit (X12M/3 en X12M/4). Zie
warmtebron
aansluiten" [
▪
Om de warmteafgevers op/in te stellen, zie
koelingsysteem
in/opstellen" [
Configuratie
Via de gebruikersinterface (configuratiewizard):
▪
Stel het gebruik van een direct (RV) bivalent systeem in als externe warmtebron.
▪
Stel de bivalente temperatuur en de hysteresis in.
a
e
c
d
c
b
A
b
B
"9.3.10 De omschakeling naar de externe
4
137].
4
35].
"6.2 Het ruimteverwarmings-/
Uitgebreide handleiding voor de installateur
51